direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: 13e wijziging bestemmingsplan Buitengebied 2009, Bekkenhaarszijweg 1a
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.WB2011000005-VA01

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Structuurvisie Wierden
3.4.1.1 Algemeen

De structuurvisie Wierden is opgesteld voor het gehele grondgebied van de gemeente Wierden en betreft de periode tot 2030. De structuurvisie vormt het toetsingskader voor de beoordeling van nieuwe plannen en initiatieven. Bestemmingsplannen/ wijzigingsplannen en omgevingsvergunningen moeten getoetst worden aan de structuurvisie. De structuurvisie is op 5 oktober 2010 door de gemeenteraad vastgesteld.

3.4.1.2 Ruimtelijke ontwikkelingsvisie

Ambitieniveau

De gemeente Wierden zet in op de verdere uitwerking van de lijnen die zijn uitgezet in de Ontwikkelingsvisie 2005. De ambitie van de gemeente is “een actieve en zelfbewuste gemeente zijn, die kwaliteit hoog in het vaandel heeft en die onderneemt”. Over 20 jaar is de gemeente nog meer een groene, ondernemende, recreatieve gemeente met (deels) stedelijke trekjes en een hele mooie woon- en leefomgeving. Waar nodig wordt samengewerkt met andere gemeenten of andere overheden. Er wordt aansluiting gezocht bij de Omgevingsvisie Overijssel. Rode draden in de Omgevingsvisie Overijssel vormen duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit.

Centrale waarden

De gemeente Wierden ontleent haar identiteit aan haar ligging op het overgangsgebied tussen de Sallandse Heuvelrug en het Twentse landgoederenlandschap, op de kruising van snelwegen en spoorlijnen, doorsneden door de Regge en dichtbij de Twentse steden. De identiteit kan kort worden samengevat als een gemeente die verbindt. Het gaat daarbij om verschillende soorten verbindingen en verbindingen op verschillende niveaus. Gemeente Wierden verbindt:

  • 1. Stad en land
  • 2. Wonen, werken en recreëren (kruispunt van snelwegen en spoorlijnen)
  • 3. Landschapstypen

3.4.1.3 Kernkwaliteiten en centrale waarden gemeente Wierden

Het versterken van de centrale waarden vormt de basis voor de toekomstige ontwikkeling van Wierden. Kiezen voor deze waarden betekent kiezen voor een duidelijke identiteit. Het verder ontwikkelen van deze identiteit vormt dan ook het vertrekpunt voor de visie op de toekomstige (ruimtelijke) ontwikkeling van Wierden en aanknopingspunten voor de uitwerking in projecten en beleidsthema's.

Deelgebiedsvisies

De structuurvisie onderscheidt drie deelgebieden. Per deelgebied is een visie gemaakt. Onderhavig plangebied valt onder het deelgebied "Landelijk gebied, inclusief Hoge Hexel en buurtschappen". Voor dit deelgebied wordt gestreefd naar goede ontwikkelingsmogelijkheden voor agrarische bedrijven en biedt daarnaast kansen voor verbrede landbouw. Ook is er ruimte voor functieverandering in vrijkomende agrarische bebouwing, natuurbeheer en de ontwikkeling van enkele nieuwe landgoederen. Verrommeling en verpaupering worden zoveel mogelijk tegengegaan. De Ecologische Hoofdstructuur is ontwikkeld en de wateropgaven in de verdroogde natuurgebieden met nog steeds grote natuurwaarden (TOP-gebieden) en voor de beken zijn uitgevoerd. Het landelijk gebied heeft zich nog meer ontwikkeld als aantrekkelijk recreatiegebied op regionaal niveau. De Regge is bevaarbaar. Er is ruimte voor landelijk wonen, waarbij de leefbaarheid in het landelijk gebied en de buurtschappen optimaal is gebleven.

Op basis van de visiekaart is het plangebied binnen het betreffende deelgebied aangemerkt als 'agrarisch gebied'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.WB2011000005-VA01_0012.png"

Afbeelding 3.5 Uitsnede structuurvisieplankaart (bron: gemeente Wierden)

3.4.1.4 Toetsing

Met de vergroting van het bouwvlak worden ontwikkelingsmogelijkheden geboden aan het agrarische bedrijf van Maatschap Brummelhuis. Het bedrijf is op grond van het vigerende bestemmingsplan gelegen in het landbouwontwikkelingsgebied. Op de visiekaart grenst het plangebied aan het landbouwontwikkelingsgebied (in lichtgroen weergegeven).

Van belang is dat het nieuwe agrarische bouwvlak op een passende wijze opgaat en aansluit bij het omliggende landschap. Hiertoe is een inrichtingsplan opgesteld, waarmee de landschappelijke inpassing gegarandeerd wordt, waardoor de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse behouden blijft en wordt versterkt.

3.4.2 Landschapsontwikkelingsplan
3.4.2.1 Beleid

Het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) is op 10 februari 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. De algemene doelstellingen voor het LOP zijn:

  • het behouden en versterken van de landschappelijke (kern)kwaliteiten van het gebied;
  • het behouden en versterken diversiteit en herkenbaarheid van de verschillende landschappen;
  • een ontwikkelingsgerichte benadering.

In het LOP is de gemeente Wierden onderverdeeld in verschillende deelgebieden, die onderling een sterke samenhang hebben, maar die tegelijkertijd ruimtelijk, functioneel en qua ontwikkelingen en beleid van elkaar verschillen. Per deelgebied zijn de eigen kenmerken, kwaliteiten, ontwikkelingen, kansen en bedreigingen uiteengezet. Daarnaast zijn de verschillende specifieke opgaven voor de deelgebieden bepaald.

Het plangebied is gelegen in deelgebied 'Rug van Hoge Hexel'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.WB2011000005-VA01_0013.png"

Afbeelding 3.6 Uitsnede deelgebied 'Rug van Hoge Hexel' Landschapsontwikkelingsplan (bron: gemeente Wierden)

De visie op de Rug van Hoge Hexel is er op gericht om de ruimtelijke afwisseling van open en besloten delen met landgoederen en bossen duurzaam in stand te houden. Deze ruimtelijke afwisseling vormt een belangrijke landschappelijke kwaliteit van het gebied. Door de hoogteverschillen en de ruimtelijke afwisseling kent het gebied fraaie vergezichten en kenmerkende zichtlijnen. Kenmerkende zichtlijnen moeten in stand worden gehouden of worden versterkt.

Belangrijk is dat de nieuwe bossen aansluiten bij de kenmerkende relatief grootschalige duidelijk begrensde blokvormige bosstructuren in het gebied en deze structuur versterken. Belangrijke zichtlijnen in het gebied kunnen door bosontwikkeling worden ondersteund. Daarbij is het natuurlijk belangrijk dat de afwisseling aan open en besloten delen in het gebied behouden blijft.

3.4.2.2 Toetsing

Het initiatief past binnen de kaders van LOP die voor dit gebied gelden. Er is een erfinrichtingsplan opgesteld, waaruit de aandacht voor de landschappelijke inpassing is aangetoond. Kortheidshalve wordt hier voor verwezen naar de bijlage waarin het erfinrichtingsplan is opgenomen.

3.4.3 Ontwikkelingsplan LOG's Wierden
3.4.3.1 Algemeen

De aanleiding van het "Ontwikkelingsplan LOG's Wierden" is het Reconstructieplan Salland-Twente (2004) van de provincie Overijssel. Dit plan volgt uit de Reconstructiewet (2002), die in het leven is geroepen vanwege de opeenstapeling van ruimtelijke problemen in gebieden met een hoge veedichtheid.

In Wierden zijn twee landbouwontwikkelingsgebieden (LOG) aangewezen, te weten LOG De Kolonie en LOG Wierden. Via het "Ontwikkelingsplan LOG’s Wierden" wil de gemeente sturing geven aan de ontwikkeling van de LOG’s. Het ontwikkelingsplan is juridisch-planologisch verankerd in het bestemmingsplan “Buitengebied 2009”.

3.4.3.2 Visie

De LOG's in Wierden zijn relatief klein van omvang. Het zijn in feite kleine gebieden met deels een grootschalige opbouw (jonge ontginningen). Door de beperkte omvang heeft het landschap onvoldoende draagkracht voor het creëren van een 'nieuw landschap', dat wordt gekenmerkt door een groot aantal grootschalige intensieve veehouderijen met moderne architectuur. Het beleid is er dan ook op gericht om in de LOG's ruimte te bieden voor intensieve veehouderij met behoud van de landschappelijke kwaliteiten van het huidige landschap.

De visie voor de ontwikkeling van de landbouwontwikkelingsgebieden is erop gericht om ruimte te bieden voor intensieve veehouderij: nieuw- en hervestiging van intensieve veehouderijen. Hierbij moeten de landschappelijke kwaliteiten van het huidige landschap behouden worden. Bij de vestiging van intensieve veehouderijen in de LOG's wordt gekeken naar de volgende twee zaken:

  • De schaal en de dichtheid van de (bestaande) bebouwing. Dit wordt bepaald door de hoeveelheid van de bebouwing in het gebied en de grootte van zowel de bestaande als de nieuwe bebouwing in het gebied waar de intensieve veehouderij moet komen.
  • De schaal van het landschap. Dit wordt bepaald door bijvoorbeeld de maat van de open ruimtes in het gebied, de dichtheid van de beplanting en wegen en kavelgroottes.

De verschijningsvorm en de landschappelijke inpassing van intensieve veehouderijen wordt nader gereguleerd via het beeldkwaliteitsplan voor de landbouwontwikkelingsgebieden (zie subparagraaf 3.4.4). Bij de inrichting van de LOG's wordt eveneens rekening gehouden met de omvang van de gebieden. Op basis van de opgestelde visie heeft de gemeenteraad besloten om 2 nieuwvestigingen toe te staan in de periode tot 2013. Uitgangspunt is dat bestaande bedrijven voldoende ontwikkelingsruimte moeten hebben. Bij nieuwe bedrijven heeft hervestiging de voorkeur.

De maximale omvang van de (bestaande) bedrijven is in het bestemmingsplan "Buitengebied 2009" vastgelegd. Hierbij zijn uitsluitend de ruimtelijke aspecten, zoals de goot- en bouwhoogte, de hoek van de dakhelling en de oppervlakte van het agrarisch bouwblok vastgelegd. In de landbouwontwikkelingsgebieden mag een agrarisch bouwblok voor intensieve veehouderij maximaal 2 hectare bedragen. Indien een groter bouwblok gewenst is, dient hiervoor een zwaardere planologische procedure te worden uitgevoerd.

3.4.3.3 Toetsing

Het voorliggende plan betreft een wijzigingsplan op basis van een in het bestemmingsplan "Buitengebied 2009" opgenomen wijzigingsbevoegdheid. Het bouwvlak van het agrarisch bedrijf wordt vergroot tot 2 hectare. De regels van het bestemmingsplan "Buitengebied 2009" zijn, voor zover van toepassing, onverkort overgenomen. Geconcludeerd wordt dat het voorliggende wijzigingsplan in overeenstemming is met het "Ontwikkelingsplan LOG's Wierden".

3.4.4 Beeldkwaliteitsplan LOG's Wierden
3.4.4.1 Algemeen

In het "Ontwikkelingsplan LOG's Wierden" (zie voorgaande subparagraaf) is de gemeentelijke visie op de gewenste ontwikkeling van de landbouwontwikkelingsgebieden verwoord. Onderdeel van dit plan is een uitvoeringsprogramma, waarin projecten zijn opgenomen, die voor de uitvoering van het plan noodzakelijk of gewenst zijn. Eén van de projecten, die in het uitvoeringsprogramma is genoemd, is het opstellen van een beeldkwaliteitsplan, waarin criteria zijn opgenomen ten aanzien van de verschijningsvorm van de agrarische bebouwing en de inpassing van de agrarische bebouwing in het landschap in de LOG’s.

Het doel van het beeldkwaliteitsplan LOG’s Wierden is het geven van criteria voor de verschijningsvorm van de agrarische bebouwing en de landschappelijke inpassing van de agrarische bebouwing in de landbouwontwikkelingsgebieden.

Het plangebied is gelegen binnen het LOG De Kolonie. Binnen dit LOG worden de volgende deelgebieden onderscheiden:

  • De Kolonie;
  • Heuvelranden;
  • Heuvels.

Het plangebied is gelegen binnen het deelgebied Heuvels.

3.4.4.2 Deelgebied Heuvels

Binnen dit deelgebied worden criteria gegeven voor de situering van de bedrijven, de vorm en indeling van de bouwblokken, de afwerking van het erf, de omvang en de vorm van de bebouwing, de gevels, het materiaal- en kleurgebruik en reclameuitingen. Het voert te ver om al deze criteria nader toe te lichten. Hierna worden puntsgewijs, en indien van toepassing, de criteria voor de vorm en indeling van de bouwblokken en de criteria voor de massa en vorm weergegeven.

Vorm en indeling bouwblokken

  • Bouwblokken dienen overwegend vierkant of rechthoekig van vorm te zijn;
  • De gebouwen staan zo compact mogelijk geclusterd of in onderlinge samenhang op het erf;
  • Aan de voorzijde van het erf wordt de bedrijfswoning geplaatst;
  • Bedrijfsgebouwen dienen achter de voorgevelrooilijn van de woning te staan;
  • De hoofdvorm van de gebouwen dient dwars op de weg te staan, rekening houdend met de verkaveling.

Massa en vorm

  • De oorspronkelijke streekeigen architectonische kenmerken dienen als inspiratiebron;
  • Onderscheid tussen woongedeelte en bedrijfsgedeelte moet herkenbaar blijven;
  • De bedrijfsgebouwen dienen dwars of evenwijdig op de weg te staan;
  • De detaillering van de bedrijfsgebouwen is sober;
  • Dakvorm zadeldak, eventueel asymmetrisch;
  • Uitgangspunt is een lage goothoogte en een forse hoogoplopende kap.

3.4.4.3 Toetsing

Tezijnertijd zal het ontwerp uitgebreid getoetst worden aan het beeldkwaliteitsplan en de daarin opgenomen criteria. Een eerste toetsing van het voorgenomen plan, zie hiervoor het inrichtingsplan dat is opgenomen in Bijlage 3 bij deze toelichting, laat zien dat met het eerste ontwerp rekening is gehouden met de criteria zoals genoemd in het beeldkwaliteitsplan.