Plan: | Zenderink, uitwerkingsplan 1e fase |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.UB2011000001-VA01 |
Sinds 1 juli 2008 heeft de Grondexploitatiewet als Afdeling 6.4 van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening rechtskracht gekregen. Doel van de wet is te komen tot een verbetering van het stelsel van kostenverhaal en het kunnen stellen van locatie-eisen bij particuliere grondexploitatie. In de wet is opgenomen dat een gemeente de gemaakte kosten op een particuliere grondeigenaar moet verhalen in het geval deze eigenaar tot ontwikkeling van een bouwplan overgaat. Daarnaast kan de gemeente eisen stellen met betrekking tot de te ontwikkelen locatie, zoals kwaliteitseisen van het openbaar gebied of eisen met betrekking tot woningbouwcategorieën (particulier opdrachtgeverschap en sociale woningbouw).
De wet geeft in principe twee manieren voor gemeenten om de kosten te verhalen op grondeigenaren en locatie-eisen te stellen:
Bij de realisatie van dit bestemmingsplan zijn niet alle gronden in eigendom van de gemeente en zijn niet voor alle gronden overeenkomsten afgesloten voor kostenverhaal en het stellen van locatie-eisen. Gelijktijdig met de vaststelling van het globaal bestemmingsplan "Zenderink" is dan ook het exploitatieplan "Zenderink" vastgesteld.
Voor de gronden die zijn uitgewerkt in het eerste uitwerkingsplan "Zenderink, uitwerkingsplan 1e fase" wordt op grond van artikel 6.15, lid 2 een herziening van het exploitatieplan "Zenderink" vastgesteld. In deze herziening wordt het kostenverhaal en het stellen van locatie-eisen verder uitgewerkt voor de gronden die zijn gelegen in het uitwerkingsplan. De uitwerking van het bestemmingsplan treedt niet eerder in werking voordat de eerste herziening van het exploitatieplan is vastgesteld en bekend gemaakt.
Het kostenverhaal wordt door het vaststellen van de eerste herziening van het exploitatieplan gewaarborgd.