direct naar inhoud van 4.2 Waterhuishouding
Plan: Bestemmingsplan Kieveen 21 Loenen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0200.bp1012-vas1

4.2 Waterhuishouding

4.2.1 Algemeen

Het plangebied is circa 0,3 hectare groot. De locatie bevindt zich niet binnen enige Keurzone en niet binnen de zoekgebieden voor waterberging die de provincie Gelderland in het streekplan heeft aangegeven

4.2.2 Grondwater

Het perceel ligt niet in de in het streekplan vastgelegde grondwaterfluctuatiezone. Dit betekent dat bij bouwprojecten niet direct rekening dient te worden gehouden met hogere grondwaterstanden in de toekomst door klimaatverandering. In de nabijheid van de locatie ligt geen representatieve peilbuis uit het gemeentelijk grondwatermeetnet. Derhalve is geen informatie over de hoogte van de huidige grondwaterstand.

Er is op en om de locatie geen grondwateroverlast bekend. De ontwikkelingen mogen rondom de locatie geen grondwateroverlast veroorzaken. De locatie dient zodanig ontwikkeld te worden dat er niet structureel grondwater afgevoerd wordt. Hierdoor zal het plan grondwaterneutraal worden ontwikkeld. De ontwikkelaar of perceelseigenaar is zelf verantwoordelijk voor een voldoende ontwatering voor de beoogde functie van het terrein. Dit geldt ook voor maatregelen wanneer er onverhoopt toch een grondwaterstijging optreedt.

4.2.3 Oppervlaktewater en waterafhankelijke natuur

In de directe nabijheid van het perceel ligt de Loenense beek. De Loenense beek betreft een HEN-water. Op dit water is de Keur van het Waterschap Veluwe van toepassing. Binnen de Keurzone mogen geen activiteiten en/of werkzaamheden worden verricht zonder een watervergunning.

De ontwikkelingen liggen buiten de keurzone van de Loenense beek en zijn van dien aard dat er geen sprake is van nadelige ecologische effecten. Door dit plan ontstaat geen extra oppervlaktewater. Er zal niet geloosd worden op het oppervlaktewater. In het kader van de regeling functieverandering worden de natuurwaarden van de beek versterkt.

Dit plan heeft derhalve geen nadelige gevolgen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater en geen nadelige gevolgen voor dit watersysteem.

4.2.4 Afvoer van hemelwater

In het plangebied en de omgeving daarvan ligt een gemengd rioolstelsel waarmee vuil- en hemelwater gezamenlijk worden afgevoerd. De capaciteit van dit riool is voldoende om bij de maatgevende regenbui die eens per 2 jaar optreedt geen water op straat te veroorzaken.

Het gemeentelijk beleid is er op gericht om bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen de afvoer van hemelwater niet op de riolering aan te sluiten. In de Bouwverordening is bepaald dat het hemelwater dat afkomstig is van daken en verhardingen in principe in de bodem moet worden geïnfiltreerd door middel van een infiltratievoorziening van voldoende capaciteit op eigen terrein.

Bij het bepalen van de manier waarop het hemelwater wordt afgevoerd, hanteert de gemeente de Beslisboom voor Hemelwater. Deze beslisboom geeft de volgende voorkeursvolgorde voor het afvoeren van hemelwater:

  • 1. gebruik van hemelwater (in grijswatercircuit of door vegetatiedak);
  • 2. infiltratie in de bodem;
  • 3. afvoer naar oppervlaktewater;
  • 4. afvoer via rioolstelsel.

De materialen die in aanraking komen met het hemelwater mogen niet uitlogen en dienen volgens Duurzaam Bouwen geselecteerd te zijn. Bij de infiltratie van hemelwater mag de bodem niet verontreinigd raken door met het hemelwater afgevoerde vervuilende stoffen.

Het regenwater van daken en terreinverhardingen mag niet afgevoerd worden naar de (druk)riolering. Volgens de gemeentelijk bouwverordening is het in het buitengebied niet toegestaan het hemelwater van daken en verhardingen af te voeren naar de vuilwaterriolering en dient dit verwerkt te worden op het eigen perceel. Dit kan plaatsvinden door infiltratie in de bodem via een infiltratievoorziening (greppel, zaksloot of ondergrondse voorziening) van voldoende capaciteit op eigen terrein.

De materialen die in aanraking komen met het hemelwater mogen niet uitlogen en dienen volgens Duurzaam Bouwen geselecteerd te zijn. Bij de infiltratie van hemelwater mag de bodem niet verontreinigd raken door met het hemelwater afgevoerde vervuilende stoffen.

4.2.5 Afvoer van afvalwater

De nieuwe woning dient te worden aangesloten op de bestaande aansluiting voor de drukriolering. De bestaande riolering heeft voldoende capaciteit heeft voor de extra vuilwaterafvoer van deze woning.

4.2.6 Watertoets

Het plan omvat minder dan 10 woningen. Het plangebied ligt in de Keurzone (Loenensebeek) maar niet in een zoekgebied voor waterberging. Het plan betreft wel een HEN-water (inclusief beschermingszone), maar geen landgoed, weg, spoorlijn, damwand, scherm, ontgronding et cetera. Bovendien zal er niet meer dan de landelijke afvoernorm geloosd gaan worden op het oppervlaktewater. Daarom is dit plan in het kader van de watertoets geen postzegelplan als omschreven door Waterschap Veluwe. Het Waterschap heeft daarom een gemotiveerde zienswijze ingediend.

Voor de inhoud van de zienswijze van het Waterschap Veluwe wordt verwezen naar de zienswijzennota.