direct naar inhoud van 5.3 Natuurwaarden
Plan: Bestemmingsplan Hoofdweg 84 Loenen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1075-onh1

5.3 Natuurwaarden

5.3.1 Algemeen

Bescherming van natuurwaarden vindt plaats via de Flora- en faunawet, de Habitat- en Vogelrichtlijn, de Natuurbeschermingswet, de Boswet en de provinciale richtlijn voor Bos- en natuurcompensatie.

Soortbescherming

Op grond van de Flora- en faunawet is iedere handeling verboden die schade kan toebrengen aan de op grond van de wet beschermde planten en dieren en/of hun leefgebied. Op grond van artikel 75 van de wet kan ontheffing van het verbod worden verleend en op grond van de ex artikel 75 vastgestelde AmvB gelden enkele ontheffingen van het verbod. Het systeem werkt als volgt:

  • algemene soorten
    Voor de (met name genoemde) algemene soorten geldt (onder andere) voor activiteiten die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkelingen een ontheffing van het verbod.
  • overige soorten
    Voor de overige (met name genoemde) soorten geldt (onder andere) voor activiteiten die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkelingen een ontheffing van het verbod, mits die activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Wanneer er geen (goedgekeurde) gedragscode is, is voor die soorten een ontheffing nodig; de ontheffingsaanvraag wordt voor deze soorten getoetst aan het criterium 'doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort'.
  • soorten bijlage IV Habitatrichtlijn/bijlage 1 AmvB
    Voor de soorten die zijn genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en bijlage 1 van de AmvB artikel 75 is voor activiteiten in het kader van ruimtelijke ontwikkeling een ontheffing nodig. De ontheffingsaanvraag wordt getoetst aan drie criteria:
    • 1. er is sprake van een in of bij de wet genoemd belang (daaronder valt de uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling); en
    • 2. er is geen alternatief; en
    • 3. doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort.

Voor vogelsoorten bestaat geen ontheffingsmogelijkheid.

Gebiedsbescherming

Naast de hiervoor beschreven soortbescherming kan ook een gebiedsbescherming gelden op grond van de Natuurbeschermingswet en de Vogel- en/of Habitatrichtlijn. Aangezien het plangebied niet ligt in een gebied waarvoor zo'n gebiedsbescherming geldt en ook niet in de invloedssfeer van zo'n gebied, wordt daarop niet verder ingegaan. Wel is de gebiedsbescherming in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur relevant (zie paragraaf 2.1)

Bos- en natuurcompensatie

Flora wordt ook beschermd door de Boswet en de provinciale richtlijn Bos- en natuurcompensatie uit 1998, die is gericht op de instandhouding van het bos- en natuurareaal in de provincie Gelderland. Voor gronden met de hoofd- of medebestemming 'Bos' en 'Natuur' die in het kader van ruimtelijke planvorming wordt aangetast, gelden bepaalde compensatieregels. Deze compensatie is afhankelijk van de vervangbaarheid van de aan te tasten natuur of de leeftijd van het te kappen bos. Bij bos jonger dan 25 jaar geldt een compensatie van 120%; voor bos van 25 tot 100 jaar 130% en voor bos ouder dan 100 jaar, 140%. Voor gronden binnen de bebouwde kom die volgens de criteria van de Boswet herplantplichtig zijn (bosjes van minimaal 10 are of 20 bomen in rijbeplanting) geldt eveneens de compensatieverplichting vanuit de richtlijn.

5.3.2 Onderzoeksresultaten

Het plan voorziet grotendeels in het wijzigen van de functies van bestaande gebouwen. Die gebouwen zijn ongeschikt om te dienen als verblijfplaats voor beschermde soorten. Datzelfde geldt voor de aanbouw bij de deel, die in gewijzigde vorm wordt teruggebouwd. De uitvoering tot het plan leidt niet tot de kap van bomen of het verdwijenen van natuurgebied.

Vooral omdat het om hergebruik van een bestaand erf gaat, leidt dit plan niet tot een aantasting van de kernkwaliteiten van de EHS. Bij die kwaliteiten gaat het vooral om de aanwezige landschapselementen en -structuur. Dit plan brengt daar geen wijzigingen in aan. Als gekeken wordt naar de bouwmogelijkheden houdt het zelfs een verbetering in. Het geldende bestemmingsplan maakt het mogelijk ter plekke 2500 m² aan agrarische bedrijfsbebouwing op te richten binnen een 'verbaal' bouwvlak van 130 bij 130 meter. Dit plan brengt de bouwmogelijkheden terug tot de aanwezige bebouwing. Ook zou het weer vestigen van een agrarisch bedrijf in het plangebied diverse geluidsbronnen met zich mee brengen. Met dit plan wordt de functie 'teruggebracht' tot functies die praktisch geen geluid maken: woonfuncties. Ook de aanwijzing als stiltebeleidsgebied staat het plan dus niet in de weg.