direct naar inhoud van Artikel 7 Wonen
Plan: Buitengebied 2011; Renbaan 5 Pannerden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0196.BP6911RENB52011-0003

Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving

7.1.1 Algemeen

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. vrijstaande woningen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand';
  • b. aan huis verbonden beroepen met dien verstande dat maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief bijgebouwen, met een maximum van 40 m2, mag worden gebruikt ten behoeve van deze functie;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, andere-werken,tuinen en erven.

7.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

Op eigen terrein dient te worden voorzien in de aanleg van 1 parkeerplaats en elk hoofdgebouw dient te beschikken over 1 inpandige garage.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de voorgevel van het hoofdgebouw wordt in de 'gevellijn' gebouwd;
  • c. goot- en bouwhoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte’ aangegeven goothoogte respectievelijk bouwhoogte;
  • d. de oppervlakte van een hoofdgebouw bedraagt maximaal 200 m².

7.2.2 Aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de goothoogte bedraagt maximaal 3 m en de bouwhoogte bedraagt maximaal 5,5 m;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' bedraagt maximaal 25 m².
  • c. In geval de maatvoering van het bestaande bijgebouw ten tijdstip van inwerkingtreding van dit plan afwijkt van de maatvoering zoals in artikel 7.2.2, sub a en b, is voorgeschreven, mag deze maatvoering als maximaal toelaatbaar worden aangehouden;

7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt bij:

  • a. pergola’s en vlaggenmasten maximaal 4 m;
  • b. zwembaden maximaal 2,5 m waarbij tevens geldt dat de oppervlakte maximaal 75 m2 mag bedragen. De afstand tot de woning mag maximaal 30 m bedragen;
  • c. erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn 1 m;
  • d. overige bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 2 m.

7.2.4 Herbouw woning

Herbouw van de bestaande woning is, voor zover het de situering van de woning betreft, uitsluitend toegestaan indien en voor zover:

  • a. de herbouw plaatsvindt binnen een afstand van maximaal 3 m van de bestaande bebouwingscontour;
  • b. de voorgevel van de te herbouwen woning wordt geplaatst in de voorgevellijn;
  • c. de belangen van de in de omgeving aanwezige functies en waarden niet onevenredig worden geschaad;
  • d. de nieuwe situering van de woning stedenbouwkundig en milieuhygiënisch aanvaardbaar is.
7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 7.2, nadere eisen te stellen ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit ten aanzien van:

  • a. de situering van bijgebouwen ten opzichte van het hoofdgebouw;
  • b. de situering en afmetingen van bouwwerken geen gebouwen zijnde.
7.4 Afwijken van de gebruiksregels
7.4.1 Aan huis verbonden bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen kunnen een omgevingsvergunning verlenen om af te wijken van het bepaalde in artikel 7.1 voor het toestaan van een aan huis verbonden bedrijf, mits:

  • a. de oppervlakte maximaal 40% van de vloeroppervlakte, met een maximum van 40 m2, van de gebouwen bedraagt;
  • b. uitsluitend bedrijven worden toegestaan die zijn opgenomen in categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten dan wel wat betreft aard en mate van hinder vergelijkbaar zijn met deze bedrijven;
  • c. er geen sprake is van een duurzame ontwrichting van de bestaande distributieve voorzieningen of van een ernstige verstoring van de verzorgingsstructuur;
  • d. het geen bedrijfsactiviteiten betreft die normaliter in een winkelcentrum of een winkelstraat worden uitgeoefend;
  • e. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
  • f. er geen detailhandel plaatsvindt, behalve als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf.

7.4.2 Afwegingscriteria

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 7.4.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.