Plan: | Kern Barlo 2010, herziening 2013 (woningbouw Markerinkdijk) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0197.BP00066-OH01 |
Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben op 29 juni 2005 het Streekplan Gelderland 2005 vastgesteld. De nieuwe Wet ruimtelijke ordening kent geen streekplannen meer, maar een structuurvisie, met een zelfbindende werking. Dat wil zeggen dat ze geen juridische status hebben en geen rechtstreekse doorwerking naar gemeentelijke plannen.
Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen. Op de streekplankaart is Gelderland onderverdeeld in een 'groenblauw' raamwerk, een 'rood' raamwerk en een multifunctioneel gebied. Het multifunctioneel gebied beslaat het grootste deel van de provincie. Dit gebied omvat de steden, dorpen, buurtschappen buiten de provinciaal ruimtelijke hoofdstructuur, waardevolle landschappen en het multifunctioneel platteland. In het provinciaal planologisch beleid wordt op deze gebieden geen expliciete provinciale sturing gericht. De vitaliteit van de multifunctionele gebieden wordt bevorderd door planologische beleidsvrijheid voor samenwerkende gemeenten onder meer gericht op vitale steden en dorpen: elke regio heeft buiten een stedelijk netwerk of een regionaal centrum vele verspreid liggende steden, dorpen en buurtschappen die tezamen het voorzieningenniveau bepalen. In en bij deze bebouwde gebieden moet de regionale behoefte aan 'dorps' wonen geaccommodeerd kunnen worden.
De gemeente Aalten ligt in de regio Achterhoek. De Achterhoek wordt gekenmerkt door een zeer aantrekkelijk afwisselend landschap, met deels ook een sterke industriële oriëntatie; in het regionaal centrum Doetinchem en in de andere steden en dorpen langs de Oude IJssel, maar ook in de diverse kernen als Winterswijk, Aalten, Eibergen, Groenlo, 's Heerenberg, Varsseveld. Het ontwikkelingsperspectief is er een van groeien op eigen kracht, regionaal maatwerk en het benutten van de historische en karakteristieke verweving van functies en de economische diversiteit (symbiose landbouw en nijverheid; verbrede plattelandsontwikkeling).
Provinciale Staten hebben in december 2010 de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld. Door de verordening stelt de provincie algemene regels aan de inhoud, toelichting en/of onderbouwing van bestemmingsplannen. Deze regels kunnen betrekking hebben op het hele provinciale grondgebied, op delen daarvan of gebiedsgerichte thema's betreffen.
Inmiddels is in juni 2012 een eerste herziening van de Ruimtelijke Verordening Gelderland door Gedputeerde Staten vastgesteld. Dit was nodig omdat de provinciale ruimtelijke verordening alleen nog ontheffingsbepalingen voor onverwachte situaties mogen bevatten. Dit is een gevolg van de spoedwet ruimtelijke ordening (Wro).
Op basis van de provinciale verordening is nieuwe bebouwing ten behoeve van wonen en werken toegestaan binnen bestaand bebouwd gebied.
Voor de periode tot 2020 bedraagt de verstedelijkingsopgave voor deze regio 5.900 woningen. In het streekplan krijgen gemeenten en regio's een grote beleidsvrijheid om die verstedelijkingsopgave in te vullen. Het beleid voor woningbouw is in dat perspectief meer gericht op kwaliteit dan op kwantiteit, waarbij het accent van de provinciale beleidsambities overigens op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied ligt.
Hoofddoel van het streekplanbeleid is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op een beperkt oppervlak. Om krachtige steden en vitale regio's te bevorderen zijn de belangrijkste uitgangspunten "bundeling van verstedelijking aan/nabij infrastructuur" en het "organiseren in stedelijke netwerken". Bundelingsbeleid is een centraal uitgangspunt voor de wijze waarop in het Gelders ruimtelijk beleid wordt omgegaan met verstedelijking. Bundeling in Gelderland heeft tot doel:
a. handhaving/versterking van de economische en culturele functie van de steden;
b. behoud/versterking van het draagvlak voor stedelijke voorzieningen;
c. een gedifferentieerde bevolkingssamenstelling in steden bevorderen ter vermindering van probleemcumulatie;
d. kansen te bieden voor combinatie van arbeid/scholing, ontspanning en zorgtaken
e. optimale benutting van infrastructuur, kansen voor openbaar vervoer en fietsgebruik.
In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen 'bestaand bebouwd gebied' en 'stedelijke uitbreiding'. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied. Hiervoor zijn nodig:
a. een verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en openbare ruimte door fysieke aanpassingen.
b. het oplossen en voorkomen van milieuproblemen en –knelpunten door een duurzame planontwikkeling.
c. door kwalitatief woonbeleid bevorderen dat woonmilieus en de kwaliteit van de woningen aansluiten op de vraag van de inwoners van Gelderland;
d. intensivering van het stedelijk grondgebruik, maar wel met behoud van karakteristieke elementen en zorgvuldig omgaan met open ruimten daarbinnen;
e. optimalisering van het gebruik van het bestaand bebouwd gebied: meer gebruik van de verticale dimensie (hoogte, diepte) en van de tijdsdimensie (meervoudig gebruik van dezelfde gebouwde ruimte).
Bij transformaties (functieverandering van plekken) in bestaand bebouwd gebied gelden de volgende aanknopingspunten:
a. bij gunstige openbaar vervoer locaties: passende publieksfuncties;
c. bij gunstige weglocaties: gemengde of specifieke (werk)functies (met goede wegontsluiting)
d. hinderlijke/verouderde werkfuncties in de woonomgeving transformeren naar woonfuncties.
Uitgangspunt van het Gelders kwalitatief woonbeleid is, dat de gemeenten – samenwerkend in de onderscheiden (WGR-) regio's – voorzien in een aanbod aan woningen, dat past bij de geconstateerde regionale kwalitatieve woningbehoefte. Dit is vastgelegd in het Kwalitatief Woonprogramma (KWP). Het KWP wordt periodiek bijgesteld om de afstemming tussen de (kwalitatieve) vraag en aanbod op de woningmarkt te actualiseren. Benadrukt wordt dat het aanbod aan woningen en woonmilieus beter moet aansluiten bij de voorkeuren van bewoners. Om deze reden bevordert de provincie vooral de realisatie van woningen voor ouderen en starters en van de woonmilieus centrum-stedelijk en landelijk wonen.
Op dit moment is een nieuwe provinciale omgevingsvisie in voorbereiding.