Artikel 24 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemmingen Bedrijf, Verkeer en Groen in elkaar wijzigen in die zin dat de situering en de vorm van de in het plan aangegeven bestemmingsvlakken en bouwvlakken worden gewijzigd dan wel nieuwe bestemmingsvlakken en bouwvlakken in het plan worden aangegeven, mits:
-
a. de wijziging leidt tot
-
1. een verbeterde ontsluiting van het betreffende gedeelte van het bedrijventerrein;
-
2. en/of een verbeterde verkaveling van het betreffende gedeelte van het bedrijventerrein;
-
3. en/of een verbeterde energievoorziening van het betreffende gedeelte van het bedrijventerrein;
-
4. en/of een verbeterde verkeersafwikkeling;
-
5. en/of een verbeterde parkeervoorziening;
-
6. en/of een verbeterde groenvoorziening;
-
b. kruisingen en/of T-aansluitingen niet minder dan 50 meter uit elkaar mogen liggen;
-
c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
1. het stedenbouwkundig beeld;
-
2. de woonsituatie;
-
3. de brandveiligheid;
-
4. de verkeersveiligheid;
-
5. de parkeergelegenheid;
-
6. de sociale veiligheid;
-
7. de milieusituatie;
-
8. de groenstructuur;
-
9. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.