direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Buitengebied 2009; Loostraat 20 Aerdt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0196.BPBLoostraat20-0002

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een vrijstaande woning daar waar deze als zodanig op de verbeelding met een aanduiding [vrij] is aangegeven;
  • b. aan huis verbonden beroepen;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

5.2 Bouwregels
  • a. binnen de aanduiding 'bouwvlak' is één woning toegelaten met daarbij behorende bijgebouwen;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte is in een maatvoeringsymbool op de verbeelding aangegeven;
  • c. maximaal 40% van de gebouwen met een maximum van 50 m² mag worden ingericht ten dienste van een aan' huis gebonden beroep;
  • d. met betrekking tot de oppervlakte van de woning geldt dat deze maximaal gelijk mag zijn aan de oppervlakte van het gebouw waarbinnen de woning is gelegen ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan. Indien de oppervlakte van het gebouw kleiner is dan 150 m² mag het gebouw worden uitgebreid tot maximaal 150 m²;
  • e. met betrekking tot de maatvoering van gebouwen en andere bouwwerken dient aan het volgende te worden voldaan:

bijgebouw   maximaal  
goothoogte   3 meter  
hoogte   5,5 meter  
gezamenlijke oppervlakte   75 m²  
andere bouwwerken   maximaal  
de hoogte van andere bouwwerken   2,5 meter  
de hoogte van verlichtings- en vlaggenmasten   8 meter  
de goothoogte, de hoogte en de oppervlakte van een hooiberg   respectievelijk 6, 9 en 36 m²  
oppervlakte zwembad en de afstand hiervan tot woning   75 m² en 30 meter  

  • f. en voor alle bouwwerken geldt voorts dat een afstand van minimaal 5 meter tot de insteek van de A-watergang in acht genomen dient te worden;
  • g. herbouw van woningen is, voor zover het de situering van de woning betreft, uitsluitend toegestaan indien en voor zover:
    • 1. de herbouw plaatsvindt binnen een afstand van maximaal 3 meter van de bestaande bebouwingscontour;
    • 2. de voorgevel van de te herbouwen woning wordt geplaatst in de naar de weggekeerde bouwgrens;
    • 3. de belangen van de in de omgeving aanwezige functies en waarden niet onevenredig worden geschaad;
    • 4. de nieuwe situering van de woning stedenbouwkundig en milieuhygiënisch aanvaardbaar is.

5.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan afmetingen en vorm van gebouwen en andere bouwwerken, indien dat noodzakelijk is voor de verkeersveiligheid of om aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen te voorkomen dan wel een goede landschappelijke inpassing te bereiken.
  • b. De nadere eisen mogen niet op onevenredige wijze het gebruik van bouwwerken en gronden aantasten.

5.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening ontheffing te verlenen volgens het onderstaande schema, waarin - naast een nummering in kolom 1 - per kolom is weergegeven:

  • a. De regels, die gewijzigd kunnen worden of waarvan ontheffing kan worden verleend;
  • b. Een omschrijving van de regel waarvan ontheffing kan worden verleend;
  • c. De functie/het gebruik/de toegelaten bebouwing waarvoor ontheffing kan worden verleend;
  • d. De toepasselijke criteria.

Ontheffingsbevoegdheden

Nr.   Verbeelding/
artikel  
Omschrijving van het artikel   Ten behoeve van de functie/gebruik/
toegelaten bebouwing/zone  
Criteria  
1   art. 5   in de regels genoemde maten   afwijken van de in de regels genoemde maten   Ten behoeve van een optimale verkaveling c.q. optimaal gebruik is een maximale afwijking van de in het plan genoemde maten van 10% toegelaten mits geen evenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en voor zover de afwijking al niet mogelijk wordt gemaakt binnen de regels van de betreffende bestemming.  
2   art. 5   hoogte andere bouwwerken   hogere andere bouwwerken tot max. 8 meter   Noodzakelijk voor een doelmatiger gebruik van de aan de grond gegeven bestemming.  
3   art. 5   bebouwings -en gebruiksregeling woningen   logies en ontbijt   1. De voorziening wordt gerealiseerd binnen de bestaande bebouwing;
2. Voor de nevenfunctie bedraagt de oppervlakte maximaal 50 m² per woning;
3. Op eigen terrein dient in de parkeerbehoefte te worden voorzien.  
4   art. 5   bebouwings -en gebruiksregeling woningen   het toelaten van een aan-huis-gebonden bedrijf   1. Uitsluitend functies worden toegelaten, die genoemd zijn in bijlage 1: “Aan huis-gebonden bedrijf” en functies, die in milieuhygiënisch opzicht vergelijkbaar zijn met de in de bijlage 1 genoemde bedrijven;
2. Er vindt geen uitbreiding van bebouwing ten behoeve van de activiteit plaats;
3. Een aan huis gebonden bedrijf mag maximaal 40% van het woonoppervlak in beslag nemen met een maximum van 50 m². Het wonen blijft altijd de hoofdfunctie.
4. Er is geen sprake van een aanzienlijke verkeersaantrekkende werking;
5. Er vindt geen detailhandel plaats;
6. De belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad;  
5   art. 5   bebouwings -en gebruiksregeling woningen   toelaten van nieuwe kleinschalige kampeerterreinen bij woningen   1. De bebouwde oppervlakte ten behoeve van sanitaire voorzieningen bedraagt maximaal 50 m²;
2. De voorziening wordt gerealiseerd binnen de bestaande bebouwing;
3. Het aantal standplaatsen, uitsluitend bestemd voor mobiele kampeervoertuigen en tenten, bedraagt maximaal 30;
4. Het kamperen is alleen toegestaan in de periode van 1 maart tot en met 31 oktober;
5. Op eigen terrein dient in de parkeerbehoefte te worden voorzien;
6. Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
7. De initiatiefnemer dient hiertoe een door burgemeester en wethouders goed te keuren inrichtingsplan te overleggen;
8. De camping wordt gesitueerd op maximaal 30 meter van de woning.
9. De belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad;  
6   art. 5   bebouwings -en gebruiksregeling woningen   aanleg paardenbak   1. Bij een burgerwoning dient de paardenbak geheel of gedeeltelijk binnen een afstand van 50 meter van een woning te worden opgericht;
2. De maximale afmetingen van de paardenbak bedragen 20 bij 60 m;
3. De afstand van de paardenbak tot de perceelsgrens van woningen van derden bedraagt ten minste 50 m;
4. De activiteit leidt niet tot extra (licht)hinder voor omwonenden;
5. De belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad.  
7   art. 5   bebouwings -en gebruiksregeling woningen   afwijking van de verplichting bij herbouw in de naar de weggekeerde bouwgrens of het verlengde daarvan te bouwen   1. Is mogelijk indien aangetoond wordt dat het bouwplan milieuhygiënische beter kan worden ingepast;
2. Is mogelijk indien aangetoond wordt dat er landschappelijk een kwaliteitsverbetering wordt bewerkstelligd.  
8   art. 5   bebouwings -en gebruiksregeling woningen   het creëren van een afhankelijke woonruimte in het kader van mantelzorg   1. De belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad;
2. De maximale oppervlakte van een afhankelijke woonruimte bedraagt maximaal 60 m² waarbij deze binnen een afstand van 12 meter tot de bestaande woning wordt gerealiseerd.
3. Bij beëindiging van de mantelzorg dienen in ieder geval de keuken en het bad/de douche te worden verwijderd.
4. Er mag geen tweede woning ontstaan. Ter voorkoming hiervan mogen 3 van de 4 voor bewoning wezenlijke kenmerken worden gerealiseerd, te weten: keuken, toilet, douche/bad, achteringang.
5. Een eigen voordeur aan voor- of zijgevel is niet toegelaten;
6. Er mogen geen afzonderlijke nutsvoorzieningen worden aangelegd/aangesloten;
7. Met de initiatiefnemers zal een overeenkomst omtrent de tijdelijkheid van de zorgbehoefte worden gesloten.