Plan: | Kern Barlo 2010, herziening 2013 (woningbouw Markerinkdijk) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0197.BP00066-OH01 |
Reeds in het bestemmingsplan "Barlo", vastgesteld bij raadsbesluit van 15 januari 1980, n. 7, had dit perceel een uit te werken woningbouwbestemming (Woningbouw U).
Op basis van dit plan (gewijzigd bij raadsbesluit van 18 augustus 1987, nr 108) mochten binnen deze bestemming eengezinshuizen met bijbehorende bijgebouwen worden gebouwd met een dichtheid van maximaal 25 woningen per ha. Voor het verkrijgen van een bouwtitel is overigens een uitwerkingsplan noodzakelijk. Een dergelijk plan is voor dit gebied echter niet opgesteld.
Eveneens was aldaar een insteekweggetje geprojecteerd.
Het kaartfragment uit het plan "Barlo" is hieronder opgenomen:
De uit te werken bestemming is het geldende bestemmingsplan "Kern Barlo" (zie paragraag 1.3) overgenomen met dien verstande dat op deze locatie ten hoogste drie woningen mogen worden gebouwd. Daarbij is de volgende bebouwingsopzet in het plan opgenomen.
Conclusie is dus dat deze locatie al lang in beeld is als een potentiële woningbouwlocatie in de opeenvolgende bestemmingsplannen.
De gemeenten in de Achterhoek hebben een gezamenlijk een visie voor het woonbeleid voorbereid. Een demografische ontwikkeling, waarbij het aantal inwoners in de komende periode langzaam maar zeker afneemt. In de Regionale Woonvisie wordt ingespeeld op die bevolkingsdaling en afname van het aantal huishoudens. Concreet betekent dit voor iedere gemeente in de Achterhoek dat de aangegeven bouwvolumes in de gemeentelijke woonvisies naar beneden bijgesteld moeten worden.
Het aantal te bouwen woningen in de komende periode (te rekenen vanaf 2010 tot 2025) is teruggebracht tot 5.900 woningen in de 7 Achterhoekse gemeenten.Het gemeentebestuur van Aalten heeft ingestemd met de in regionaal verband gemaakt afspraken. Deze zijn:
1. Om ruimte te bieden voor de kwaliteitsdiscussie moet eerst de kwantiteit worden verminderd:de plancapaciteit van 14.000 woningen moet worden teruggebracht.
2. 5.900 woningen toevoegen is de komende tien jaar een goed uitgangspunt (aansluitend bij het al eerder door de zeven gemeenteraden ondertekende KWP-3). Dit betreft uiteraard de netto toevoeging van zelfstandige eenheden: nieuwbouw -/- sloop.
3. Het is essentieel dat alle gemeenten de beweging naar minder gelijktijdig en fors inzetten. We beseffen ons dat wanneer de plancapaciteit niet wordt teruggebracht, de partijen verantwoordelijk zijn voor de negatieve gevolgen op de woningmarkt en daarop bestuurlijk zullen worden aangesproken.
4. We wachten niet af en gaan nu aan de slag, dat is verplichtend voor iedereen. Dat wil zeggen dat nu per gemeente wordt geïnventariseerd op welke wijze de woningbouwproductie wordt verminderd. Welke projecten krijgen de voorkeur, welke kunnen nu al worden geparkeerd en wat zijn daarvan de consequenties. Door deze oefening nu te doen weten we dat de afspraken realistisch zijn.
5. Belangrijke keuze is dat we op regionaal niveau organiseren door beleid te maken, de monitoring goed te organiseren en bij te sturen indien nodig. Bijsturen kan zowel naar beneden als naar boven zijn.
6. Uitgangspunt is: welke verdeling draagt het meeste bij aan een sterke regio Achterhoek. Als denklijn: als we samen een gemeente Achterhoek vormden, hoe zou het bouwprogramma dan worden verdeeld?
7. Er is behoefte om het VAB-beleid opnieuw te overwegen, omdat is geconstateerd dat dit een groot en moeilijk beheersbaar beslag legt op de uitbreidingsmogelijkheden.
8. Er worden geen nieuwe principeverzoeken voor woningbouwontwikkeling die leiden tot extra woningen in behandeling genomen (uitzonderingen zijn beargumenteerd mogelijk).
9. Er worden geen exploitaties overgenomen van ontwikkelaars (uitzonderingen zijn beargumenteerd mogelijk). In de regionale Woonvisie is ook aangegeven hoe de verdeling van de 5900 woningen over de 7 gemeenten eruit gaat zien. Het volgende verdelingsvoorstel is gedaan ten aanzien van de gemeente Aalten:
Voor de gemeente Aalten is bepaald dat een netto toevoeging (maximaal) van 835 woningen de komende periode (van 2010 tot 2025) is toegestaan.
Binnen dat aantal is/wordt rekening gehouden met deze vier woningen in de koopsector.
In de onderstaande beelden zijn de stedenbouwkundige mogelijkheden op basis van dit bestemmingsplan uitgewerkt.
Het gaat om de bouw van drie zgn. starterswoningen, die in de vorm van een nultredenwoning worden uitgevoerd. De woningen worden gebouwd als twee bouwlagen met een kap (zadeldak).
Wij zien deze uitwerking als een referentiebeeld/mogelijk bebouwingssilhouet.
De vrijstaande woning, gelegen in het zuidelijk deel van het plangebied, wordt uitgevoerd als een zgn. patiowoning met een beperkte bouwhoogte van ca. 3,5 m.
Binnen de in het plan opgenomen stedenbouwkundige randvoorwaarden zijn echter ook andere invullingen denkbaar.
Gelet op de ligging van dit gebied (voor het belangrijkste deel niet gelegen aan een doorgaande openbare weg), het kleinschalig karakter van deze ontwikkeling en de wijze van realisatie van het project (min of meer vergelijkbaar met een Collectief Particulier Opdrachtgeverschap) is deze locatie welstandsvrij.