Plan: | Laan van Spitsbergen 2 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1083-vas1 |
behorende bij het bestemmingsplan Laan van Spitsbergen 2
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan Laan van Spitsbergen 2 met identificatienummer NL.IMRO.0200.bp1083-vas1 van de gemeente Apeldoorn.
De geometrisch bepaalde planobjecten de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een vlak, door aanduidingsgrenzen van andere vlakken gescheiden.
Een werk, geen bouwwerk zijnde.
Een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
Een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
De maaiveldhoogte die is vastgelegd in het Actueel Hoogtebestand Nederland 2.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Een woning die een functionele binding heeft met het bedrijf, de instelling of de inrichting, ten behoeve van beheer van en/of toezicht op het bedrijf, de instelling of de inrichting.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Het totaal aantal zitplaatsen binnen een bestemmingsvlak dat aanwezig is en dat kennelijk op enig moment in gebruik is.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw, begrensd door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Periodieke en/of incidentele manifestaties. Onder evenementen worden in ieder geval niet begrepen activiteiten die zijn gericht op verkoop uit grote partijen met een beperkt assortiment door één of enkele aanbieders.
Een bouwwerk bedoeld ter verfraaiing, als blikvanger of oriëntatiepunt, niet noodzakelijkerwijs functioneel van aard.
Elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een gebouw dat op een kavel door zijn ligging, constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
Een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning vereist is als bedoeld in de Woningwet; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor verblijfsrecreatie.
De bij een bestaand of te realiseren hoofdgebouw behorende gronden, samenvallend met de eigendomsgrens of met de grens van het gehuurde.
De autosport, de motorsport, de (model-)vliegsport, karting en soortgelijk geluidproducerende sporten.
Een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en electriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen ondergrondse leidingen, transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand.
Het gemiddelde afgewerkte bouwterrein dat aansluit aan de naar de weg dan wel openbare ruimte gekeerde gevel.
Gebruik als hoofdverblijf als bedoeld in de Wet GBA, waaronder wordt verstaan:
Het tegen betaling hebben van seksuele omgang met anderen.
Een gebouw, geen woonkeet en geen stacaravan of een ander bouwwerk op wielen zijnde, dat uitsluitend één woning bevat, niet voor permanente bewoning bestemd is en gedurende het hele jaar gebruikt wordt voor recreatieve doeleinden.
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, bestemd voor het bedrijfsmatig doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische aard en/of pornografische aard dan wel een gelegenheid waar seksuele handelingen worden verricht; onder seksinrichting wordt mede begrepen:
Een bouwwerk of een gedeelte van een bouwwerk dat uitsluitend is bedoeld voor het door publiek kunnen aanschouwen van sport(wedstrijden) en (sport)evenementen.
Sporten, niet zijnde lawaaisporten, die op een veld en in de open lucht worden bedreven, zoals voetbal, hockey en rugby.
Recreatief verblijf, waarbij overnacht wordt in kampeermiddelen en/of recreatiewoningen.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van de opwekking van energie door benutting van windkracht.
Een gebouw of een zelfstandig gedeelte van een gebouw dat bedoeld is voor de huisvesting van personen.
Een bouwwerk ten behoeve van de opvang van zonne-energie.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Tussen de (denkbeeldige) buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van scheidsmuren, met dien verstande dat vloeroppervlakte waarboven minder dan 1,50 meter bouwhoogte aanwezig is hierbij buiten beschouwing wordt gelaten.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
De oppervlakte van de bodem die daadwerkelijk is afgegraven dan wel wordt afgegraven bij de uitvoering van een verleende omgevingsvergunning.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken.
Naast de algemene bouwregels van artikel 6 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema.
Bebouwing | Maximum oppervlakte | Maximum goothoogte | Maximum bouwhoogte | Bijzondere regels |
Gebouwen | 30 m² | 4 m | - uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' |
|
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van overkappingen | 2,50 m | - van de bouwhoogtebepaling zijn bruggen uitgezonderd | ||
antenne-installatie s, ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' | 40 m |
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op de bescherming van het bos nadere eisen stellen aan de omvang en situering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 12 opgenomen procedureregels van toepassing.
Het is verboden om zonder of in afwijking van een door het bevoegd gezag verleende vergunning:
Het onder 3.4.1 opgenomen verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
Werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in dit lid zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen het bos- en/of natuurgebied niet onevenredig wordt of kan worden aangetast.
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen. Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Naast de algemene bouwregels van artikel 6 gelden de specifieke regels van het navolgende bebouwingsschema.
Bebouwing | Maximum oppervlakte | Maximum goothoogte | Maximum bouwhoogte | Bijzondere regels |
Gebouwen, niet zijnde tribunes en inclusief overkappingen. | de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' aangegeven waarde | -4 m; -de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte' (m) aangegeven waarde |
8 m | - Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen een bouwvlak, met dien verstande dat bestaande gebouwen buiten een bouwvlak, maar binnen het betreffende bestemmingsvlak, vervangen mogen worden, met het bestaande oppervlak, de bestaande goothoogte en de bestaande bouwhoogte als maxima. |
Tribunes | 1800 m² | 10 m | - Tribunes zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak. - Het bepaalde in lid 4.3 is van overeenkomstige toepassing. |
|
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde en niet zijnde tribunes |
antenne-installati
es en lichtmasten:15 m erf- en terreinafscheidingen, met uitzondering van ballenvangers: 3 m overig: 6 m |
De bezoekerscapaciteit mag niet meer bedragen dan 1940.
Binnen het bouwvlak geldt dat de toepassing van elektrisch en/of mechanisch (versterkt) geluid alleen is toegestaan bij gebruik in overeenstemming met de bestemming.
De oppervlakte aan maatschappelijke voorzieningen, als bedoeld in lid 4.1 onder e. mag niet meer bedragen dan het bestaande oppervlakte.
Overtreding van het in het eerste sublid bepaalde is een strafbaar feit.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 4.1 onder e. en het in sublid 4.3.3 bepaalde teneinde:
mits:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 4.1 bepaalde teneinde het gebruik van bestaande gebouwen voor binnensporten, zoals tafeltennis, biljart, dammen, bridge en vergelijkbare activiteiten, toe te staan, mits:
Het bevoegde gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 4.3 teneinde meer bezoekers toe te staan mits:
a. op adequate wijze in het parkeren wordt voorzien;
b. geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan;
c. zich geen dringende redenen daartegen verzetten.
Het is ter plaatse van de aanduiding 'bos' verboden om zonder of in afwijking van een door het bevoegd gezag verleende vergunning:
Het onder 4.5.1 opgenomen verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
Werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in dit lid zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen het bos niet onevenredig wordt of kan worden aangetast.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een gebouw, waarvoor een goothoogte is aangegeven, dient vanaf die goothoogte te worden afgedekt met hellende dakvlakken, waarvan de helling niet meer mag bedragen dan 60 graden, met dien verstande dat:
Voorzover een (deel van een) gebouw op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan niet voldoet aan de onder 6.2.1 voorgeschreven afdekking geldt de dan aanwezige afdekking, uitsluitend ter plaatse van de afwijking, als vervangende regel.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de nokrichting van gebouwen, voor zover dit noodzakelijk is in verband met het stedenbouwkundig beeld zoals dat in het plan is beoogd.
Op het stellen van nadere eisen zijn de in artikel 12 opgenomen procedureregels van toepassing.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het onder 6.2.1 bepaalde, voor zover dit geen onevenredige afbreuk doet aan het stedenbouwkundig beeld zoals dat door het aangeven van een goothoogte en/of bouwhoogte is beoogd.
Als gebruik in strijd met de bestemming geldt in ieder geval:
Overtreding van het in het eerste lid bepaalde is een strafbaar feit.
Als gebruik in strijd met de bestemming geldt het gebruik van gronden of bouwwerken waarbij niet in voldoende mate ruimte aanwezig is ten behoeve van het parkeren van auto's ter plaatse van de eigen kavel en/of het openbaar gebied. Als parkeernorm wordt toegepast 0.21 parkeerplaats per bezoeker.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, het uitbreiden en het wijzigen van het gebruik van gebouwen en gronden wordt slechts verleend indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat in voldoende mate ruimte aanwezig is ten behoeve van het parkeren van auto's ter plaatse van de eigen kavel en/of het openbaar gebied. Als parkeernorm wordt toegepast 0.21 parkeerplaats per bezoeker.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beken en sprengen' zijn de gronden, naast de aldaar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het beheer, herstel en onderhoud van landschappelijk, ecologisch en cultuurhistorisch waardevolle beken en sprengen.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beken en sprengen' mogen, in afwijking van de andere aldaar voorkomende bestemming(en), uitsluitend bouwwerken ten dienste van het beheer van de beken en sprengen worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in lid 8.2 bepaalde ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming, indien en voor zover:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een door het bevoegd gezag verleende vergunning:
Het onder 8.4.1 opgenomen verbod geldt niet voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:
Werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld in dit lid zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, de beek of spreng niet onevenredig wordt of kan worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de beek of spreng niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - hoge archeologische verwachtingswaarde' zijn de gronden, naast de aldaar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van archeologische waarden die voorkomen in het gebied waarvan de verwachting middelhoog tot hoog is dat er bij bodemingrepen archeologische sporen en/of vondsten worden aangetroffen.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - hoge archeologische verwachtingswaarde' gelden voor het oprichten van bebouwing de volgende regels:
Onverminderd het in de Erfgoedwet en de Monumentenwet bepaalde is het verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - hoge archeologische verwachtingswaarde' zonder of in afwijking van een door het bevoegd gezag verleende omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren voor zover daarvoor een bodemingreep wordt gedaan dieper dan 0,35 m onder het AHN2-maaiveld met een oppervlakte van meer dan 500 m²:
Het onder 9.3.1 opgenomen verbod geldt niet :
Indien uit het in lid 9.3.3 onder a genoemde rapport dan wel de in dat lid onder b bedoelde andere beschikbare informatie blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door de werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden als bedoeld onder 9.3.1 zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de aanduiding 'overige zone - hoge archeologische verwachtingswaarde geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden van de gronden niet behoudenswaardig zijn of niet langer aanwezig zijn.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan:
Afwijken als bedoeld in sublid 10.1.1 is alleen mogelijk:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het in artikel 7 lid 7.3 bepaalde indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit of voor zover op andere wijze in de benodigde parkeerruimte wordt voorzien.
Afwijken als bedoeld in sublid 10.2.1 is alleen mogelijk indien naar het oordeel van het bevoegd gezag geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan.
Afwijken als bedoeld in lid 10.1 en lid 10.2 is niet mogelijk indien enig aangrenzend terrein of gebouw in een toestand wordt gebracht, die strijdig is met de regels van het plan en/of de verwezenlijking van de bestemming volgens het plan of de handhaving van de verwerkelijkte bestemming overeenkomstig het plan onmogelijk maakt en dit niet door het stellen van voorschriften aan de omgevingsvergunning kan worden voorkomen.
Het in lid 10.1 onder e bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken als bedoeld in artikel 14 van deze regels (Overgangsrecht bouwwerken).
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen:
Een beslissing omtrent het stellen van nadere eisen wordt niet genomen dan nadat belanghebbenden schriftelijk in kennis zijn gesteld van het voornemen tot het stellen van nadere eisen en in de gelegenheid zijn gesteld zienswijzen tegen die voorgenomen nadere eisen bij burgemeester en wethouders in te dienen.
Bij een verwijzing naar andere wettelijke regelingen is bedoeld de desbetreffende wet zoals die luidt op het tijdstip van terinzageleggen van het ontwerp van dit plan.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk met maximaal 10%.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Laan van Spitsbergen 2.
Vastgesteld bij besluit van de raad van de gemeente Apeldoorn
d.d. 8 februari 2018 nr. 10-2018
Mij bekend,
De griffier,
Namens hem:
Pieter Guis
Teammanager Omgevingsrecht en Advies