direct naar inhoud van Ruimtelijke onderbouwing
Plan: Essinkweg 10 Aalten
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0197.OV00014-VG01

Ruimtelijke onderbouwing

Hoofdstuk 1 Algemeen

Voor de locatie Essinkweg 10 te Aalten, is een omgevingsvergunning aangevraagd voor het realiseren van een berging/opslag.

Het gaat in dit geval om de bouw van een bouwwerk, dat is geprojecteerd binnen het agrarisch bouwvlak van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied 2015', vastgesteld bij raadsbesluit van 21 maart 2017 (herstelbesluit als bedoeld in artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht). Het bouwvlak is aangeduid als 'intensieve veehouderij'.


Bij uitspraak van 14 september 2016 heeft de Voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de plandelen met de aanduiding 'intensieve veehouderij' en de plandelen met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - ontwikkelingslocatie intensieve veehouderij' bij wijze van voorlopige voorziening geschorst.

Een uitzondering is gemaakt voor het plandeel met de bestemming 'Agrarisch' en de aanduidingen 'intensieve veehouderij' en 'specifieke vorm van agrarisch - ontwikkelingslocatie intensieve veehouderij' ter plaatse van het perceel Gendringseweg 9 te Aalten. Met het herstelbesluit wordt de voorlopige voorziening niet opgeheven.

Op deze procedure is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Dat betekent dat het ontwerp-besluit van de omgevingsvergunning ter inzage wordt gelegd en dat gedurende een termijn van zes weken zienswijzen kunnen worden ingediend. Als voorwaarde geldt dat het project niet in strijd mag zijn met een goede ruimtelijke ordening.

 
Het gemeentebestuur heeft besloten medewerking te verlenen, onder voorwaarde dat er moet worden voldaan aan het bestemmingsplan. De gemeenteraad heeft deze randvoorwaarden op 19 september 2017 in een zgn. Verklaring van geen bedenkingen vastgelegd.

Deze aanvraag voldoet aan de gestelde voorwaarden. Het ontwerp van het besluit is als bijlage bijgevoegd.

Hoofdstuk 2 Ruimtelijke onderbouwing

2.1 Provinciaal en gemeentelijk beleid

Op 11 november 2015 hebben Provinciale Staten van Gelderland de Omgevingsvisie Gelderland vastgesteld. In de Omgevingsvisie staan de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland.

De omgevingsvisie faciliteert de land- en tuinbouw en biedt individuele ondernemers ontwikkelingsruimte om economisch concurrerend en duurzaam te produceren, bijvoorbeeld op het gebied van vergroting van agrarische bouwpercelen.

Het perceel is gelegen in het landelijk gebied ten zuiden van de kern Aalten, nabij de Duitse grens, met verspreid liggende agrarische bedrijven en enkele burgerwoningen. De cultuurgrond wordt gebruikt door de agrarische bedrijven als gras- en bouwland.

Deze ontwikkelingen moeten volgens de omgevingsvisie duurzaam vorm krijgen. Bedrijven die voldoen aan maatschappelijke eisen op het vlak van dier- en volksgezondheid, milieu, dierwelzijn en ruimtelijke kwaliteit kunnen rekenen op maatschappelijk draagvlak en verdienen ruimte. De mogelijkheden voor ontwikkelingen van individuele bedrijven worden vooral bepaald door de ligging van het bedrijf en de aanwezige kwaliteiten en opgaven in dat gebied.

Een dergelijke uitbreiding is verder alleen toegestaan, indien de uitbreiding ruimtelijk aanvaardbaar is en voorziet in een goede landschappelijke inpassing. Uit het vervolg van deze onderbouwing blijkt dat het gebouw ten behoeve van berging/opslag ruimtelijk op een aanvaardbare wijze inpasbaar is.

Een landschappelijke inpassing is in dit geval niet noodzakelijk, omdat de bebouwing slechts op beperkte schaal wordt uitgebreid, te weten met ca. 216 m² ten behoeve van opslagdoeleinden; in het bestemmingsplan is bepaald dat bij een grotere omvang van bedrijfsbebouwing een landschappelijk inrichtingsplan is vereist; de norm is daarbij gesteld op 1.000 m². Het agrarisch bouwperceel is overigens omgeven door houtsingels en houtopstanden.

Conclusie: het bedrijf voldoet aan de eisen die de omgevingsvisie stelt aan de voorgenomen bedrijfswijziging van een veehouderij. Het project is gelet op voorgaande in overeenstemming met de omgevingsvisie.

In de Omgevingsverordening Gelderland (hierna: de omgevingsverordening) vindt de juridische verankering plaats van de omgevingsvisie. De omgevingsverordening bevat planologische regels van de provincie Gelderland waarmee bestemmingsplannen in overeenstemming moeten zijn. Omdat een projectafwijkingsbesluit in de omgevingsverordening gelijkgesteld wordt met een bestemmingsplan, zijn de regels ook op onderhavig project van toepassing.

Artikel 2.5.3.2 Uitbreiding niet-grondgebonden veehouderijtak uit de omgevingsverordening geeft voorschriften omtrent de uitbreidingsmogelijkheden van een niet grondgebonden veehouderij.

Het gaat in dit geval niet om een uitbreiding van een agrarisch bouwperceel, maar om realisatie van bedrijfsbebouwing binnen een agrarisch bouwvlak, dat is geschorst door de Voorzieningenrechter.

De toevoeging van dit bouwwerk op dit agrarisch bouwperceel kan worden aangemerkt als een bestaand recht, zoals bedoeld in de provinciale omgevingsverordening.


Het gaat in dit geval om een pluimveebedrijf. In de te bouwen berging worden geen dieren gehuisvest. Het bouwplan is beoordeeld als een milieuneutrale wijziging van het bedrijf. Verwezen wordt naar Bijlage 8 .

Voor dit bedrijf is een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet (thans Wet natuurbescherming) verleend. Deze vergunning is in de Bijlage 5 opgenomen.

De omvang van het totale agrarisch bouwperceel, zoals dat is neergelegd in het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2015, bedraagt ca.1,2 hectare. De omvang van de bedrijfsbebouwing voor de intensieve veehouderij blijft -ondanks de toevoeging van deze berging- minder dan 1 hectare.

Conclusie: het bedrijf voldoet hiermee aan de eis van de provinciale omgevingsverordening en het bestemmingsplan dat er maximaal 1 ha. mag worden gebruikt ten behoeve van de intensieve veehouderij.

2.2 De aanvraag

Naar het oordeel van het gemeentebestuur zijn alle ruimtelijke aspecten voldoende uitgewerkt.

De aanvraag met bijlagen is opgenomen in de bijlagen. Verwezen wordt naar de bijlagen:

Bijlage 1 Aanvraag omgevingsvergunning

Bijlage 2 Tekening

Bijlage 3 Toelichting op de tekening en aanvraag

Hoofdstuk 3 Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

3.1 Overleg

Op grond van artikel 6.18 van het Besluit omgevingsrecht is voor deze omgevingsvergunning (artikel 2.12. eerste lid a, onder 3) artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) van overeenkomstige toepassing.

Op grond van artikel 3.1.1 Bro dient bij de voorbereiding van een plan overleg te worden gevoerd met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. In het tweede lid van artikel 3.1.1 Bro is aangegeven dat in bepaalde gevallen van het vooroverleg kan worden afgezien.


De ontwikkeling op deze lokatie wordt in dit geval als een lokaal belang gezien. Indien een dergelijke ontwikkeling aan de orde is, heeft de provincie aangegeven geen vooroverleg te willen voeren.


Het waterschap Rijn en IJssel heeft belang bij een goede behandeling van het afval- en hemelwater. Dit is in dit plan gewaarborgd. Het hemelwater wordt in de bodem geïnfiltreerd. Vooroverleg in het kader van artikel 3.1.1. Bro is dan ook niet noodzakelijk.


Beide diensten kunnen overigens nog wel reageren op het ontwerpplan.

3.2 Inspraak

In het kader van het voorontwerp van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied 2015' is het gewijzigde agrarisch bouwperceel ten behoeve van de verdere ontwikkeling van dit bedrijf aan de inspraak onderworpen.

Het plan heeft in de periode van 15 september tot en met 31 oktober 2014 ter inzage gelegen.

Er zijn op dit punt/ten aanzien van deze locatie geen specifieke inspraakreacties ingekomen.

3.3 Zienswijzen

Het ontwerp-besluit heeft met de bijbehorende bijlagen met ingang van donderdag 19 juli 2018 gedurende een termijn van zes weken (dus tot en met woensdag 29 augustus 2018) ter visie gelegen.

De terinzagelegging is bekend gemaakt in de Staatscourant en het plaatselijk huis-aan-huis-blad van dinsdag 17 juli 2018.

Er zijn binnen deze termijn geen zienswijzen ingekomen.

3.4 De omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders hebben op 6 september 2018 besloten de omgevingsvergunning voor de bouw van een berging/opslag te verlenen

Deze vergunning is als bijlage Bijlage 10 opgenomen.