direct naar inhoud van Bijlage toelichting 1 Uittreksel geldend bestemmingsplan
Plan: Deventerstraat 214 en 218
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1113-onh1

Bijlage toelichting 1 Uittreksel geldend bestemmingsplan

afbeelding "i_NL.IMRO.0200.bp1113-onh1_0006.png"

Artikel 2.2 Woondoeleinden

1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor woondoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen, waaronder begrepen begeleid wonen tot maximaal 2 aaneengesloten woningen per bebouwingsvlak;
  • b. woonwagens, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding;
  • c. uitsluitend maatschappelijke voorzieningen, in de categorieën 1 en 2 zoals vermeld in de bij deze voorschriften behorende Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen, op de begane grond en de eerste verdieping, ter plaatse van de aanduiding "maatschappelijke voorziening";
  • d. tuin en/of erf;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. onderdoorgang, ter plaatse van de aanduiding;
  • g. beroep- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis tot een gezamenlijke vloeroppervlakte van 100 m², ter plaatse van de aanduiding;
  • h. kantoor tot een oppervlakte van maximaal 85 m² , ter plaatse van de aanduiding "kantoor";
  • i. bedrijfsactiviteiten toegestaan in milieucategorie 1, zoals vermeld in de bij deze voorschriften behorende Lijst van toegelaten bedrijfstypen, op de begane grond en de eerste verdieping , ter plaatse van de aanduiding "bedrijf categorie 1".

met de daarbij behorende bouwwerken.

2 Toegestane woningen

Als woningen zijn uitsluitend toegestaan:

  • a. ter plaatse van de aanduiding v: vrijstaande woningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding hv: halfvrijstaande of vrijstaande woningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding a: aaneengesloten woningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding s: gestapelde woningen.

3 Aanduiding woonwagen

Ter plaatse van de aanduiding w zijn woonwagens toegestaan, alsmede vrijstaande woningen als bedoeld in lid 2 sub a. Voor vrijstaande woningen zijn de bebouwingsbepalingen voor woningen met de aanduiding v van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor vrijstaande woningen de diepte maximaal 15 m en de goothoogte en hoogte maximaal 4 m respectievelijk 8 m mogen bedragen.

4 Bebouwing

Voor de regels omtrent het bouwen zie het bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijsnummers verwijzen naar de in lid 5 genoemde specifieke vrijstellingen.

Bebouwing   Maximale
grondoppervlakte  
Maximale
goothoogte  
Maximale hoogte   Bijzondere
bepalingen  
Woningen met
aanduiding s  
bebouwingsvlak   zie plankaart   zie plankaart (5a)    
Woningen met
aanduiding v, hv, a  
bebouwingsvlak,
mits niet meer dan
60% van de kavel
(met inbegrip van
alle op de kavel
aanwezige
bebouwing)
bebouwd wordt  
6 m, tenzij anders op
de plankaart
aangegeven  
10 m, tenzij anders
op de plankaart
aangegeven  
- binnen het
bebouwingsvlak
bedraagt de afstand
tot de zijdelingse
perceelsgrens,
voorzover de
woningen daarop
niet aaneen
gebouwd zijn, voor
woningen met de
aanduiding v en hv
tenminste 2,50 m
- binnen het
bebouwingsvlak
bedraagt de afstand tussen
woningblokken voor
woningen met de
aanduiding a
tenminste 5 m  
Woonwagens met
aanduiding w  
100 m2, mits niet
meer dan 60% van
de kavel (met
inbegrip van alle op
de kavel aanwezige
bebouwing)
bebouwd wordt  
zie plankaart   zie plankaart   - het aantal
woonwagens mag
binnen het
bebouwingsvlak niet
meer bedragen dan
op de plankaart is
aangegeven
- de lengte van een
woonwagen mag
niet meer dan 17 m
bedragen
-de afstand tussen
woonwagens
bedraagt ten minste
5 m
- de afstand tot de
zijdelingse
perceelsgrens
bedraagt ten minste
2,50 m  
Bijgebouwen,
overkappingen en
aan- of uitbouwen bij
woningen met de
aanduiding v, hv, a
en w  
bij een
kaveloppervlakte tot
500 m2: 50 m2;
bij een
kaveloppervlakte
tussen 500 m2 en
750 m2: 65 m2;
bij een
kaveloppervlakte
vanaf 750 m2: 85 m2;
mits niet meer dan
60% van de kavel
(met inbegrip van
alle op de kavel
aanwezige
bebouwing)
bebouwd wordt; 20
m2 is in ieder geval
toegestaan  
bijgebouw en aan- of
uitbouw: 3 m
 
bijgebouw en aan- of
uitbouw: 5 m
overkapping: 3 m  
- tevens op de als erf
aangeduide gronden
– indien op de
plankaart voor
(delen van) kavels
een hoogtemaat van
3 m is opgenomen
geldt die maat als
maximum voor de
betreffende kavel
(5d)
- overkappingen op
de als tuin
aangeduide
gronden, uitsluitend
ter plaatse van de
aanduiding
- sierconstructies op
de als tuin
aangeduide
gronden, uitsluitend
ter plaatse van de
aanduiding
- situering minimaal
3 m achter de lijn,
waarin de voorgevel
van de woning is
gebouwd (5b)
- bij een aan de
woning aangebouwd
bijgebouw,
overkapping of aanof
uitbouw waarvan
het dakvlak in het
verlengde van het
dakvlak van de
woning ligt mag op
de hoogte van het
dakvlak van de
woning worden
aangesloten
- bij vastbouwen aan
de woning van
bijgebouw of aan- of
uitbouw maximaal
aan één zijde en aan
de achtergevel van
de woning
- uitsluitend in
bijgebouwen bij woonwagens is het
aanbrengen van
sanitaire
voorzieningen
toegestaan
- uitsluitend
vrijstaande
bijgebouwen ter
plaatse van de
aanduiding  
Andere
bouwwerken, niet
zijnde
overkappingen  
    tuinmeubilair: 3 m
antenne-installaties:
15 m
overig: 2 m  
- erf- en
terreinafscheidingen
op de als tuin
aangeduide grond: 1
m (5c)
- maximaal twee
balkons per woning,
ter plaatse van de
aanduiding  

5 Vrijstellingsbevoegdheden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het in lid 4 bepaalde:

  • a. voor het overschrijden van de maximale hoogte van een woning met de aanduiding (s) met niet meer dan 3,50 meter tot een maximum van 1/3 van het grondoppervlak van het gebouw ten behoeve van ondergeschikte bouwdelen, waaronder in ieder geval begrepen liftkokers en installatieruimten;
  • b. dat bijgebouwen, aan- of uitbouwen en overkappingen minimaal 3 meter achter de lijn waarin de voorgevel is gebouwd moeten worden gesitueerd, eventueel met overschrijding van de bebouwingsgrens, indien dit past in het stedenbouwkundig beeld dat in het plan is beoogd;
  • c. ten behoeve van het bouwen van erfafscheidingen op hoekpercelen tot een hoogte van 2 meter, indien dit met het oog op het stedenbouwkundig beeld dat in het plan is beoogd en de verkeers- en sociale veiligheid niet onaanvaardbaar is;
  • d. voor het overschrijden van de maximale hoogte voor bijgebouwen en aan- of uitbouwen tot een hoogte van 5 m, indien dat past in het stedenbouwkundig beeld dat in het plan is beoogd.

6 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen:

  • a. aan de situering van bijgebouwen en de oppervlakte per bijgebouw, voor zover dit noodzakelijk is voor:
    • 1. het waarborgen van de in het plan beoogde stedenbouwkundige kwaliteit;
    • 2. het voorkomen van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
    • 3. het bewerkstelligen van een onderlinge afstemming van de bebouwing.
  • b. aan de situering van een verblijfsgebied als bedoeld in het Bouwbesluit 2003 binnen een woning, zodanig dat deze ruimte wordt gesitueerd aan de uitwendige scheidingsconstructie met een geluidbelasting welke voldoet aan de voorkeursgrenswaarde van de Wet geluidhinder.

7 Gebruik van niet bebouwde grond

De niet bebouwde grond mag uitsluitend als tuin of erf en/of parkeervoorziening worden gebruikt.

8 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de bestemming Woondoeleinden om te zetten in de bestemming Bijzondere woondoeleinden indien:

  • a. geen onevenredige hinder voor de omgeving ontstaat;
  • b. geen nadelige invloed ontstaat op de normale afwikkeling van het verkeer en in de parkeerbehoefte wordt voorzien;
  • c. de bebouwing per bebouwingsvlak maximaal 2.500 m3 bedraagt;
  • d. de bebouwing voldoet aan de voor de betreffende locatie geldende aanwijzingen op de plankaart en bepalingen in het bebouwingsschema.

9 Wijzigingsbevoegdheid locatie E. Poststraat

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het bouwen van woningen op gronden met de nadere aanduiding "wijzigingsbevoegdheid locatie E. Poststraat" mits:

  • a. het aantal woningen niet meer bedraagt dan 10;
  • b. het betreft vrijstaande, half-vrijstaande of aaneengesloten woningen,
  • c. de goothoogte en hoogte niet meer dan 6 m respectievelijk 10 m bedraagt,
  • d. geen onevenredige hinder voor de omgeving ontstaat;
  • e. er een ontsluitingsweg wordt gemaakt tussen de E. Poststraat en de Veenhuizerweg;
  • f. er geen onevenredige nadelige invloed ontstaat op de normale afwikkeling van het verkeer en in de parkeerbehoefte wordt voorzien;
  • g. op geen van de gevels van de woningen, bij voltooiing, de geluidbelasting vanwege een weg de ter plaatse toegestane wettelijke voorkeurswaarde of verleende hogere grenswaarde krachtens de Wet geluidhinder wordt overschreden;
  • h. is komen vast te staan dat de bodemkwaliteit geen belemmering vormt voor het bouwen van woningen;
  • i. de gronden gelegen binnen de wijzigingsbevoegdheid integraal ontwikkeld worden.

10 Wijzigingsbevoegdheid locatie Dennenkamp

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het bouwen van woningen op gronden met de nadere aanduiding "wijzigingsbevoegdheid locatie Dennenkamp" mits:

  • a. het aantal woningen, samen met gronden als bedoeld in artikel 2.18 lid 5 niet meer bedraagt dan 12;
  • b. het betreft vrijstaande, half-vrijstaande of aaneengesloten woningen;
  • c. de goothoogte en hoogte niet meer dan 6 m respectievelijk 10 m bedraagt;
  • d. er geen onevenredige hinder voor de omgeving ontstaat;
  • e. geen onevenredige nadelige invloed ontstaat op de normale afwikkeling van het verkeer en in de parkeerbehoefte wordt voorzien;
  • f. op geen van de gevels van de woningen, bij voltooiing, de geluidbelasting vanwege een weg de ter plaatse toegestane wettelijke voorkeurswaarde of verleende hogere grenswaarde krachtens de Wet geluidhinder wordt overschreden;
  • g. is komen vast te staan dat de bodemkwaliteit geen belemmering vormt voor het bouwen van woningen;
  • h. de gronden gelegen binnen de wijzigingsbevoegdheid integraal ontwikkeld worden.

Artikel 2.8 Maatschappelijke doeleinden

1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor maatschappelijke doeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen in de categorieën 1 en 2 zoals vermeld in de bij deze voorschriften behorende Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen, met dien verstande dat binnen het bebouwingsvlak met de aanduiding “geen geluidgevoelige bebouwing , met uitzondering van onderwijsgebouwen“ geen geluidsgevoelige bebouwing als bedoeld in de Wet geluidhinder is toegestaan, met uitzondering van onderwijsgebouwen;
  • b. uitsluitend voorzieningen ten behoeve van scouting, ter plaatse van de aanduiding;
  • c. tuin en/of erf;
  • d. speelplaatsen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. een dienstwoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding;
  • g. binnen het bebouwingsvlak met de aanduiding “geen geluidgevoelige bebouwing , met uitzondering van onderwijsgebouwen“ is geen geluidsgevoelige bebouwing als bedoeld in de Wet geluidhinder toegestaan, met uitzondering van onderwijsgebouwen

met de daarbij behorende bouwwerken en parkeervoorzieningen.

2 Bebouwing

Voor de regels omtrent het bouwen zie het bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijsnummers verwijzen naar de in lid 3 genoemde specifieke vrijstellingen.

Bebouwing   Maximale
grondoppervlakte  
Maximale
goothoogte  
Maximale hoogte   Bijzondere
bepalingen  
Gebouwen   100% van het
bebouwingsvlak,
tenzij op de
plankaart anders is
aangegeven  
zie plankaart   zie plankaart    
Bijgebouwen en
overkappingen bij de
dienstwoning  
50 m², mits niet
meer dan 60% van
de kavel (met
inbegrip van alle op
de kavel aanwezige
bebouwing)
bebouwd wordt; 20
m² is in ieder geval
toegestaan  
bijgebouw: 3 m   bijgebouw: 5 m
overkapping: 3 m  
- situering minimaal
3 m achter de lijn,
waarin de voorgevel
van de dienstwoning
is gebouwd (3)
- bij vastbouwen aan
de dienstwoning van
bijgebouw maximaal
aan één zijde en aan
de achtergevel van
de woning
- bij een aan de
(dienst)woning
aangebouwd
bijgebouw of
overkapping
waarvan het dakvlak
in het verlengde van
het dakvlak van de
woning ligt mag op
de hoogte van het
dakvlak van de
woning worden
aangesloten  
Andere bouwwerken       tuinmeubilair: 3 m
antenne-installaties:
15 m
speel- en
klimtoestellen: 4 m
overkappingen: 3 m
overig: 2 m  
 

3 Vrijstellingsbevoegdheden

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het in lid 2 bepaalde dat bijgebouwen, aan- of uitbouwen en overkappingen minimaal 3 meter achter de lijn waarin de voorgevel is gebouwd moeten worden gesitueerd, eventueel met overschrijding van de bebouwingsgrens, indien dit past in het in het plan beoogde stedenbouwkundig beeld.

4 Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het in lid 5 onder a bepaalde teneinde functies toe te staan die niet zijn genoemd in de Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen, dan wel voorkomen in categorie 3 van bedoelde Lijst, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met functies die ter plaatse bij recht zijn toegestaan, voor zover geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan.

5 Gebruik van niet bebouwde grond

De niet bebouwde grond mag uitsluitend als tuin, erf en/of parkeervoorziening worden gebruikt.