Plan: | De Vrolijkheid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0193.BP09015-0006 |
Algemeen
De gemeenteraad van Zwolle heeft in 2005 de milieuvisie "Milieu op scherp" vastgesteld. De milieuvisie geeft de richting aan van het Zwolse milieubeleid. In de milieuvisie worden ambities en doelstellingen geformuleerd en worden prioriteiten gesteld in de ontwikkeling en uitvoering van het Zwolse milieubeleid.
In de milieuvisie is de strategie geformuleerd die Zwolle wil hanteren om te komen tot een effectief en efficiënt milieubeleid. Er worden parallelle sporen gevolgd.
Het gebiedsgerichte milieubeleid is voor de aspecten geluid en externe veiligheid reeds vastgesteld. Voor bodem zijn de gebiedsgerichte kaders nagenoeg gereed.
Het beleid voor de aspecten geluid, externe veiligheid en luchtkwaliteit zijn relevant voor het bestemmingsplan De Vrolijkheid. Dit beleid wordt in de volgende paragrafen kort beschreven.
Geluid
In de milieuvisie “Milieu op scherp” wordt de ambitie voor geluid als volgt omschreven. Zwolle is een dynamische stad met geluidniveaus die passen binnen de wettelijke grenswaarden. Er zijn alleen geluiden die passen bij de functie van een gebied. Een belangrijke doelstelling is het verminderen van geluidshinder in bestaande woningen en voorkomen van geluidshinder bij renovatie en nieuwbouw. Een belangrijke maatregel om deze doelstelling te bereiken is het toepassen van stillere wegdeksoorten. Een andere maatregel is het meenemen van de geluidsdoelstellingen bij de ruimtelijke planontwikkeling.
In de door de gemeenteraad vastgestelde “Handreiking gebiedsgericht werken aan milieu gemeente Zwolle (juli 2007) en in de beleidsregel Hogere waarden Wet geluidhinder (9 februari 2007) worden de ambities en de grenswaarden (dit is maximale waarde waarvoor nog hogere grenswaarden worden vastgesteld) per gebiedstype genoemd.
Het bestemmingsplan De Vrolijkheid behoort tot het gebiedstype 'Kantoren en voorzieningen'. Het woongebied ten westen van De Vrolijkheid behoort tot het gebiedstype 'Stedelijk gebied', de wijk Berkum is 'groen stedelijk' en de aangrenzende sportterreinen behoren tot het gebiedstype 'stedelijk groen'. Het noordelijk deel is tevens gelegen in een zogenaamde stroomzone (invloedsgebied A28).
Gebiedstype | Ambitie Gemeentelijk beleid |
Voorkeur Wgh | Grenswaarde Gemeentelijk beleid |
Maximale ontheffingswaarde Wgh |
Kantoren en voorzieningen | 53 dB | 48 dB | 63 dB | 63 dB |
Stedelijk gebied | 48 dB | 48 dB | 58 dB | 63 dB |
Groen stedelijk gebied | 43 dB | 48 dB | 53 dB | 63 dB |
Stedelijk groen | - | 48 dB | - | 63 dB |
Stroomzone | 53 dB | 48 dB | 63 dB | 63 dB |
In 2007 heeft de gemeente de Nota Industriegeluid vastgesteld. Doel van deze Nota is duidelijkheid met betrekking tot regels voor geluid ten gevolge van individuele bedrijven. Uitgangspunt van het beleid is dat de geluidshinder in ieder geval niet toeneemt als gevolg van het industriegeluid (individuele bedrijven) en dat er gebiedsgerichte normen worden gehanteerd die aansluiten bij de geluidsbeleving (perceptie). De Nota bevat een gebiedsindeling bevat die aansluit bij het Structuurplan Zwolle 2020 en in de toekomst ook voor een gebiedsgericht milieubeleid is toe te passen.
Voor elk van de gebiedstypen en de aandachtsgebieden zijn ambitiewaarden geformuleerd. Deze ambitiewaarden zijn vergelijkbaar met de richtwaarden voor de woonomgeving uit de Handreiking Industrielawaai en Vergunningverlening. Deze ambitiewaarden zijn zodanig gekozen, dat wanneer een bedrijf hieraan voldoet, de geluidsbeleving in het betreffende gebied in ieder geval niet verandert.
Naast de ambitiewaarde wordt in de Nota Industriegeluid een nieuwe waarde geïntroduceerd: de basiswaarde. Deze waarde geeft de gewenste bovengrens weer. Overschrijding van deze bovengrens kan mogelijk betekenen dat de geluidsbeleving in een gebied verandert. In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de beoogde geluidsnormen per gebiedstype
Gebiedsgerichte geluidsnormen voor de gemeente Zwolle
Gebiedstype | Ambitiewaarde [dB(A)] | Basiswaarde [dB(A)] |
Stedelijk wonen | 50 | 55 |
Bedrijventerrein (niet gezoneerd) | 50 | 55 |
Groenstedelijke milieu | 45 | 50 |
Aandachtsgebied snelweg | 50 | 55 |
Luchtkwaliteit
Het luchtkwaliteitsplan gemeente Zwolle 2007-2011 beschrijft de luchtkwaliteitsituatie in Zwolle, de opgave, de ambitie en de aanpak om de vastgestelde doelen te bereiken.
Zwolle wil, binnen de beïnvloedingssfeer van de gemeente, een significante bijdrage leveren aan de verbetering van de luchtkwaliteit. Om dat te bereiken zijn de volgende doelen geformuleerd:
De gemeente streeft ernaar dat het aspect door gaat werken in het verkeers- en vervoersbeleid, het ruimtelijke ordeningsbeleid en het beleid van vergunningen en handhaving.
Externe veiligheid
De beleidsvisie externe veiligheid is op 6 maart 2007 vastgesteld door de gemeenteraad. De gemeente streeft er naar voor haar gehele grondgebied te voldoen aan de basisveiligheid".
Dit betekent dat:
In 2009 heeft het college van BenW het gebiedsgericht beleidskader externe veiligheid vastgesteld. Het gaat om een ruimtelijke uitwerking van het externe veiligheidsbeleid dat aansluit op het gebiedsgerichte milieubeleid. Op basis van kenmerken (fysieke omgeving, hulpverleningsniveau en zelfredzaamheid) die bij een bepaald gebiedstype horen is een beleidsstandpunt bepaald ten aanzien van ene mogelijke toename van het groepsrisico.
Tevens is op basis van dezelfde kenmerken van een gebiedstype bepaald of er plaats is voor nieuwe risicobronnen.
Een afwijkend gebiedstype vormen de stroomzones. Stroomzones zijn gebieden rondom infrastructuur (spoorlijnen, wegen en waterwegen) waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Voor stroomzones is een apart beleidskader geformuleerd.
Het bestemmingsplan De Vrolijkheid behoort tot het gebiedstype 'Kantoren en Voorzieningen' en is tevens gelegen in een Stroomzone. Voor het gebiedstype 'Kantoren en Voorzieningen' geldt dat een beperkte toename van het groepsrisico en een overschrijding van de oriëntatiewaarde is toegestaan mits dit vanuit locatiespecifieke kenmerken (zoals een goede ontsluiting) en maatregelen te verantwoorden is. De hoge organisatiegraad, de lage personendichtheid in de nachtperiode en de mobiliteit van de aanwezige personen schept ruimte voor risico's. De bereikbaarheid is een belangrijk aandachtspunt ten tijde van piekbelasting. Omdat een calamiteit met een gevaarlijke stoffen echter voor een grote piekbelasting van de infrastructuur zorgt, is het van belang om de verkeersstroom goed te managen (route voor hulpdiensten vrijhouden, auto's laten staan, voetgangersstromen managen, etc.).
Binnen het gebiedstype geldt dat er in principe geen plek is voor bestaande of nieuwe risicovolle activiteiten tenzij de PR 10-6 contour binnen de inrichtingsgrens blijft.
Het beleidskader voor de stroomzone is, anders dan de overige gebieden, niet normatief (t.a.v. het groepsrisico) maar is vooral gericht op een goede borging van de externe veiligheid belangen in het gebiedsontwikkelingsproces. Dit betekent dat er bij het ontwerpproces op voorhand geen maximaal groepsrisiconiveau voorgeschreven wordt maar dat er gezamenlijk gezocht wordt naar een verantwoorde ontwikkeling. Dit gebeurt door vanuit het beleidskader randvoorwaarden, uitgangspunten en handreikingen aan het ontwerp mee te geven ten aanzien van functies, inrichting en eventuele maatregelen. Op deze manier zal het groepsrisico zoveel mogelijk beperkt worden en kan het bestuur een verantwoord besluit nemen over het eventueel te accepteren restrisico.
Visie op de ondergrond
Zwolle wil de evenwichtige groei en duurzame ontwikkeling van de stad voortzetten en goed regelen. Als eerste gemeente in Nederland voegt Zwolle een extra dimensie toe bij het nadenken over een optimale inrichting en gebruik van haar ruimte: de ondergrondse dimensie.
De gemeenteraad heeft hiervoor oktober 2007 de visie op de ondergrond vastgesteld en besloten de basispricipes uit deze visie toe te passen in projecten.
Belangrijke uitgangspunten zijn het structureel en georganiseerd toepassen van koude en warmte opslag, het koppelen van kwo met grondwatersanering en het werken met ondergrondse bestemmingen en functies.
Aanpak volgens de visie versterkt een duurzame ontwikkeling, zorgt voor energiebesparing en CO2 reductie, leidt door de koppeling van functies tot kostenvoordeel en kan hierdoor de stedelijke ontwikkeling een enorme impuls geven.