direct naar inhoud van 5.2 Waterhuishouding
Plan: Bestemmingsplan Barnewinkel naast 13
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1129-vas1

5.2 Waterhuishouding

5.2.1 Algemeen

De locatie Agrifirm ligt binnen bestaand stedelijk gebied. Het gebied is op dit moment in gebruik als grasland / akkerland. Het plangebied bevindt zich niet binnen enige Keurzone en niet binnen de door de provincie Gelderland in het streekplan aangewezen (zoek)gebieden voor regionale waterberging.

5.2.2 Grondwater

Het gebied ligt ten oosten van het Apeldoorns Kanaal en daarmee buiten de in het streekplan vastgelegde grondwaterfluctuatiezone. Direct ten westen van het plangebied ligt 1 peilbuis waaruit blijkt dat de hoogste grondwaterstanden ca. 20-40 cm onder maaiveld liggen. Nader onderzoek moet hier een meer gedetailleerd inzicht in geven.

Als gevolg van de hoge grondwaterstanden zal het plangebied moeten worden opgehoogd. Vooralsnog wordt uitgegaan van een ophoging van ca. 30-50cm om voldoende ontwatering te bereiken. Een en ander afhankelijk van de precieze grondwaterstanden en maaiveldhoogten. Uitgangspunt is in ieder geval dat er niet structureel grondwater zal worden afgevoerd.

5.2.3 Oppervlaktewater en waterafhankelijke natuur

Direct ten westen van het plangebied ligt de bermsloot van de Barnewinkel. De afwaterende functie wordt door de ontwikkelingen in het plangebied niet gewijzigd. In het noorden wordt het plangebied ligt een watergang met een belangrijke afwaterende functie. Deze functie moet ook in de toekomst behouden blijven door bijvoorbeeld de aanleg van een duiker onder de toegang naar de Zutphense straat.

5.2.4 Afvoer van hemelwater

Sinds de introductie van het vernieuwde waterbeleid hanteert de gemeente Apeldoorn bij nieuwbouwplannen en herstructureringsprojecten het principe dat er geen hemelwater op de bestaande gemengde riolering mag worden aangesloten. Voor dit project worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Al het hemelwater afkomstig van daken en terreinverhardingen (zoals parkeerplaatsen en pleinen) en straten wordt geïnfiltreerd in de bodem of geborgen op het terrein, bijvoorbeeld door toepassing van infiltratiegreppels of wadi's, ondergrondse infiltratievoorzieningen, waterdoorlatende verhardingen of vijvers.
  • Voor hemelwater afkomstig van afvoerende verharde oppervlakken dient een hemelwatervoorziening ter grootte van 36 mm per afvoerende m2 verharding aangelegd te worden.

Deze berging wordt gevonden door de aanleg van een infiltratiezone / wadi parallel aan de bosstrook. Hiervoor is voldoende ruimte aanwezig.

Indien er grotere buien vallen kunnen de infiltratie- of bergingsvoorzieningen overlopen naar de watergang in het noorden van het plangebied.

De uiteindelijke keuzes en inrichting met betrekking tot de waterhuishouding dienen met Gemeente Apeldoorn te worden afgestemd.

Voor de nieuwbouw mag géén gebruik worden gemaakt van uitlogende materialen die het hemelwater kunnen verontreinigen (DAF-prestaties). Voorbeelden zijn zink en koper.

5.2.5 Watertoets

Met het Waterschap Veluwe is vooroverleg gevoerd over voorliggend plan. Het waterschap heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de aangedragen oplossingsrichting. Bij de verdere planvorming zal het waterschap nauw betrokken worden.