Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) van kracht geworden. Deze wet regelt de omgang met het archeologisch erfgoed. De Wamz bestaat niet meer als zelfstandige wet, hij is opgegaan in de Monumentenwet 1988. Gemeenten hebben hierbij een archeologische zorgplicht en initiatiefnemers van projecten waarbij de bodem wordt verstoord, zijn verplicht rekening te houden met de archeologische relicten die in het plangebied aanwezig (kunnen) zijn. Hiervoor is onderzoek noodzakelijk: het archeologisch vooronderzoek. Als blijkt dat
in het plangebied behoudenswaardige archeologische vindplaatsen aanwezig zijn, dan kan de initiatiefnemer verplicht worden gesteld hiermee rekening te houden. Dit kan leiden tot een aanpassing van de plannen, waardoor de vindplaatsen behouden blijven, of tot een archeologische opgraving en publicatie van de resultaten.
Op grond van de provinciale archeologische verwachtingskaart heeft het plangebied een middelhoge archeologische verwachting. De gemeente Wierden heeft archeologiebeleid ontwikkeld en vastgesteld. Met de vaststelling van de gemeentelijke archeologische verwachtingswaardenkaart is dat de enige juridische basis voor archeologisch onderzoek/advies. De provinciale kaart of de IKAW word in Wierden niet meer gebruikt.
Op de gemeentelijke archeologische verwachtingswaardenkaart heeft het perceel Molendijk 109 een hoge archeologische verwachtingwaarde. Zie hiervoor de volgende afbeelding.
Fragment archeologische verwachtingswaardenkaart Wierden, met fragment legenda (bron: gemeente Wierden)
De aangeduide hoge verwachtingswaarde geeft de trefkans weer op het aantreffen van archeologische waarden. Dit zegt in feite niets over de daadwerkelijke aanwezigheid van dergelijke waarden; een terrein met hoge verwachtingswaarde kan ‘leeg’ zijn, terwijl een terrein met lage verwachtingswaarde wel degelijk archeologische resten kan bevatten. De kans op het aantreffen van resten in een zone met een lage verwachting is echter beduidend lager dan in een zone met een hoge verwachting.
Gelet op de aanwezigheid van agrarische bedrijfsbebouwing is het aannemelijk dat de ondergrond verstoord is.
Mochten er tijdens het uitvoeren van de civiele werkzaamheden archeologische resten aangetroffen worden, geldt een meldingsplicht bij het bevoegd gezag (de gemeente Wierden) volgens de Monumentenwet 1988, art. 53 en 54.