Plan: | Buitengebied 2009; Loostraat 20 Aerdt |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0196.BPBLoostraat20-0002 |
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.
bijgebouw | maximaal |
goothoogte | 3 meter |
hoogte | 5,5 meter |
gezamenlijke oppervlakte | 75 m² |
andere bouwwerken | maximaal |
de hoogte van andere bouwwerken | 2,5 meter |
de hoogte van verlichtings- en vlaggenmasten | 8 meter |
de goothoogte, de hoogte en de oppervlakte van een hooiberg | respectievelijk 6, 9 en 36 m² |
oppervlakte zwembad en de afstand hiervan tot woning | 75 m² en 30 meter |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening ontheffing te verlenen volgens het onderstaande schema, waarin - naast een nummering in kolom 1 - per kolom is weergegeven:
Ontheffingsbevoegdheden
Nr. |
Verbeelding/ artikel |
Omschrijving van het artikel |
Ten behoeve van de functie/gebruik/ toegelaten bebouwing/zone |
Criteria |
1 | art. 5 | in de regels genoemde maten | afwijken van de in de regels genoemde maten | Ten behoeve van een optimale verkaveling c.q. optimaal gebruik is een maximale afwijking van de in het plan genoemde maten van 10% toegelaten mits geen evenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en voor zover de afwijking al niet mogelijk wordt gemaakt binnen de regels van de betreffende bestemming. |
2 | art. 5 | hoogte andere bouwwerken | hogere andere bouwwerken tot max. 8 meter | Noodzakelijk voor een doelmatiger gebruik van de aan de grond gegeven bestemming. |
3 | art. 5 | bebouwings -en gebruiksregeling woningen | logies en ontbijt | 1. De voorziening wordt gerealiseerd binnen de bestaande bebouwing; 2. Voor de nevenfunctie bedraagt de oppervlakte maximaal 50 m² per woning; 3. Op eigen terrein dient in de parkeerbehoefte te worden voorzien. |
4 | art. 5 | bebouwings -en gebruiksregeling woningen | het toelaten van een aan-huis-gebonden bedrijf | 1. Uitsluitend functies worden toegelaten, die genoemd zijn in bijlage 1: “Aan huis-gebonden bedrijf” en functies, die in milieuhygiënisch opzicht vergelijkbaar zijn met de in de bijlage 1 genoemde bedrijven; 2. Er vindt geen uitbreiding van bebouwing ten behoeve van de activiteit plaats; 3. Een aan huis gebonden bedrijf mag maximaal 40% van het woonoppervlak in beslag nemen met een maximum van 50 m². Het wonen blijft altijd de hoofdfunctie. 4. Er is geen sprake van een aanzienlijke verkeersaantrekkende werking; 5. Er vindt geen detailhandel plaats; 6. De belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad; |
5 | art. 5 | bebouwings -en gebruiksregeling woningen | toelaten van nieuwe kleinschalige kampeerterreinen bij woningen | 1. De bebouwde oppervlakte ten behoeve van sanitaire voorzieningen bedraagt maximaal 50 m²; 2. De voorziening wordt gerealiseerd binnen de bestaande bebouwing; 3. Het aantal standplaatsen, uitsluitend bestemd voor mobiele kampeervoertuigen en tenten, bedraagt maximaal 30; 4. Het kamperen is alleen toegestaan in de periode van 1 maart tot en met 31 oktober; 5. Op eigen terrein dient in de parkeerbehoefte te worden voorzien; 6. Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing; 7. De initiatiefnemer dient hiertoe een door burgemeester en wethouders goed te keuren inrichtingsplan te overleggen; 8. De camping wordt gesitueerd op maximaal 30 meter van de woning. 9. De belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad; |
6 | art. 5 | bebouwings -en gebruiksregeling woningen | aanleg paardenbak | 1. Bij een burgerwoning dient de paardenbak geheel of gedeeltelijk binnen een afstand van 50 meter van een woning te worden opgericht; 2. De maximale afmetingen van de paardenbak bedragen 20 bij 60 m; 3. De afstand van de paardenbak tot de perceelsgrens van woningen van derden bedraagt ten minste 50 m; 4. De activiteit leidt niet tot extra (licht)hinder voor omwonenden; 5. De belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad. |
7 | art. 5 | bebouwings -en gebruiksregeling woningen | afwijking van de verplichting bij herbouw in de naar de weggekeerde bouwgrens of het verlengde daarvan te bouwen | 1. Is mogelijk indien aangetoond wordt dat het bouwplan milieuhygiënische beter kan worden ingepast; 2. Is mogelijk indien aangetoond wordt dat er landschappelijk een kwaliteitsverbetering wordt bewerkstelligd. |
8 | art. 5 | bebouwings -en gebruiksregeling woningen | het creëren van een afhankelijke woonruimte in het kader van mantelzorg | 1. De belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad; 2. De maximale oppervlakte van een afhankelijke woonruimte bedraagt maximaal 60 m² waarbij deze binnen een afstand van 12 meter tot de bestaande woning wordt gerealiseerd. 3. Bij beëindiging van de mantelzorg dienen in ieder geval de keuken en het bad/de douche te worden verwijderd. 4. Er mag geen tweede woning ontstaan. Ter voorkoming hiervan mogen 3 van de 4 voor bewoning wezenlijke kenmerken worden gerealiseerd, te weten: keuken, toilet, douche/bad, achteringang. 5. Een eigen voordeur aan voor- of zijgevel is niet toegelaten; 6. Er mogen geen afzonderlijke nutsvoorzieningen worden aangelegd/aangesloten; 7. Met de initiatiefnemers zal een overeenkomst omtrent de tijdelijkheid van de zorgbehoefte worden gesloten. |