Artikel 19 Algemene gebruiksregels
19.1 Strijdig gebruik onbebouwde grond
Als gebruik in strijd met de bestemming geldt in ieder geval:
-
a. het gebruik van gronden voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, tenzij dit gebruik noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
-
b. het gebruik van gronden voor het opgeslagen hebben van gerede of onklare machines en vaar- en/of voertuigen, tenzij dit gebruik noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
c. het gebruik van gronden voor het beoefenen van lawaaisporten;
-
d. het gebruik van gronden voor volkstuinen;
-
e. het gebruik van trekkershutten, recreatieverblijven en groepsaccomodaties voor permanente bewoning;
-
f. het gebruik als staan- of ligplaats voor kampeermiddelen buiten de daarvoor aangewezen gronden;
-
g. het gebruik van niet-bebouwde grond als permanente staan- of ligplaats van demonteerbare of verplaatsbare inrichtingen voor de verkoop van etenswaren en/of dranken, anders dan in verband met evenementen;
-
h. het verstoren van archeologische waarden buiten vlakken met de bestemmingen 'Waarde
- Archeologie hoog' en 'Waarde - Archeologie middelhoog' door het uitvoeren van grondwerkzaamheden in het kader van de natuurontwikkeling, het aanleggen van leidingen en het waterbeheer dieper dan 0,50 m onder het maaiveld over een oppervlakte van ten minste 1.000 m², tenzij blijkt dat de archeologische waarden niet onevenredig worden verstoord, hetgeen moet blijken uit een (voor)onderzoek ter plaatse begeleid door een erkend archeoloog aan de hand van een voor dit onderzoek namens het bevoegd gezag op te stellen Programma van Eisen. Indien het (voor)onderzoek daartoe aanleiding geeft, kan het bevoegd gezag op advies van de archeoloog besluiten zonodig een opgraving te laten plaatsvinden. Het (voor)onderzoek is niet nodig indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de archeologische waarde van het terrein in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld.
19.2 Strijdig gebruik bebouwde grond
Als gebruik in strijd met de bestemming geldt in ieder geval:
-
a. het gebruik van bouwwerken voor het bedrijfsmatig vervaardigen, opslaan, verwerken, of herstellen van goederen en het opslaan en be- of verwerken van producten, tenzij:
-
1. dit gebruik plaatsvindt ten behoeve van de productie binnen het bedrijf;
-
2. dit gebruik uitsluitend betrekking heeft op producten van het eigen bedrijf;
-
3. het betreft inpandige berging van caravans en kampeerauto's in voormalige bedrijfsopstallen;
-
4. het betreft inpandige opslag van goederen, zonder dat sprake is van be- of verwerking daarvan (statische opslag);
-
b. het gebruik van bouwwerken voor detailhandel, behoudens bestaande detailhandel;
-
c. het gebruik van bouwwerken voor het beoefenen van lawaaisporten;
-
d. het gebruik van bouwwerken voor wonen, met uitzondering van de aangegeven woningen en de ingevolge de bestemmingsregeling toegestane bedrijfswoningen;
-
e. het gebruik van bouwwerken voor een seksinrichting;
-
f. de permanente bewoning van groepsaccommodaties en andere onderkomens en gebouwen die niet voor permanente bewoning bestemd zijn;
-
g. het gebruik van bestaande gebouwen ten behoeve van geluidgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geluidhinder, met uitzondering van bestaand gebruik als geluidgevoelig object.
19.3 Strafbepaling
Overtreding van het in het eerste lid bepaalde is een strafbaar feit.