direct naar inhoud van 5.3 Natuurwaarden
Plan: Anklaarseweg naast 352
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1102-vas1

5.3 Natuurwaarden

5.3.1 Algemeen

Bescherming van natuurwaarden vindt plaats via de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet, de Boswet en de provinciale richtlijn voor Bos- en natuurcompensatie.

Soortbescherming

Op grond van de Flora- en faunawet (verder: Ffw) is iedere handeling verboden die schade kan toebrengen aan de op grond van de wet beschermde planten en dieren en/of hun leefgebied. Op grond van artikel 75 Ffw kan ontheffing van het verbod worden verleend en op grond van de ex artikel 75 Ffw vastgestelde AMvB gelden enkele ontheffingen van het verbod. Het systeem werkt als volgt:

  • algemene soorten
    Voor de (met name genoemde) algemene soorten geldt (onder andere) voor activiteiten die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkelingen een ontheffing van het verbod.
  • overige soorten
    Voor de overige (met name genoemde) soorten geldt (onder andere) voor activiteiten die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkelingen een ontheffing van het verbod, mits die activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Wanneer er geen (goedgekeurde) gedragscode is, is voor die soorten een ontheffing nodig; de ontheffingsaanvraag wordt voor deze soorten getoetst aan het criterium 'doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort'.
  • soorten bijlage IV Habitatrichtlijn/bijlage 1 AMvB
    Voor de soorten die zijn genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en bijlage 1 van

de AMvB ex artikel 75 Ffw is voor activiteiten in het kader van ruimtelijke

ontwikkeling een ontheffing nodig. De ontheffingsaanvraag wordt getoetst aan drie

criteria:

1. er is sprake van een in of bij de wet genoemd belang

2. er is geen alternatief; en

3. doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort.

Vogels vormen een aparte groep: activiteiten die verstorend zijn gedurende de broedperiode van voorkomende broedvogels zijn niet toegestaan; een ontheffingsmogelijkheid ontbreekt dan ook.

Daarnaast is voor aantasting van vaste verblijfplaatsen van vogels (nesten die jaarlijks terugkerend worden bezocht) ook buiten de broedperiode geen ontheffing mogelijk. Binnen het plan zal dan voorzien moeten worden in toereikende mitigatiemaatregelen.

Gebiedsbescherming

Naast de hiervoor beschreven soortbescherming kan ook een gebiedsbescherming gelden op grond van de Natuurbeschermingswet en de Vogel- en/of Habitatrichtlijn. Aangezien het plangebied niet ligt in een gebied waarvoor zo'n gebiedsbescherming geldt en ook niet in de invloedssfeer van zo'n gebied, wordt daarop niet verder ingegaan.

Bos- en natuurcompensatie

Flora wordt ook beschermd door de Boswet en de provinciale richtlijn Bos- en natuurcompensatie uit 1998, die is gericht op de instandhouding van het bos- en natuurareaal in de provincie Gelderland. Voor gronden met de hoofd- of medebestemming 'Bos' en 'Natuur' die in het kader van ruimtelijke planvorming wordt aangetast, gelden bepaalde compensatieregels. Aangezien het plangebied niet bestemd is als 'Bos' of 'Natuur' waarvoor bos- en natuurcompensatie dient plaats te vinden, wordt daarop niet verder ingegaan

5.3.2 Onderzoeksresultaten

In de rapportage d.d. 16 mei 2011, opgesteld door Hamabest BV en opgenomen in bijlage 3 van de Bijlagen bij de toelichting, zijn de resultaten van de natuurtoets weergegeven. Hieruit blijkt dat het plangebied niet is gelegen in of nabij een Natura2000-gebied. De voorgenomen activiteiten zullen geen significant negatief effect hebben op de wezenlijke kenmerken een waarden van de nabij gelegen EHS. Tevens zijn er geen (strikt) beschermde plant- en diersoorten aangetroffen binnen het plangebied en deze worden ook niet verwacht.

Zoals ook in de natuurtoets wordt bepleit, is het aanbrengen in de gebouwen van voorzieningen voor gebouwbewonende soorten (mussen, gierzwaluwen, vleermuizen) zeer gewenst; in het algemeen staat de biodiversiteit in de bebouwde omgeving en dus bv ook de stand van mussen onder druk doordat er steeds minder nestmogelijkheden zijn. Deze kunnen met zeer eenvoudige voorzieningen worden aangebracht; zie daarvoor de bijlage van de toets.