direct naar inhoud van 5.6 Archeologie
Plan: Binnenstad en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP12001-0004

5.6 Archeologie

Uitgangspunt is dat archeologische waarden, zoals deze zijn omschreven in paragraaf 2.2.1 Archeologische structuur, worden beschermd. Voor de juridische vertaling van dit uitgangspunt wordt verwezen naar paragraaf 6.3 Bestemmingsregels.

Gebieden die volgens de archeologische waarderingskaart een vondstkans hebben van 50% of meer (zie hiervoor paragraaf 2.2.1 Archeologische structuur) hebben de dubbelbestemming Waarde - Archeologie gekregen. Voor bepaalde ingrepen in de bodem dient de aanvrager van een reguliere omgevingsvergunning in het belang van de archeologische monumentenzorg een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld. Aan een reguliere omgevingsvergunning kunnen in dit verband regels worden verbonden. Dit is aan de orde bij verstoringen van de bodem door de bouw op een grotere diepte dan 0,5 meter en over een grotere oppervlakte dan:

  • 100 m², voor het gebied buiten de grachten,
  • 30 m² , voor het gebied binnen de grachten.

In 2009 is met het bestemmingsplan Zwolle op Orde, archeologie en bijgebouwen de oppervlaktenorm voor de gebieden buiten de binnenstad verruimd naar 100 m². Uit de evaluatie van de toen geldende regelingen bleek namelijk dat deregulering gewenst was.
In dezelfde periode is met het bestemmingsplan Beschermd Stadsgezicht, 8e partiële herziening de oppervlaktenorm voor de gebieden in de binnenstad gesteld op 30 m². Dit omdat het bestemmingsplan Beschermd Stadsgezicht geen archeologische bepalingen bevat en grote delen van de binnenstad archeologisch zeer waardevol en beschermenswaardig worden geacht.

Zie hiervoor ook paragraaf 6.3 Bestemmingsregels, artikel 30 Waarde - Archeologie).