Plan: | Bestemmingsplan Terwoldseweg 7 en omgeving |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1056-onh1 |
Nabij het plangebied, op de locatie van Spatie, aan de zuidzijde van de Terwoldseweg, bevinden zich tien (potentiƫle) gemeentelijke monumenten, gesitueerd in een parkachtige aanleg.
De monumenten zijn een boerderij, loods, werkplaats, voormalige landhuis, tuinhuisje, voormalige bakkerij, kapel, trafohuisje, gebouw Sprengen en gebouw De Voorde.
De landschappelijke parkaanleg, ooit ontworpen voor het voormalige landgoed, is onderdeel van de bescherming. Op het centrale deel van het terrein bevond zich vanaf 1928 tot 1968 een kerkhofje. De romantische tuinaanleg en enkele zwerfkeien met inscriptie herinneren aan dit voormalige kerkhofje.
Voor het bestemmingsplan Zuidbroek is een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd. Het plangebied van onderhavig plan ligt in Zuidbroek.
De dekzandruggen (of opgestoven zandkoppen) in Zuidbroek zijn uit de periode van na de voorlaatste ijstijd. De belangrijkste archeologische zones zijn op deze zandkoppen te verwachten. De dekzandruggen leenden zich bij uitstek voor een (tijdelijke) bewoning in de prehistorie. Naast de jagers en verzamelaars maakten mogelijk tevens de eerste landbouwers gebruik van deze hoger gelegen ruggen.
In de afgelopen jaren zijn op verschillende dekzandruggen in de naaste omgeving (onder ander Osseveld-Oost) vondsten gedaan uit het Meso- en Neolithicum. Deze vondsten bestaan uit vuurstenen werktuigen en afval van vuursteen bewerking. Vondsten uit deze periode zijn zeker ook in Zuidbroek te verwachten.
Het archeologisch onderzoek in Zuidbroek is begonnen met een bezoek aan de grondgebruikers en een veldkatering (het belopen van akkers en weilanden met als doel vondsten te doen). Bij deze veldkatering zijn enige artefacten (werktuigen) van vuursteen aangetroffen. Daarnaast werden ook verschillende fragmenten van vuursteenbewerking gevonden.
Inmiddels is bijna het gehele plangebied van Zuidbroek archeologisch onderzoek door het uitvoeren van een inventarisernd veldonderzoek. Dit onderzoek heeft aangetoond dat in het plangebied geen oude bewoningshorizont te verwachten is. Deze is door geregeld ploegen en mogelijk diepploegen op de onderzochte locaties verdwenen. Derhalve is de kans op het aantreffen van verdere archeologische sporen uiterst klein.
Desalniettemin is een archeologische begeleiding van de bouwwerkzaamheden gewenst. Deze begeleiding zal bestaan uit een geregeld bezoek van een archeoloog aan de bouwlocatie.