4.7 Het bestemmingsplan
De juridisch bindende elementen van het bestemmingsplan zijn de verbeelding (plankaart) en de regels. Met het oog op de voorgestane ontwikkeling en fasering is in het bestemmingsplan Zenderink (het moederplan) een drietal uit te werken woonbestemmingen opgenomen met door de raad aangegeven uitwerkingsregels, waarbij de beeldkwaliteit een belangrijke rol zal spelen.
Thans is sprake van uitwerking van de bestemming Wonen - 1 - Uit te werken (artikel 7 van het 'moederplan' Zenderink).
Voor de uitwerking zijn de navolgende (uitwerkings)regels van belang:
-
1. te bestemmen voor wonen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep of bedrijf, maatschappelijke voorzieningen, openbare nutsvoorzieningen en daarbij behorende tuinen, terreinen, wegen, paden, water(gangen), groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen.
-
2. de uitwerking zal na vaststelling van het plan in procedure worden gebracht.
-
3. van het bestemmingsvlak dient niet minder dan 10% te worden bestemd voor groenvoorzieningen, speelvoorzieningen en/of water.
-
4. het bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak mag niet meer dan 50 bedragen.
-
5. hoofdgebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd.
-
6. het aantal te bouwen woningen mag niet meer dan 21 bedragen.
-
7. de oppervlakte van een bouwperceel mag niet minder dan 400 m² bedragen.
-
8. een woonhuis mag vrijstaand of twee-aaneen worden gebouwd.
-
9. de oppervlakte van een vrijstaand woonhuis mag niet minder dan 120 m2 bedragen.
-
10. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 10 meter bedragen.
-
11. het gezamenlijk oppervlak aan aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen buiten het bouwvlak mag bij een perceelgrootte van 400 - 500 m² niet meer dan 100 m2 bedragen en bij een perceelgrootte groter dan 500 m² niet meer dan 150 m² .
-
12. er dient te worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
-
13. burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het plan en bij een omgevingsvergunning een vermeerdering toestaan van het aantal te bouwen woningen met niet meer dan 15%.
-
14. burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van beeldkwaliteit en een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld nadere eisen stellen aan de plaats, afmetingen, kapsoort en nokrichting van bebouwing.
-
15. Minimaal 60% van het totale plangebied met de bestemming Wonen - Uit te werken wordt in particulier opdrachtgeverschap uitgegeven (artikel 11 van het 'moederplan' Zenderink).
Met inachtnemning van vorenvermelde regels zijn de gronden met dit uitwerkingsplan gedetailleerd bestemd met de bestemmingen "Wonen", "Groen" en "Verkeer".