Plan: | Buitengebied, Hessenweg - Berkummerbroekweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0193.BP23002-0004 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Buitengebied, Hessenweg - Berkummerbroekweg met identificatienummer NL.IMRO.0193.BP23002-0004 van de gemeente Zwolle;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding, indien het een vlak betreft;
opslag van elektriciteit in batterijen;
één of meer gebouwen, bijbehorende bouwwerken en/of andere bouwwerken;
Een met een maatvoeringsaanduiding of in de regels aangegeven percentage dat het gedeelte van maatvoeringsvlak of bouwvlak aangeeft dat mag worden bebouwd. Dit percentage wordt slechts berekend over het gedeelte van het maatvoeringsvlak of bouwvlak waarbinnen de gebouwen mogen worden gebouwd;
het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren;
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct gelegen is bij een hoofdgebouw;
een straat of weg waar de doorgaande functie van het verkeer niet meer primair is en waar aandacht kan worden gegeven aan snelheidsreducerende maatregelen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de geluidsbelasting vanwege een industrieterrein, een spoorweg of een weg als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
een gebouw dat op een kavel door zijn ligging, constructie, afmetingen of functie als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
de aan een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur;
de naar de weg toegekeerde grens van een bouwvlak, waar de hoofdtoegang van het op dat bouwvlak gelegen hoofdgebouw is gelegen;
een complex van menselijke ingrepen in natuur en landschap en regulering van gebruiksactiviteiten gericht op een gewenste ecologische ontwikkeling;
werkzaamheden die regelmatig nodig zijn voor een goed beheer van de gronden en/of bouwwerken;
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen voor langzaam verkeer;
voorzieningen ten behoeve van openbaar nut, zoals gas-, water-, elektriciteits- en communicatievoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de inzameling van afval;
het bewaren van goederen, materialen en stoffen zonder dat ter plaatse sprake is van productie, bewerking, verwerking, handel en/of activiteiten van administratieve aard;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw of bijbehorend bouwwerk zijnde;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden;
onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan:
een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
het beeld dat wordt opgeroepen door het samengaan van gebouwde elementen, beplantingselementen en onbebouwde ruimten;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen als bedoeld in 2.9;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren en/of, bij het ontbreken van één of meerdere gevelvlakken, de buitenwerkse maar, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, dan wel tussen het maaiveld bij het ontbreken van een begane grondvloer, de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren en/of, bij het ontbreken van één of meer gevelvlakken, de buitenwerkse maat, en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de lengte van een gebouw, gemeten buitenwerks en loodrecht vanaf de naar de weg toegekeerde gevel;
de diepte van een gebouw, gemeten vanaf de onderzijde van de begane grondvloer;
van enig punt van een bouwwerk tot de naar de weg toegekeerde gevel van dat gebouw. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen blijven plinten, pilasters, dorpels, kozijnen, gevelversieringen, overstekende dakgoten en daken tot maximaal 0,5 meter buiten beschouwing;
a. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, stoeptreden, dorpels, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, antennes, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, dakgoten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits:
b. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen blijven plinten, pilasters, dorpels, kozijnen, gevelversieringen, overstekende dakgoten en daken tot maximaal 0,5 meter buiten beschouwing.
De voor 'Bedrijf - Nutsbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
met daaraan ondergeschikt;
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, zoals bedoeld in artikel 1.34 gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - grondwal' is een grondwal toegestaan van 3,5 meter hoog en 12 meter breed.
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting of batterijopslag.
In afwijking van het bepaalde in lid 3.4.3 kan gemotiveerd worden afgeweken van het Landschappelijk inpassingsplan dat is opgenomen in bijlage 1 bij deze regels, als:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen uitsluitend vogelobservatieposten worden gebouwd, mits de hoogte niet meer dan 4 meter bedraagt.
Voor het bouwen van overige bouwwerken als bedoeld in artikel 1.34, gelden de volgende regels:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend:
In afwijking van het bepaalde in lid 4.3.2 kan gemotiveerd worden afgeweken van het Landschappelijk inpassingsplan dat is opgenomen in bijlage 1 bij deze regels, als:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 4.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in artikel 4.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel of de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden en de natuur- en landschapswaarden van de gronden.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van andere gebouwen dan tunnels gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken als bedoeld in artikel 1.34 gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
In afwijking van het bepaalde in lid 5.4.2 kan gemotiveerd worden afgeweken van het Landschappelijk inpassingsplan dat is opgenomen in bijlage 1 bij deze regels, als:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag op of in deze gronden niet anders worden gebouwd dan ten behoeve van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding'.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen ten behoeve van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' worden gebouwd.
Voor het bouwen van overige bouwwerken als bedoeld in artikel 1.34 ten behoeve van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' gelden de volgende regels:
Bij een omgevingsvergunning wordt afgeweken van het bepaalde in artikel 6.2.1 om toe te staan dat bouwwerken worden gebouwd, welke toelaatbaar zijn op grond van het bepaalde in de andere bestemmingen.
De in artikel 6.3.1 genoemde afwijking wordt toegestaan, mits:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 6.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in artikel 6.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, mits:
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag op of in deze gronden niet anders worden gebouwd dan ten behoeve van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning'.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen ten behoeve van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' worden gebouwd.
De bouwhoogte van overige bouwwerken als bedoeld in artikel 1.34 ten behoeve van de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' mag niet meer dan 3,5 meter bedragen.
Bij een omgevingsvergunning wordt afgeweken van het bepaalde in artikel 7.2.1 om toe te staan dat bouwwerken worden gebouwd, welke toelaatbaar zijn op grond van het bepaalde in de andere bestemmingen.
De in artikel 7.3.1 genoemde afwijking wordt toegestaan, mits:
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval gerekend:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 7.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in artikel 7.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, mits:
Ter plaatse van de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding vervallen' komt de onderliggende dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' ten behoeve van het bovengronds transport van elektrische energie door een hoogspanningsleiding met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Buitengebied - Haerst, Tolhuislanden' met IMRO-code NL.IMRO.0193.BP10016-0004 en het bestemmingsplan 'Buitengebied, Berkummerbroekweg 24, 26' met IMRO-code NL.IMRO.0193.BP20012-0004 te vervallen vanaf één jaar nadat de nieuwe hoogspanningsleiding, zoals bedoeld in artikel 6 van dit plan, in gebruik is genomen. Binnen één jaar na het in gebruik nemen van de nieuwe hoogspanningsleiding dient de te vervallen hoogspanningsverbinding uit bedrijf genomen te zijn en dient het verwijderd te zijn.
Tot het moment van het vervallen van de bestemming blijft de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' ten behoeve van het bovengronds transport van elektrische energie door een hoogspanningsleiding met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Buitengebied - Haerst, Tolhuislanden' met IMRO-code NL.IMRO.0193.BP10016-0004 en het bestemmingsplan 'Buitengebied, Berkummerbroekweg 24, 26' met IMRO-code NL.IMRO.0193.BP20012-0004 in werking.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - verwezenlijking in naaste toekomst' zijn de gronden aangewezen als onderdelen ten aanzien waarvan de verwezenlijking van het plan in de naaste toekomst nodig wordt geacht als bedoeld in artikel 3.4 van de Wet ruimtelijke ordening.
Bij een omgevingsvergunning wordt afgeweken van het verbod als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Bij een omgevingsvergunning kan in dit plan of in een wijzigingsplan of uitwerkingsplan afgeweken worden van:
De in artikel 13.2 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden toegestaan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van een nadere eis is de volgende procedure van toepassing:
Voor zover in dit plan aan gronden geen enkelbestemming is toegekend, blijven de volgende bestemmingsplannen van toepassing, met uizondering van de aanduidingsregels in die plannen met betrekking tot een 'geluidzone - industrie' en met inachtneming van de aanvullingen die in dit plan voor de gronden zijn opgenomen:
Plan | Vaststellingsdatum | IMRO-code |
Buitengebied - Haerst, Tolhuislanden | 27-11-2012 | NL.IMRO.0193.BP10016-0004 |
Buitengebied - Haerst, Tolhuislanden, Herziening 1 | 02-03-2015 | NL.IMRO.0193.BP14002-0003 |
Provinciaal Inpassingsplan N340 / N48 | 12-07-2012 | NL.IMRO.9923.PIPN340-va01 |
Provinciaal Inpassingsplan N340 / N48 | 11-04-2018 | NL.IMRO.9923.PIPN340herz2017-VG01 |
Buitengebied - Langenholte, Vecht e.o. | 09-04-2014 | NL.IMRO.0193.BP10009-0005 |
Hessenpoort | 02-10-2012 | NL.IMRO.0193.BP11015-0004 |
Hessenpoort, 2e partiële herziening | 23-05-2016 | NL.IMRO.0193.BP14034-0004 |
Hessenpoort 3 | 23-01-2023 | NL.IMRO.0193.BP21004-0004 |
Zwolle, parapluplan hoogspanningsverbinding nabij Hessenweg | ONTWERP | NL.IMRO.0193.BP22010-0003 |
Buitengebied, Berkummerbroekweg 24, 26 | 2021-10-04 | NL.IMRO.0193.BP20012-0004 |
Indien de bestemming van een bouwwerk of een terrein aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen moet, bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een wijziging van het gebruik, zijn verzekerd, dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende ruimte voor het laden en lossen.
Bij een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een wijziging van het gebruik kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 15.2 en 15.3:
Bij de toepassing van de in artikel 15.4.1 genoemde afwijkingen wordt rekening gehouden met de afwijkingsvoorwaarden, zoals deze zijn neergelegd in de “Regeling Parkeernormen 2016”. Indien deze regeling worden gewijzigd moet rekening worden gehouden met deze wijziging.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Bij een omgevingsvergunning kan eenmalig worden afgeweken van het bepaalde in artikel 16.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 16.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 16.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 16.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 16.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 16.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan grond en bouwwerken gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kan met het oog op beëindiging op termijn van die met het plan strijdige situatie, ten behoeve van die persoon of personen bij een omgevingsvergunning van dat overgangsrecht worden afgeweken.
Het plan wordt aangehaald als:
bestemmingsplan Buitengebied, Hessenweg - Berkummerbroekweg .
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied, Hessenweg - Berkummerbroekweg '.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Zwolle in de vergadering
van 23 september 2024 nummer 20240923-14
P.H. Snijders, voorzitter, E. Meurs, griffier,