Plan: | 1e wijziging bestemmingsplan Buitengebied 2009, Enterweg 20 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.WB000001-0003 |
Er is sprake van functieverandering van het bouwwerk. Er worden verblijfsruimten in een agrarisch georiënteerd gebouw gerealiseerd. Gezien het voormalig gebruik en de omvang van de ruimten voor de kinderopvang is het uitvoeren van een bodemonderzoek niet nodig.
De locatie ligt in landelijk gebied (60 km/h). De verkeersbewegingen op de Enterweg zijn in 2009 geteld. Er kwamen 2393 motorvoertuigen per etmaal langs het telpunt op de Enterweg t.h.v. de Rijssensestraat . Een kinderdagverblijf is geen gevoelig object in de zit van de Wet geluidhinder. Het uitvoeren van een akoestisch onderzoek is dan ook niet nodig.
In of nabij het plangebied is geen sprake van inrichtingen als bedoeld in het Bevi dan wel andere risico's of gevaarbronnen. Ook zijn er geen routes gevaarlijke stoffen (over de weg, het spoor of het water) en buisleidingen in de nabije omgeving van het plangebied aanwezig. Nader onderzoek naar het aspect externe veiligheid is daarom niet aan de orde.
Op 15 november is de wijziging van de Wet milieubeheer op het gebied van luchtkwaliteitseisen (Hoofdstuk 5 titel 2 Wm, Stb. 2007, 414) in werking getreden. Dit vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe wettelijke regels geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als:
Veel projecten in de gemeente Wierden vallen onder de regeling NIBM. In deze regeling staan de getalsmatige grenzen van projecten die ´niet in betekenende mate´(NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Van de overige projecten moet worden aangetoond dat de concentratietoename beneden de 1% ligt, hetgeen voor fijn stof (PM10) en NO2 overeenkomt met 0,4 mg/m³. Er zijn dus twee mogelijkheden om aannemelijk te maken dat een project binnen de NIBM-grens blijft:
De realisatie van een kinderdagverblijf behelst een zodanig kleinschalige ontwikkeling dat duidelijk is dat niet in betekenende mate wordt bijgedragen aan de luchtkwaliteit. Het aspect luchtkwaliteit brengt geen belemmeringen met zich mee.
De projectlocatie is in het Reconstructieplan aangewezen als verwevingsgebied. In het kader van de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) dient een minimale afstand van 50 meter tussen dit bouwblok en een agrarisch bouwblok van derden te liggen.
In deze situatie vormt dit geen probleem. Wel ligt in de directe omgeving een varkenshouderij. Een deel van het woongedeelte van de woning aan de Enterweg 20 wordt als kinderdagverblijf ingericht. Dit heeft voor de Wgv geen gevolgen. Zowel een woning als kinderdagverblijf zijn geurgevoelig objecten. Voor het agrarisch bedrijf heeft het kinderdagverblijf dezelfde beperking als de woning. De geurbelasting ligt voor het kinderdagverblijf op 12,53 odour. Daarmee wordt voldaan aan de Wgv-grens van 14 odour.
Geconcludeerd kan worden dat de vestiging van een kinderdagverblijf aan de Enterweg 20 vanuit milieutechnisch oogpunt mogelijk is.