direct naar inhoud van 5.2 Waterhuishouding
Plan: Bestemmingsplan Hoofdweg 84 Loenen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1075-onh1

5.2 Waterhuishouding

5.2.1 Algemeen

De hoofdweg 84 ligt buiten bestaand stedelijk gebied. Het plangebied is circa 6,3 hectare groot. Het plangebied bevindt zich niet binnen de zoekgebieden voor waterberging die de provincie Gelderland in het streekplan heeft aangegeven.

5.2.2 Grondwater

Het gebied ligt ten westen van het Apeldoorn Kanaal en daarmee in de in het streekplan vastgelegde grondwaterfluctuatiezone. Uit gegevens van peilbuizen in de omgeving blijkt dat het grondwaterpeil in het plangebied tussen 1 a 1,5 meter onder maaiveld ligt. Er is in en om het plangebied geen grondwateroverlast bekend. Grondwater zal in dit plangebied geen overlast veroorzaken en niet structureel afgevoerd worden. Hierdoor zal het plan grondwaterneutraal worden ontwikkeld.

5.2.3 Oppervlaktewater en waterafhankelijke natuur

In het noordelijk deel van het plangebied is een kleine poel aanwezig. Rondom deze poel is niet in wijzigen voorzien. Ten noorden van het plangebied loopt een beek, wat een HEN-water is. Nabij die beek, voorziet dit plan niet in nieuwe ontwikkelingen. Direct ten westen van het plangebied zijn de waterpartijen bij kasteel Ter Horst. Deze watergang is de Strooboekbeek en is een a-watergang waarop de keur van het waterschap rust. Binnen die keurzone voorziet dit plan niet in nieuwe ontwikkelingen. Door dit plan ontstaat geen extra oppervlaktewater. Er zal niet geloosd worden op het oppervlaktewater. Het plan heeft geen nadelige gevolgen voor het oppervlaktewatersysteem in de omgeving.

In en om het plangebied komt geen waterafhankelijke natuur voor. Het plan heeft derhalve geen nadelige gevolgen voor de waterafhankelijke natuur.

5.2.4 Afvoer van hemelwater

Het rioolstelsel in de omgeving van het plangebied is alleen bedoeld voor vuilwater. Hemelwater wordt geinfiltreerd in de bodem.

Het gemeentelijk beleid is er op gericht om bij nieuwe ontwikkelingen de afvoer van hemelwater niet op de riolering aan te sluiten. In de Bouwverordening is bepaald dat het hemelwater dat afkomstig is van daken en verhardingen in principe in de bodem moet worden geïnfiltreerd door middel van een infiltratievoorziening van voldoende capaciteit op eigen terrein.

5.2.5 Afvoer van afvalwater

De nieuwe gebouwen dienen te worden voorzien van gescheiden afvoeren voor vuil- en hemelwater, zoals op grond van het Bouwbesluit verplicht is. De vuilwaterafvoer van de bebouwing wordt aangesloten op het gemeentelijke rioolstelsel. Het bestaande rioolstelsel in en om het plangebied heeft voldoende capaciteit voor deze extra vuilwaterafvoer van de nieuwe functie.

5.2.6 Watertoets

Het plan omvat minder dan 10 woningen. Het plangebied ligt deels in de beschermingszones van een a-watergang en een HEN-water. Maar binnen die zones is niet in nieuwe ontwikkelingen voorzien. Verder ligt het plangebied niet in een zoekgebied voor waterberging. Het plan betreft geen landgoed, weg, spoorlijn, damwand, scherm, ontgronding et cetera. Bovendien zal er niet meer dan de landelijke afvoernorm geloosd gaan worden op het oppervlaktewater. Daarom is dit plan in het kader van de watertoets een postzegelplan als omschreven door Waterschap Veluwe. Voor het plan geldt dan ook het standaard wateradvies. Afwijkingen van dit standaard wateradvies zijn gemotiveerd aangegeven. Bij negatieve gevolgen voor het watersysteem is aangegeven hoe deze gemitigeerd dan wel gecompenseerd worden.

Om deze redenen is het plegen van overleg met het waterschap als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening achterwege gelaten, dit in overeenstemming met de richtlijn 'Watertoetsprocedureregels voor postzegelplannen' van het Waterschap Veluwe.