direct naar inhoud van 2.2 Bestaande situatie
Plan: Binnenstad en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0193.BP12001-0004

2.2 Bestaande situatie

In deze paragraaf wordt achtereenvolgens de bestaande situatie beschreven met betrekking tot de archeologische, de ruimtelijke en de functionele structuur.

2.2.1 Archeologische structuur

In 2002 is door de gemeente Zwolle een Archeologische Waarderingskaart Zwolle vervaardigd. Voor de waarderingskaart is gebruik gemaakt van informatie uit het Centraal Archeologisch Archief (CAA) bij de Rijksdienst voor het cultureel erfgoed in Amersfoort (RvCE), informatie van amateur-archeologen, gegevens van de archeologische sectie van de gemeente Zwolle, het kadastrale minuutplan uit 1832, de geomorfologische kaart en waarnemingen in het veld. Dit heeft geresulteerd in een analoge en digitale waarderingskaart. De digitale versie is door de gemeente verwerkt en toegankelijk gemaakt binnen het geografische informatiesysteem Geopoort. In 2002 is vastgelegd dat de kaart dynamisch is. Dit betekent dat de waarde van de gebieden kan veranderen.

Beschermingsbelang archeologische waarden

In de Wet voor de archeologische monumentenzorg en het daarop gebaseerde archeologiebeleid binnen de gemeente Zwolle is vastgelegd dat de archeologische waarden in de bestemmingsplannen vastgelegd moeten worden met de erbij horende consequenties. Aan de verschillende waarden worden consequenties verbonden. Er zijn 5 waarden: 0%, 10%, 50%, 90% en 100%.

De gebieden met een waardering van 50% of hoger worden hieronder genoemd, Van deze gebieden is een beschrijving opgenomen in Bijlage 3 Beschrijving archeologisch waardevolle gebieden bij de toelichting. In de beschrijving wordt verteld over de historie en de (mogelijke) archeologische waarden in de gebieden.

De archeologische waardering van het plangebied is aangegeven op kaart 5. De nummers in de tekst corresponderen met de nummers op deze kaart.

105 (100%) Noordereiland, Thorbeckegracht
107 (100%) Noordereiland, Badhuiswal
108 (100%) Diezerpoort, stadsmuur langs Thorbeckegracht zuidzijde tot en met de Rodetoren
109 (50%) Rodetorenplein, naast de Belgische Keizer
112 (100%) Zuid- en oost gordel van vestingwerken van Kamperbuitenpoort, Sassenbuitenpoort tot Diezerpoort
114 (100%) De Smeden
118 (100%) Het Eiland, Nieuwstraat en Weversgildeplein
119 (100%) Broerenkerk en Het Eiland west
122 (50%) Broerenstraat-Nieuwstraat C&A winkelcomplex
123 (100%) Het Van Wiechenhuis (Nieuwstraat 55)
125 (100%) Nieuwstraat westzijde van de Roggenstraat
126 (100%) Diezerstraat noord
128 (100%) Melkmarkt noord en zuid
129 (50%) Melkmarkt zuid, banklocatie en voormalig archief
130 (100%) Melkmarkt zuid, panden Tijl
132 (100%) Diezerstraat zuid midden
133 (50%) Diezerstraat, voormalig provinciehuis
135 (100%) Het Heilige Geestgasthuis
136 (100%) Diezerstraat zuidwest
137 (100%) Spoelstraat. Ter Pelkwijkstraat en Kerkstraat
139 (100%) Walstraat/Wilhelminasingel en zuidelijk deel Koestraat/Blijmarkt
141 (100%) Wolweverstraat, Nieuwstraat, Schoutenstraat, Walstraat en Vijfhoek
142 (100%) Bethlehemskerkplein
144 (100%) Tussen Oude Vismarkt, Sassenstraat en Korte Ademhalingssteeg
145 (100%) Driehoek Sassenstraat, Bloemendalstraat, Koestraat
146 (100%) Goudsteeg-Sassenstraat-Bloemendalstraat-Koestraat
147 (100%) Tussen Blijmarkt, Luttekestraat, Grote Kerkplein, Goudsteeg en Praubstraat
149 (100%) Grote of St. Michaelskerk
151 (100%) Voorstraat, Ossenmarkt en Kamperstraat
237 / 285 (50%) De Diezerkade
240 / 241 (50%) Burgemeester van Roijensingel en omgeving
242 (50%) De Hardenberg
243 (50%) Gemeentereiniging
250 (100%) Kamperpoort
252 (50%) Nieuw Hofvliet

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12001-0004_0007.png"

2.2.2 Cultuurhistorische structuur

De aanwijzing van de binnenstad van Zwolle tot beschermd stadsgezicht in 1993 heeft voor een belangrijk deel te maken met de nog afleesbare, op het centrum gerichte stratenstructuur uit de vroege Middeleeuwen. De oudste toevoerroutes naar de stad zijn de Sassenstraat, Praubstraat en Papenstraat. Een eigen structuurpatroon heeft het 14e-eeuwse deel ten westen van de Grote Kerk. Hier lopen evenwijdig aan elkaar de Voorstraat en Kamperstraat als belangrijke hoofdroutes. Het orthogonale stratenpatroon is aan deze hoofdroutes gerelateerd. In de nabijheid van de Voorstraat en de Kamperstraat bevindt zich de toren (de 'Peperbus') van de Onze Lieve Vrouwe Basiliek die in het silhouet van Zwolle een belangrijke rol speelt. Het noordelijke laat-middeleeuwse deel kenmerkt zich door een overheersend naar het noorden afbuigend stratenpatroon. Centraal in de stad ligt het Grote Kerkplein/Grote Markt met de 14e-eeuwse Grote- of Michaelskerk, als herkenningspunt en knooppunt van de op het centrum gerichte straten.

Structuurelementen die van belang zijn:

  • het tracé van de voormalige Grote Aa, dat de binnenstad in oost-west richting doorsnijdt volgens de lijn Melkmarkt/Oude Vismarkt/Gasthuisplein/Ter Pelkwijkstraat;
  • de in het centrum gelegen Grote- of Michaelskerk met daarbij uitkomende hoofdstraten;
  • de noordelijke stadsgracht als onderdeel van de waterverbinding Zwarte Water/Almelose Kanaal;
  • de laat 19e-eeuwse singel- en parkaanleg ter plaatse van de 17e-eeuwse vestingwerken, die als een zelfstandige structuurcomponent een herkenbaar grens- en overgangsgebied vormt tussen de binnenstad en de daarbuiten gelegen stadsdelen.

Bepalend voor het karakter van de binnenstad van Zwolle is, naast de onderliggende structuur als fundamentele drager van de stad, de sterke afwisseling in het beeld als gevolg van de veelheid aan ruimtevormen, objecten, materialen, kleuren en sferen in wisselwerking met de functies die de stad thans herbergt. De kwaliteit die tot uitdrukking komt in het samenhangende stratenpatroon, de verkavelingswijze, de vormen en de overeenkomsten in situering, materiaal typeert het karakter van de historische stad. De verschillen in architectonische expressie geven iedere periode zijn eigen plaats in deze stad.
Het karakter van het singelgebied aan de zuidzijde wordt in belangrijke mate bepaald door een ruimtelijke opbouw die in hoofdopzet reeds in de 17e eeuw ontstaan is. Dit gebied heeft vervolgens in de 19e eeuw een belangrijke gedaantewisseling ondergaan. De vrijstaande villabebouwing langs de Burgemeester van Roijensingel en het Groot Wezenland omzoomt op karakteristieke wijze het grachtenprofiel aan de zuid- en oostzijde.

Differentiatie bij onderkenning cultuurhistorische waarden
De regeling voor cultuurhistorische waarden spitst zich toe op het onderkennen van cultuurhistorische waarden die in de ruimtelijke structuur, de ruimtelijke opbouw en de bebouwing besloten liggen. Binnen deze begrenzing zijn de onderwerpen waarop de aanwijzing als beschermd stadsgezicht is gericht niet overal dezelfde. Binnen het gehele stadsgezicht is het patroon van straten en waterlopen in samenhang met de situering en schaal van de bebouwing van cultuurhistorische waarde. Voor zover door sanering, reconstructie of nieuwbouw door een sterk afwijkend karakter en schaal de historische structuur ingrijpend is gewijzigd, zoals het gebied ten noorden van de Nieuwstraat, is de scope beperkt tot de nog aanwezige elementen van de oorspronkelijke structuur en de aansluiting op het omringende gebied. Voor een groot gedeelte van het aangewezen stadsgezicht zijn bovendien de profilering en inrichting van de openbare ruimte en de typologie en afmetingen van de bebouwing van historisch ruimtelijk belang. Voor een deel van de binnenstad, met name langs de oude straten en routes waar zich gebouwen van een grote historisch-architectonische gaafheid of monumenten bevinden, wordt ook de vormgeving van de bebouwing als cultuurhistorisch waardevol gezien.

De differentiatie in het onderkennen van de cultuurhistorische waarden is tot uitdrukking gebracht op de kaart 6 met daarop aangegeven de cultuurhistorische zonering. In paragraaf 5.7 Cultuurhistorie wordt beschreven hoe de onderkenning van de cultuurhistorische waarden is vertaald naar het bestemmingsplan. Een uitgebreide toelichting van de cultuurhistorische waarden en de aanwijzing is te vinden in de toelichting van het Aanwijzingsbesluit beschermd stadsgezicht (bijlage bij toelichting van dit bestemmingsplan).

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12001-0004_0008.png"

2.2.3 Ruimtelijke structuur

In deze paragraaf wordt de bestaande ruimtelijke structuur van het plangebied omschreven op het gebied van het verkeer, het groen, het water en de bebouwing.

2.2.3.1 Verkeersstructuur

De verkeersstructuur is weergegeven op kaart 7a en kaart 7b.

Autoverkeer

Categorisering van wegen

Om de gewenste afstemming tussen vormgeving en functie van de weg te kunnen bereiken, is het Zwolse wegennet gecategoriseerd naar een aantal te onderscheiden verkeersfuncties. Binnen de bebouwde kom onderscheiden we wegen met een erftoegangsfunctie en wegen met een gebiedsontsluitende functie. Beiden komen in het plangebied voor, van de gebiedsontsluitingswegen alleen type B. Dat zijn wegen met hoofdzakelijk een lokale binding en een ontsluitende functie, gericht op het bereikbaar maken van de wijk. Een goede doorstroming is hier van belang, op kruispunten vindt veelvuldig uitwisseling van verkeer van en naar andere wegen plaats. De maximumsnelheid op een gebiedsontsluitingsweg B is 50 km/uur.

De gebiedsontsluitingswegen B binnen het plangebied zijn: de Stationsweg, de Emmawijk, de Burgemeester van Roijensingel, het Groot Wezenland, de Diezerkade en de Burgemeester Drijbersingel.
Net buiten de grenzen van het plangebied liggen de volgende gebiedsontsluitingswegen van het type B: de Willemskade, de Harm Smeengekade, de Pannekoekendijk, de Schuttevaerkade, de Burgemeester Drijbersingel, het Groot Wezenland en de Westerlaan.
De overige wegen in het gebied zijn erftoegangswegen die deel uit maken van de 30 km/uur-zones.
De categorisering van wegen is aangegeven op kaart 7a.

Parkeren

De parkeernormen worden geregeld via de Bouwverordening als onderliggend instrument voor alle bestemmingsplannen. Hierin zijn normen voor het parkeren van auto's afhankelijk van de functie van de bebouwing en afkoopsommen opgenomen.

In en rond de binnenstad is een relatief groot aantal parkeergarages en -terreinen beschikbaar. Een aantal van deze voorzieningen wordt zeer goed gebruikt zoals het Maagjesbolwerk en het Noordereiland en een aantal locaties wordt minder goed gebruikt zoals de Turfmarkt en de Diezerpoortgarage. In totaliteit is op dit moment echter voldoende parkeerruimte in- en om de binnenstad.
De parkeergarages en parkeerterreinen die in het plangebied aanwezig zijn: Noordereiland, Emmawijk, Dijkstraat, Maagjesbolwerk, 't Eiland, Potgietersingel.

Parkeervergunningen

Openbare parkeerplaatsen in de binnenstad en de Stationsbuurt zijn onderverdeeld in plaatsen voor vergunninghouders en betaalde parkeerplaatsen voor bezoekers.

Bewoners van specifieke delen van de binnenstad (sector 1 en 2) kunnen maximaal één parkeervergunning krijgen per zelfstandige woning. Bewoners van niet-zelfstandige woningen in deze sectoren komen niet in aanmerking voor een parkeervergunning. Voor de overige delen van het plangebied (in andere sectoren) geldt dat per huishouden maximaal twee vergunningen kunnen worden verleend. Voor bewoners van niet-zelfstandige woningen (zoals kamerbewoners) geldt dat alleen de hoofdbewoner die al minimaal een half jaar in deze sectoren woont, in aanmerking komt voor een parkeervergunning. Zakelijke parkeer- vergunningen worden nog zeer beperkt uitgegeven aan een aantal specifiek benoemde bedrijfstakken.

Ten tijde van het opstellen van dit bestemmingsplan loopt een verkenning om in de Stationsbuurt en de omgeving van de Bagijneweide het parkeerregime te wijzigen in gefiscaliseerd parkeren, het regime dat nu reeds geldt in Assendorp, Dieze en Kamperpoort.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12001-0004_0009.png"

Openbaar vervoer

Via de route Stationsweg – Burg. Van Roijensingel – Eekwal - Kamperpoortenbrug lopen een groot aantal buslijnen voor stads- en streekvervoer met vooral bestemmingen naar het noorden en westen. Het gaat om stadsbussen naar Stadshagen, Westenholte en de Veerallee en streekbussen richting onder andere Zwartewaterland, Flevoland en de Veluwe.

Stadsbussen naar Berkum, Dieze en Holtenbroek maken ook gebruik van deze route, maar rijden nog verder door het plangebied via het Rodetorenplein, de Buitenkant en de Dijkstraat. Haltevoorzieningen bevinden zich op de Eekwal, Jufferenwal / Buitenkant en Dijkstraat.

Via de route Wilhelminasingel – Kerkstraat rijden stadsbussen naar Dieze en Aalanden. De haltevoorzieningen voor deze buslijn liggen ter hoogte van de Sassenpoort en de Plantagekerk.

De buslijnen zijn aangegeven op kaart 7a.

Fietsverkeer

In Zwolle wordt veel gefietst, zeker op de routes van en naar de binnenstad en de omgeving van het station. Voor een groot deel van het fietsverkeer is de start- of eindbestemming de binnenstad. Het motief van het verkeer dat met de fiets de binnenstad bezoekt is veelal winkelen of werken. Het motief van het fietsverkeer naar het station is voornamelijk doorreis naar een andere bestemming.

Het plangebied is een gebied waarop vele functies zijn geconcentreerd. Op verkeersgebied wordt binnen de grachten dan ook niet uitgegaan van een strikte scheiding tussen auto- en langzaamverkeer. Buiten de grachten is deze scheiding strikter voor een veilige afwikkeling langs met name de gebiedsontsluitingswegen. De hoofdfietsroutes zijn aangegeven op kaart 7a.

Fietsparkeren

Het gevolg van intensief fietsverkeer is dat er grote behoefte is aan stallingscapaciteit, zowel bewaakt als onbewaakt. Locaties voor het stallen van fietsen moeten gelegen zijn in het verlengde van veel gebruikte fietsroutes en in de nabijheid van de hoofdbestemming.

De bewaakte fietsenstallingen zijn gesitueerd op het Meerminneplein achter de V&D, aan de Pletterstraat (stalling Eiland) en bij het Maagjesbolwerk.

Voetgangersgebied

Het voetgangersgebied bestaat uit de Diezerstraat met alle straten en stegen die daarop aansluiten: de Grote Markt, de Melkmarkt, het Rodetorenplein, de Jufferenwal en de omgeving van de Broerenkerk en 't Eiland. Het voetgangersgebied en het aanverwante verblijfsgebied zijn weergegeven op kaart 7b.

Pollersysteem

Op een aantal plaatsen in de binnenstad zijn pollers geplaatst. Pollers zijn in de straat verzinkbare verkeerspaaltjes die buiten bevoorradingstijden omhoog staan. Het is dan niet mogelijk om met de auto de binnenstad te bereiken. Deze pollers hebben tot doel om de binnenstad autoluw te maken en zo de leefbaarheid van de binnenstad te bevorderen. Voor enkele uitzonderingsgevallen geldt dat een speciale pas of een kaartje met barcode kan worden afgegeven waarmee men de poller, ook buiten de bevoorradingstijden, tijdelijk kan laten verzinken in het wegdek.

Door middel van pollers wordt het voetgangersgebied afgesloten voor motorvoertuigen. Toegangsregelingen gelden voor onder andere nood- en hulpdiensten, bevoorradend verkeer en taxi's. De Kamperstraat is alleen 's nachts tijdens het weekend met een poller afgesloten. De pollers zijn weergegeven op kaart 7b.

Pollers op het Rodetorenplein en de Kerkstraat zijn ingezet om doorgaande routes voor autoverkeer door de binnenstad te onderbreken.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12001-0004_0010.png"

2.2.3.2 Groenstructuur

Het groen in het plangebied bestaat uit de oevers van de Stadsgracht, de Achtergracht en de Thorbeckegracht, de parken op de bolwerken zoals de Potgietersingel, Van Nahuysplein, Ter Pelkwijkpark, Badhuiswal, de bomen en particuliere tuinen langs de singels en park Eekhout. Gezamenlijk maakt het deel uit van de groene randen van de binnenstad van Zwolle. De continuïteit van de Stadsgracht en het begeleidend groen is een belangrijke kwaliteit van de stad.

De oevers van de Stadsgracht bestaan uit gras (één tot twee maal per jaar gemaaid in verband met de ecologische functie) en bomen. De bomen bestaan voornamelijk uit eiken en zijn tevens de wegbeplanting van de Burgemeester van Roijensingel, de Wilhelminasingel en het Groot Wezenland. Langs de Drijbersingel, het Blekerswegje en de Diezerkade staan lindes. Langs de Pannekoekendijk, de Harm Smeengekade en de Stationsweg staan platanen.

In de tweede helft van de negentiende eeuw werden ten zuiden van de oude stad de spoorlijnen en het station aangelegd. Tussen de stad en het station kwamen grote villa’s met flinke tuinen. Het groene woonmilieu was bedoeld om kapitaalkrachtige inwoners een plek te geven in de stad. De tuinen hebben een waarde voor de groenstructuur. Visueel dragen ze bij aan de groene rand rond de binnenstad. Daarnaast is er een ecologische functie.

Bij de Inventarisatie en analyse voor het Groenbeleidsplan (1998) zijn negen biotopen onderscheiden. Het groen aan weerszijden van de Stadsgracht (inclusief de tuinen) behoort tot het kerngebied van het stinsmilieu. Kenmerkend voor deze biotoop is een voedselrijke, kalkrijke goed vochthoudende bodem met een zeer rijk bodemleven, een volledig ontwikkelde kruid-, struik- en boomlaag en een afwisseling van bos en open plekken. Het milieu komt vaak voor in oudere parken en (grote) tuinen en is genoemd naar de veelvuldig voorkomende wilde of verwilderde bosgewassen, die ook groeien op de stinsen en landgoederen. In Park Eekhout en op het Van Nahuysplein komen vooral de zeldzame Akker- en Weidegeelster voor. In een grote tuin aan de Pannekoekendijk komt Armbloemig look voor. De Potgietersingel is rijk aan, grotendeels vrij recent aangeplante, bolgewassen. Dezelfde gebieden zijn als stapsteen aangemerkt voor de biotoop Loofbos.

Park Eekhout bestaat uit de voormalige tuin (1,5 ha) van de Villa Eekhout. Deze villa werd gebouwd aan de Burgemeester van Roijensingel in 1860, aan de toenmalige rand van de stad. Aan de achterzijde werd een tuin in romantische landschapsstijl aangelegd. De vormgeving kenmerkt zich door een vloeiend verloop van paden en gazons, met daarop zorgvuldig geplaatste solitaire bomen en boomgroepen. Hierdoor ontstaan verschillende zichtlijnen en een typerende afwisseling tussen licht en donker. De tuin is in 1911 aangekocht door de gemeente en opengesteld. Hiervoor werd een ingang naast de villa gemaakt, aan de Burgemeester van Roijensingel. In de jaren dertig van de twintigste eeuw werd een woonwijkje achter de tuin gebouwd. Daarbij bleef een weide van 0,8 hectare over, die als dierenweide bij het park werd gevoegd.

Aan de noordwest zijde van het park loopt nog een restant van de Liniesloot. Deze watergang verbond de vestingwerken rond de stad met de schans Het Nieuwe Werk, gelegen aan de IJssel. Bij de gracht rond de binnenstad was vroeger een sluisje.

Ten westen van de Broerenkerk en de Librije bevindt zich een klein parkje in de vorm van een kloostertuin. In het westelijke deel van de Bitterstraat is een openbare binnentuin aanwezig in een woonbuurtje ontworpen door Aldo van Eyk. Beide groene plekken zijn rustpunten in het tumult van de binnenstad.

Bomen zijn een belangrijk onderdeel van de groenstructuur. De rijen bomen in de bermen ondersteunen de structuur van de wegen en het water. Daarnaast zijn er in dit gebied veel grote, oude bomen, in de tuinen en parken. De invloed op het beeld is vergelijkbaar met de vele gebouwde monumenten in het gebied. De bomen die bijzonder zijn vanwege ouderdom, omvang, soort of andere redenen (bijvoorbeeld herdenkings- of koninginnebomen), staan geregistreerd als bijzondere boom.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12001-0004_0011.png"

2.2.3.3 Waterstructuur en riolering

De hoofdafwatering van Salland-West wordt verzorgd door de Soestwetering en de Nieuwe Wetering, de zogenaamde Sallandse Weteringen. Ter plekke van Zwolle vindt de afwatering plaats via de grachten. Tot de 17e eeuw via het zuidelijke gedeelte stadsgracht en het noordelijke deel, dat nu de Thorbeckegracht is. Vanaf de 17e eeuw ook via de noordelijk gelegen Achtergracht.

In het kader van het Deltaplan Grote Rivieren (1995) en conform de procedures van de Wet op de waterkeringen is bij het project 'Dijkverbetering Achter Ramspol' door het waterschap Groot Salland een keersluis in het Zwartewater aangelegd. Door dit zogenaamd dijkring verkortingsalternatief is de binnenstad buiten de primaire dijkring komen te liggen. Provinciale Staten hebben in het voorjaar van 2011 de Maatgevende Hoog Waterstanden (MHW) (de waterstand die als uitgangspunt wordt genomen voor het ontwerpen van de versterking van waterkeringen), bij een veiligheidsniveau van 1:200 jaar vastgesteld op +1,91 meter NAP.

Langs de Stadsgracht, de Schuttevaerhaven en de Achtergracht is een regionale waterkering aanwezig. De waterkering beschermt het achterliggende gebied tegen hoog water en heeft een zogenaamde kern- en beschermingszone. De waterkering is in het beheer bij het waterschap Groot Salland. Het water en de waterkering zijn in eigendom van de gemeente.

De oevers aan de Stadsgracht/Schuttevaerhaven/Achtergracht zijn op de waterlijn vrijwel geheel voorzien van een beschoeiing en hebben een groen, vrij steil boventalud. Langs delen van de Harm Smeengekade, de Pannekoekendijk, de Schuttevaerkade, de Diezerkade en het Groot Wezenland is een kademuur aanwezig.

In het plangebied ligt een gemengd rioleringsstelsel; het is een onderdeel van het bemalingsgebied Turfmarkt en heeft drie overstortleidingen op de Stadsgracht en één overstortleiding op de Achtergracht.

2.2.3.4 Ligplaatsen schepen

Het water heeft, naast de functie voor de waterstructuur, ook de functie van ligplaats voor uiteenlopende soorten schepen. Was de waterkant vroeger vooral functioneel bepaald, door vervoer over water en pakhuizen, inmiddels heeft het een intrinsieke kwaliteit gekregen. De gracht zelf kende vanouds een aantal locaties voor voormalige beroepsscheepvaart. Inmiddels is er een rijk geschakeerd totaal ontstaan. De noodzaak om het gebruik ruimtelijk te sturen heeft geleid tot een zonering van de stadsgracht. In de geldende bestemmingsplannen voor het plangebied wordt onderscheid gemaakt in zones voor de volgende schepen:

  • woonschepen;
  • actieve schepen (functionele loskade die verband houdt met de actieve scheepvaart);
  • horecaschepen en schepen voor culturele doeleinden;
  • recreatieve schepen;
  • toeristisch recreatieve vaartuigen.
2.2.3.5 Bebouwingsstructuur

Het karakter van het plangebied wordt bepaald door een sterke samenhang in het ruimtelijke beeld als gevolg van de onderliggende, geleidelijk gegroeide structuur. Daarnaast is ook van de invloed de afwisseling in de ruimtelijke opbouw als gevolg van de verschillen in de structuur en de structuurelementen van de onderscheiden stadsdelen.

Binnenstad

De binnenstad wordt gekenmerkt door twee ruimtelijke structuren: de middeleeuwse stad en de vestingstad. De middeleeuwse stad bestaat uit gesloten bouwblokken van aaneengesloten individuele panden. De bebouwing volgt de rooilijn en staat direct aan de straat met een duidelijke scheiding tussen privé en openbaar. De vestingstad is om de middeleeuwse stad aangelegd.

De ordeningsprincipes van de vestingwerken waren gebaseerd op de stedenbouwkundige structuur van de middeleeuwse stad, maar kenden een andere ruimtelijke - en bebouwingsstructuur. De verkaveling is onregelmatig en bestaat uit een grote diversiteit aan gebouwen, zowel in schaal als in typologie. De gebouwen vormen veelal een ruimtelijke ensemble, waarbij privé en openbaar gebied ruimtelijk in elkaar overgaan.
Kenmerkend voor de binnenstad is de van oudsher grote diversiteit aan functies en de positie van de kerk. Hierbij hebben vooral de detailhandel, horeca en culturele en gemeentelijke voorzieningen een functie voor de stadsregio. In de binnenstad is de invloed van de ontwikkeling van netwerken van water en hoofdontsluitingswegen duidelijk zichtbaar. De veranderende functionele en economische waarde heeft geleid tot diverse ruimtelijke veranderingen. In het van oorsprong lager gelegen deel van de binnenstad hebben door de functieverandering van de waterwegen en de opmars van de auto de meeste veranderingen plaatsgevonden.

Dit heeft geleid tot een aantal grootschalige ingrepen, veroorzaakt door de schaalvergroting van de ambachten en later van de winkelketens, bevoorrading en parkeren. Herwaardering van de binnenstad als woon- en winkelgebied heeft geleid tot een kwalitatief herstel van deze gebieden. De specifieke historisch kenmerken van de openbare ruimte en de ruimtelijke structuur van de binnenstad vormen de uitgangspunten voor herstel, vernieuwing en nieuwbouw in de binnenstad.

De bebouwing in de binnenstad is zeer divers, met veel details en ornamenten, en de maatverhouding is vaak gebaseerd op de gulden snede. De gebouwen bestaan overwegend uit twee of drie lagen met wisselende verdiepingshoogte, een steile kap met rode of zwarte keramische pannen en baksteenarchitectuur. De details in de gevel worden bepaald door de historische stijlkenmerken uit de verschillende bouwperioden. Gezien de bijzondere historische waarde hebben veel gebouwen een monumentale status. De begane grond van diverse gebouwen bevatten stedelijke functies. Vooral de winkels en horecagelegenheden hebben afwijkende puiaanpassingen, toegevoegde luifels en reclameuitingen. Onzorgvuldige detaillering en materiaaltoepassing verstoren het stadsbeeld.

Enkele belangrijke cultuurhistorische karakteristieken in de stadsplattegrond zijn:

  • de Grote Markt, de centrale ontmoetingsplek;
  • het Rode Torenplein, de verbinding tussen Zwartewater en middeleeuwse stad;
  • de Diezerpoortenplas, de overgang tussen de middeleeuwse stad en de singelbebouwing;
  • het Paleis van Justitie aan de Blijmarkt, de overgang van middeleeuwse stad naar vestingstad.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12001-0004_0012.jpg"
afbeelding: de Grote Markt

De middeleeuwse stad Zwolle is verdeeld in vier gebieden. Behalve de prestedelijke kern in het gebied rond de Sassenstraat zijn de gebieden verkaveld in een rechthoekig rasterpatroon evenwijdig en loodrecht aan de Grote en Kleine Aa. De Grote Markt ligt centraal en is een historisch ontmoetingspunt. De rooilijnen uit de veertiende eeuw zijn, ondanks de continue transformatieprocessen, nauwelijks aangetast. De inrichting van de openbare ruimte bestaat uit bijzondere verhardingsmaterialen, gebaseerd op de historische context. De duidelijke scheiding tussen privé en openbaar is formeel door stoepen, bordessen en trappen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12001-0004_0013.jpg"afbeelding: luchtfoto van de binnenstad met schil

De vestingwerken, daterend uit 1606, zijn herontwikkeld vanaf de negentiende eeuw. De vestingwerken en de stadsgracht vormen een duidelijke zonering naar de omliggende wijken. De bruggen, poorten en bajonetontsluitingen zijn kenmerkend voor de ruimtelijke structuur van de entrees van de binnenstad. Het groen op de vestingwerken bestaat uit parken en tuinen van de voornamelijk vrijstaande bebouwing. De schaal en typologie van de bebouwing is gevarieerd en bepaalt het onregelmatige verkavelingspatroon van de vestingstad. De gebouwen hebben diverse bijzondere stedelijke functies, elk met een eigen context. De omliggende openbare ruimte is divers in gebruik, met geleidelijke overgangen tussen privé en openbaar.

Stationsbuurt

De structuur in dit deel van het plangebied wordt aan de zuidzijde gedomineerd door de Burgemeester van Roijensingel, die als een langgerekt element het stadscentrum ontsluit en de daarbuiten gelegen te onderscheiden stadsdelen met elkaar verbindt. Deze verbindingsas begint aan de westzijde bij de voormalige aansluiting van de water- en wegverbinding met de IJssel. Vervolgens sluiten de toegangsweg naar het Station en de voormalige uitvalsweg in de richting van Deventer aan. De Burgemeester van Roijensingel gaat daarna vrijwel naadloos over in de hoofdstraat van Assendorp. Het vervolg langs de vestinggracht, het Groot Wezenland, vormt een zelfstandige verbinding met de meer perifeer gelegen stadsdelen ten oosten van de historische binnenstad.

De vrijstaande villabebouwing langs de Burgemeester van Roijensingel en het Groot Wezenland omzoomt op karakteristieke wijze het grachtenprofiel aan de zuid- en oostzijde. In samenhang hiermee kan tevens de bebouwing van de Stationsweg, de Emmawijk en de kop van de Van Karnebeekstraat/ Van Royensingel gezien worden. Aan dezelfde opzet gerelateerd is het blok herenhuizen aan het eind van het Groot Wezenland, gesitueerd aan een fraaie met bomenrijen beplante wandel-allee.

Aan de Diezerkade en op de kop van de Van Karnebeekstraat/ Groot Wezenland kan direct buiten de stadsgracht nog een duidelijk herkenbare historische relatie worden gelegd met de oude uitvalswegen. Hoewel de aaneengeschakelde bebouwing hier niet van uitzonderlijk grote historische waarde is, zijn beide genoemde bebouwingswanden als geheel van betekenis als markering van de oorspronkelijke weg naar respectievelijk Dieze en Assendorp (Deventer)

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12001-0004_0014.jpg"afbeelding: luchtfoto van de Stationbuurt

2.2.4 Functionele structuur

In deze paragraaf wordt de bestaande functionele structuur van het plangebied omschreven op het gebied van het wonen, de centrumvoorzieningen, de recreatieve voorzieningen, de overige maatschappelijke voorzieningen en de economische voorzieningen.

2.2.4.1 Woonvoorzieningen

Als gevolg van de ontvlechting van de stedelijke activiteiten heeft de binnenstad lange tijd een uittocht van bewoners gekend. Omstreeks 1860 kende de binnenstad haar hoogste inwonertal: 11.450 bewoners. Dit hield in dat 60% van de Zwolse bevolking er woonde. Na 1860 is sprake van een aanhoudende afname: 7.175 bewoners in 1948, en 2.150 in 1975. Sindsdien groeit het aantal bewoners weer. De volgende tabel geeft een indruk van de demografie van de binnenstad. Van de Stationsbuurt zijn deze specifieke gegevens niet bekend.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12001-0004_0015.png"

In het plangebied van de Binnenstad en omgeving is een zeer grote variatie in het woonverblijven aanwezig, zoals: patriciërshuizen nabij de grachten, complexen met appartementen, woningen boven winkels, aaneengebouwde of vrijstaande eengezinshuizen. Wordt de omgeving in de beschouwing betrokken dan neemt de verscheidenheid van het wonen nog toe. Immers in het gebied bezit iedere plek een eigen karakteristiek, waardoor het wonen telkens van kleur verschiet. Mede hierdoor verschilt het wonen in de Westerstraat van het wonen in de Waterstraat, en het wonen aan het Gasthuisplein van het wonen in de Diezerstraat.

2.2.4.2 Centrumvoorzieningen

Detailhandel

Winkels

De binnenstad is het visitekaartje van Zwolle met ongeveer 350 winkels en een verkoopvloeroppervlakte van ruim 66.000 m2. De binnenstad van Zwolle vervult een belangrijke regionale functie; in het bijzonder voor de segmenten niet-dagelijks en horeca. Het centrum beschikt vooral over een groot 'mode & luxe' aanbod. Het dagelijks aanbod in de binnenstad is beperkt. De leegstand ligt ongeveer op het landelijk niveau. In de periode 2004-2010 zijn er in de binnenstad nauwelijks winkelmeters bijgekomen.

In vergelijking met diverse andere grote steden is er sprake van een 'gemiddeld' aanbod in het centrum van Zwolle. Zwolle springt er niet echt uit, zowel in positieve als negatieve zin. Ongeveer 40% van de totale bestedingen in Zwolle vindt plaats in de binnenstad.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12001-0004_0016.jpg"afbeelding: winkels in de Diezerstraat.

Warenmarkt

De warenmarkt in het centrum van Zwolle vervult een belangrijke economische functie. Met name de vrijdag- en zaterdagmarkt trekken vele mensen aan die vaak buiten Zwolle woonachtig zijn. Veelal wordt het marktbezoek gecombineerd met het kopen van goederen bij de Zwolse detailhandel. Er bestaat derhalve een duidelijke relatie tussen de warenmarkten, winkels en horeca-activiteiten.

Horeca

De horeca vervult in Zwolle een maatschappelijke en economische betekenis die niet meer weg is te denken. De horeca geeft mede kleur en leefbaarheid aan de stad. Het horeca-aanbod in de binnenstad van Zwolle is grofweg op te delen in 6 verschillende clusters. Elk van deze clusters heeft haar eigen identiteit door het aanbod van horecavestigingen.

Primair horecagebied: Melkmarkt, Grote Markt
Secundair horecagebied: Nieuwe Markt, Bethlehemkerkplein, Grote Kerkplein, Sassenstraat
Rondom de Peperbus: Voorstraat, Jufferenwal, Kamperstraat, Ossenmarkt, Luttekestraat
Winkelgebied: Gebied tussen Diezerstraat en Eiland
Oude Vismarkt en Gasthuisplein
Cultuurzone: Luttekestraat, Potgietersingel, Blijmarkt

Het aanbod van horecavestigingen kan variëren van de restaurantsector, drankensector, hotelsector tot de fastservicesector. Om onderscheid te maken in de diverse vormen van horeca is in het vigerende bestemmingsplan Beschermd Stadsgezicht gebruik gemaakt van een lijst met horecacategorieën. Ook in dit bestemmingsplan Binnenstad en omgeving is gebruik gemaakt van de indeling van horecacategorieën. De indeling is te vinden in de Lijst met horecacategorieën die als Bijlage 2 bij de regels is gevoegd.

Een nadere uitleg over de vertaling van horeca in dit bestemmingsplan is te vinden in paragraaf 5.3.2.2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12001-0004_0017.jpg"afbeelding: op de voorgrond café 't Beugeltje in de Wijndragerstoren, uiterst rechts restaurant de Librije in het voormalige Broerenklooster

Maatschappelijke voorzieningen: cultuur

Culturele voorzieningen zijn aanwezig in een veelheid van uitingen: podia, musea, galerieën, et cetera. De voorzieningen geven kleur aan de stad.

  • Bibliotheek Zwolle, Diezerstraat 80
  • Theater De Spiegel, Spinhuisplein 14
  • Theater Odeon, Blijmarkt 25
  • Filmtheater Het Fraterhuis, Blijmarkt 25
  • Pathé cinema De Kroon, Gasthuisplein 8
  • Museum De Fundatie / Paleis aan de Blijmarkt, Blijmarkt 20
  • Stedelijk Museum Zwolle, Melkmarkt 41
  • Sassenpoort, Sassenstraat 53
  • Verteltheater De Verhalenboot, Pletterstraat 20
  • Cultuurschip Thor, Pletterstraat 24

Maatschappelijke voorzieningen: kerken / kerkgebouwen

Vertrouwde aanwezigen in het plangebied zijn de kerken. Een aantal kerken worden tevens gebruikt als podium voor concerten, uitvoeringen en dergelijke.

  • Grote- of Sint Michaelskerk, Grote Markt 18
  • Onze Lieve Vrouwebasiliek, met Peperbus of Onze Lieve Vrouwetoren, Ossenmarkt 41
  • Noorderkerk, Thorbeckegracht 37
  • Evangelisch Lutherse kerk, Koestraat 2
  • Synagoge Zwolle, Samuel Hirschstraat 8
  • Waalse kerk, Schoutenstraat 4
  • Plantagekerk, Ter Pelkwijkstraat 17
  • Doopsgezinde kerk, Wolweverstraat 9

Maatschappelijke voorzieningen: onderwijsvoorzieningen

In het plangebied zijn een aantal onderwijsvoorzieningen aanwezig. Het betreft een basisschool en onderwijs op het gebied van de kunsten.

  • Openbare basisschool de Parkschool, Westerlaan 22
  • Kunstencentrum Muzerie, Goudsteeg 19
  • ArtEZ Hogeschool voor de kunsten, Aan de Stadsmuur 88

Maatschappelijke voorzieningen: kinderopvang

In de wijk is er op een aantal plaatsen kinderopvang van De Blokkendoos, kinderopvang en buitenschoolse opvang van Doomijn aan de Westerlaan.

Kantoren

In de binnenstad en in de Stationsbuurt is op een aantal plekken sprake van kantoren, meestal kleinschalig van karakter. Dit zijn bijvoorbeeld locaties als de Eekwal, Koestraat en de omgeving van de singels buiten de stadsgracht. Deze locaties zijn in de loop van de tijd ontstaan en gevestigd in voormalige woonpanden. Het betreft met name kantorenlocaties die vanwege de uitstraling van het gebouw een bepaald type kantoren/dienstverlening, zoals advocatuur, accountants, notariaat, aantrekt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0193.BP12001-0004_0018.jpg"afbeelding: kantoren in statige panden aan de Burgemeester van Roijensingel

2.2.4.3 Recreatieve voorzieningen

De belangrijke groene recreatievoorzieningen in het plangebied zijn de wandelroutes langs de Stadsgracht en park Eekhout. Langs de Stadsgracht bevinden zich wandelroutes waar zo veel mogelijk in een groene omgeving gerecreëerd kan worden. In de groene omgeving van park Eekhout is tevens een kinderboerderij aanwezig.

Vlakbij de Nieuwe Havenbrug, aan de Potgietersingel, is een recreatievoorziening aanwezig. Hier kunnen bezoekers van de binnenstad wateractiviteiten uitoefenen als rondvaarten, kanovaren en waterfietsen. Ook aan de Thorbeckegracht en naast parkeergarage het Maagjesbolwerk zijn opstappunten voor rondvaarten aanwezig.

2.2.4.4 Economische voorzieningen

In het plangebied is een aantal bedrijven gevestigd die geen verwantschap hebben met publieksgerichte centrumvoorzieningen zoals detailhandel, horeca of kantoren.

Motorbrandstofverkooppunt

Binnen het plangebied bevindt zich een motorbrandstofverkooppunt waar geen LPG verkocht wordt. Dit motorbrandstofverkooppunt is gevestigd aan de Dijkstraat 2.

Beroep aan huis

Verspreid door het plangebied worden beroepen aan huis uitgeoefend.