direct naar inhoud van Artikel 9 Recreatie
Plan: Park Berg en Bos en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1116-vas2

Artikel 9 Recreatie

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bos en natuurgebied, waaronder natte natuur als vennen, beken en sprengen;
  • b. water;
  • c. behoud aardkundige waarden;
  • d. de bestaande fiets-, voet- en ruiterpaden;
  • e. recreatief medegebruik;
  • f. ontsluitingswegen;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - uitkijktoren' een uitkijktoren;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - voorplein':
    • 1. horeca in categorie 1 van de bij deze regels behorende Lijst van toegelaten horecatypen;
    • 2. functies ten dienste van de recreatieve functie, waaronder in elk geval kassa's, fotokiosk, informatieverstrekking;
    • 3. kantoor en opslag ten dienste van de beheerdersorganisatie;

met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.

9.2 Bouwregels

Naast de algemene bouwregels van artikel 18 en de regels voor gebiedsaanduidingen van hoofdstuk 3 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema.

Bebouwing   Maximale oppervlakte/inhoud   Maximale goothoogte   Maximale bouwhoogte   Bijzondere regels  
Gebouwen en overkappingen   4000 m2, waarvan maximaal 1.300 m2 ten behoeve van horeca     8 m   - geen bedrijfswoningen toegestaan
- gebouwen en overkappingen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - voorplein'  
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen      


 



 
- speel- en klimtoestellen       de bestaande bouwhoogte    
- overig       4 m   de bouwhoogte van de uitkijktoren ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - uitkijktoren' bedraagt maximaal de bestaande bouwhoogte  

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op de bescherming van het bos en/of het natuurgebied nadere eisen stellen aan de omvang en situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 25 opgenomen procedureregels van toepassing.