direct naar inhoud van 2.5 Gemeentelijk beleid
Plan: Zenderink, uitwerkingsplan 1e fase
Status: vastgesteld
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.UB2011000001-VA01

2.5 Gemeentelijk beleid

2.5.1 Structuurvisie Wierden 2010

Wierden: Een gemeente die verbindt!

Een structuurvisie verwoordt de ruimtelijke visie van een gemeente op de lange termijn. De gemeente Wierden heeft al veel ruimtelijke (beleids)plannen. In de Structuurvisie Wierden hebben we deze plannen op elkaar afgestemd. De Structuurvisie van de gemeente Wierden is een toekomstvisie op de ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente: vanaf nu tot 2030. Naast de vraag wat we willen bereiken (ruimtelijke ontwikkelingsvisie), staat er ook in hoe we dit willen bereiken (uitvoeringsparagraaf). De Structuurvisie Wierden is op 5 oktober 2010 vastgesteld door de gemeenteraad.

Ambitieniveau van de gemeente

In 2005 heeft de gemeenteraad een ontwikkelingsvisie voor de gemeente Wierden vastgesteld. In de Structuurvisie wordt ingezet op een verdere uitwerking van de lijnen, die hierin zijn uitgezet. De ambitie is "een actieve en zelfbewuste gemeente zijn, die kwaliteit hoog in het vaandel heeft en die onderneemt". Nog meer dan nu zijn we over 20 jaar een groene, ondernemende, recreatieve gemeente met (deels) stedelijke trekjes en een hele mooie woon- en leefomgeving. Waar nodig werken we samen met andere gemeenten of overheden. In de toekomstplannen zoeken we aansluiting bij de Omgevingsvisie Overijssel. Hierin spelen duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit een belangrijke rol.

Wierden is een gemeente die verbindt

De gemeente verbindt:

  • Stad en land
  • Wonen, werken en recreëren (kruispunt van snelwegen en spoorlijnen)
  • Landschapstypen

Dit wordt de identiteit van de gemeente genoemd.

Dit kan ook nog wat verder worden verfijnt. De gemeente wil deze sterke kanten nog meer verbeteren. Hierdoor wordt Wierden nog meer een gemeente die verbindt. In het figuur hieronder staan de sterke kanten van de gemeente (de kernkwaliteiten en centrale waarden).

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.UB2011000001-VA01_0004.jpg"

Centrale waarden

Wat zijn nu (ruimtelijk gezien) de sterke kanten van de gemeente Wierden? De gemeente Wierden ligt op het overgangsgebied tussen de Sallandse Heuvelrug en het Twentse landgoederenlandschap, dichtbij de natuur en vlakbij de Twentse steden. De gemeente is goed bereikbaar via diverse snelwegen en spoorlijnen. En ook water (De Regge) ontbreekt niet.

In de Structuurvisie kijkt de gemeente vooruit naar 2030. Waar staat de gemeente in 2030? Voor Zenderink kunnen er twee centrale waarden worden uitgehaald.

Centrale waarde 1: Leefbaar

Ook in 2030 is Wierden een zeer aantrekkelijke woongemeente. Dit komt door de prachtige groene en rustige omgeving, maar ook door haar veilige imago en goede bereikbaarheid. Verwacht wordt dat de bevolkingsgroei in Wierden stagneert. Toch blijft er nog vraag naar nieuwe woningen. Daarom zijn de woonwijken Zenderink en Zuidbroek (Wierden), De Berghorst (Enter) en Kleen Esch (Hoge Hexel) nodig. In 2030 zijn deze wijken helemaal voltooid.

Centrale waarde 5: Groen en blauw

Het landschap is in 2030 nog mooier geworden. Wij hebben hiervoor gezorgd door allerlei regelingen, zoals de uitvoering van groene en blauwe diensten en het Spakenplan plus. Voor de overgang tussen het dorp Wierden en het buitengebied ("stadsrandzone") hebben we een beeldkwaliteitsplan gemaakt. Hierin staat welke functies (maneges, paardenweiden, kleine bedrijven op erven, en dergelijke) hier wel en niet gewenst zijn. De gemeente heeft verschillende landschappen. In 2030 is deze diversiteit versterkt.

2.5.2 Prestatieafspraken 2010- 2015

Op 28 januari 2010 zijn de 'Prestatieafspraken Wonen gemeente Wierden' met de provincie ondertekend. De ontwikkeling van Zenderink past binnen de hierin gemaakte afspraken voor wat betreft capaciteit en inzet op duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit.

2.5.3 Woonvisie 2010-2015 'Nieuwe dynamiek in wonen'

De huidige woningvoorraad binnen de gemeente Wierden voldoet op dit moment door een ruim aanbod aan (half)vrijstaande woningen al in voldoende mate aan de woonbehoefte van gezinnen en doorstromers. Ook speelt de geplande nieuwbouw op uitbreidingslocaties kwantitatief in op deze vraag. Wel ligt er voor de groep doorstromers een kwaliteitsopgave.

De gemeente wil aan deze opgave invulling geven door nieuwe woonconcepten te ontwikkelen in Zenderink. De woonconcepten zullen passend in het bestaande groene landschap gerealiseerd worden.

Bij de ontwikkeling van de woonconcepten op ruime kavels zullen de thema's zelfbouw, (C)PO en duurzaamheid een belangrijke rol gaan spelen.

Op grond van de provinciale Omgevingsverordening dient de Woonvisie met de buurgemeenten te worden afgestemd. Alle buurgemeenten hebben aangegeven in te kunnen stemmen met de Woonvisie.

De opmerkingen in de ambtelijke reactie van de provincie op de concept-Woonvisie hebben geen (nadelige) gevolgen voor de ontwikkeling van Zenderink. De Woonvisie is op 14 september 2010 vastgesteld door de raad en is conform de Omgevingsverordening aangeboden aan Gedeputeerde Staten.

2.5.4 Structuurplan Zenderink

In het structuurplan, door de raad vastgesteld op 24 juni 2008, wordt een beschrijving gegeven van de belangrijkste uitgangspunten voor de planvorming rondom Zenderink. Ook worden de kansen die er zijn voor het plangebied in het structuurplan beschreven. De kansen die in het structuurplan worden genoemd zijn:

Bodem en water

De opbouw van het gebied biedt de basis voor het aanbrengen van een differentiëring in woonmilieus die inspelen op de landschappelijke opbouw van het gebied. Op de es nieuwe bebouwingsclusters met ieder een eigen identiteit (met wadisysteem en open zichtlijnen tussen de clusters). In het oostelijke deel wordt ingespeeld op het coulissenlandschap door middel van iets hogere dichtheden binnen de "groene kamers". De oude bebouwingsclusters worden ruimtelijk manifest door de waterbergingen of open groene ruimte (speelplekken, paardenweides of iets dergelijks) rondom te situeren.

Cultuurhistorie

Het is gewenst de oorspronkelijke bebouwingsclusters en karakteristieke (monumentale) panden als sfeermakers op te nemen in het nieuwe plan. De mogelijkheden voor toevoeging van (karakteristieke) panden aan deze clusters dient nader te worden onderzocht. Het oude zandpad (in het verlengde van de Woestendijk) kan als nieuwe langzaamverkeersroute worden opgenomen. Dit geldt ook voor de Lage Eggeweg en de 1e Lageveldsweg.

Landschap

Voorgesteld wordt om de verschillen in landschappelijke opbouw van het plangebied (open westelijk deel en half open/besloten oostelijk deel) verder te versterken. Dat kan door op de es bepaalde zichtlijnen open te houden. De solitaire bomen in het gebied dienen zoveel mogelijk opgenomen te worden in het plan, zodat de nieuwe bebouwing een volwassen karakter krijgt door de aanwezigheid van deze bomen. Doordat de Hexelseweg onbeplant is, wordt de open es nog als zodanig ervaren. Dit is een waardevolle kwaliteit die zo gehandhaafd moet blijven. In het half open/besloten oostelijk deel dient het landschappelijke casco verder te worden versterkt. De lanen kunnen verder worden aangevuld (door aanplant van nieuwe bomen van lange omloopsoort) en de beplantingselementen (zoals houtwallen en hagen) te verjongen. Op die manier gaat het coulisselandschap als een sterk casco dienen. Binnen deze "groene kamers" kunnen tijdseigen woningen worden ontwikkeld die inspelen op deze ligging.

Ontsluiting

De nieuwe ontsluitingsstructuur dient nader onderzocht te worden. De huidige structuur van oude beplante wegen en het in ere herstellen van (voormalige) zandpaden bieden kansen om deze (deels) als langzaamverkeersverbindingen in het nieuwe plan op te nemen. Als nieuwe ontsluiting kan worden gedacht aan "inprikkers" vanaf onder andere de Hexelseweg. Een verlegging van de bebouwde komgrens van de Hexelseweg in noordelijke richting wordt hierdoor wenselijk geacht. Voor wat betreft het verkeer in het plangebied geldt dat doorgaande routes voor gemotoriseerd verkeer zullen worden voorkomen.

2.5.5 Klimaatprogramma Wierden 2009-2012

Door de gemeente Wierden is een Klimaatprogramma opgesteld waarin zij doeleinden aangeeft die nagestreefd dienen te worden bij nieuwe ontwikkelingen. Het moment dat er nieuwbouw gepleegd gaat worden is hierin een belangrijk moment omdat alle mogelijkheden nog open zijn om op duurzame en efficiënte manier de energievoorziening in te vullen. Dat begint al bij de zonoriëntatie en de bouwkundige randvoorwaarden. De Trias Energetica biedt een goed aangrijpingspunt. Door achtereenvolgens de volgende stappen te doorlopen is het ontwerp optimaal:

  • 1. De energievraag zoveel mogelijk verlagen. Dat kan door gebouwgebonden maatregelen die de gehele levensduur van het gebouw besparing opleveren:
  • Goede isolatie van de schil (vloer, gevel, glas en dak), en compact ontwerpen.
  • Beperken ventilatieverliezen: kierdichting, warmteterugwinning ventilatielucht.
  • Korte warmtapwaterleidingen.
  • Warmteterugwinning van douchewater.

  • 2. Duurzame bronnen zoals zon, wind en bodemwarmte gebruiken:
  • Passieve Zon Energie (PZE).
  • Zonnecollectoren (warm water).
  • PhotoVoltaische cellen (PV, elektriciteit uit zonlicht).
  • Warmtepomp (bodemwarmte).
  • Windenergie.
  • Biomassa.

  • 3. Dat wat nog nodig is aan fossiele energie zo efficiënt mogelijk opwekken, bijvoorbeeld door te kiezen voor ketels met een zeer hoog rendement.

Daarnaast is het wenselijk om bij de bouw al te anticiperen op toekomstige toepassingsmogelijkheden van duurzame energie. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat PV-panelen nu nog niet financieel haalbaar zijn, maar door de dakhelling zongericht te oriënteren kan er in de toekomst wel van zonne-energie gebruik worden gemaakt. Bovendien is aandacht voor comfort en een gezond binnenmilieu van belang. Dat maakt bijvoorbeeld het kiezen voor bodemwarmte met lage temperatuurverwarming interessant.

Door bij nieuwe gebouwen extra energiemaatregelen toe te passen wordt geanticipeerd op de toekomst. De energiemaatregelen komen tot uiting in een berekening van de "Energie Prestatie Coëfficiënt" (EPC). Het streven naar een lagere EPC biedt het handvat voor de invulling van de energiemaatregelen.

Behalve het besparen van energie (en daardoor ook besparing van energiekosten voor de nieuwe bewoners) zijn een gezond binnenmilieu en verhoging van het comfort belangrijke elementen om in de gaten te houden. Dit gaat goed samen met energiebesparing.

Behalve energie worden ook andere duurzaamheidsmaatregelen meegenomen, bijvoorbeeld voor de openbare ruimte, het gebruik van water, het gebruik van materialen en het realiseren van een gezond binnenmilieu.

2.5.6 Bestemmingsplan Zenderink

Momenteel geldt voor het plangebied, en de naastliggende gronden het bestemmingsplan Zenderink, dat op 7 december 2010 is vastgesteld. In dit plan is de bestaande bebouwing vastgelegd en zijn daarnaast 3 gebieden bestemd als "Wonen - Uit te werken". Deze bestemming geeft geen directe bouwtitel, maar geeft al wel aan dat de beoogde (hoofd)bestemming wonen is. Het bestemmingsplan Zenderink stelt hierbij de kaders voor het uitwerkingsplan.

Nadat het plan is uitgewerkt is er sprake van een bestemmingsplan met een bouwtitel. Op basis van dit bestemmingsplan kan de gemeente een omgevingsvergunning voor het bouwen verlenen.

Ten behoeve van het plan Zenderink is uitgebreid onderzoek gedaan naar de diverse ruimtelijke en milieukundige aspecten. Deze onderzoeksaspecten zijn voor een deel meegenomen in dit uitwerkingsplan.

2.5.7 Archeologiebeleid

Archeologische verwachtingskaart gemeente Wierden

Verantwoord beheer van het cultuurhistorisch erfgoed in de gemeente Wierden begint met het inzichtelijk maken waar en wanneer met het bodemarchief rekening dient te worden gehouden. BAAC bv heeft in opdracht van de gemeente Wierden een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart opgesteld. De kaart is in overleg met de provincie, Het Oversticht en de plaatselijke historische en archeologische verenigingen tot stand gekomen. De archeologische verwachtingskaart maakt voor het grondgebied van de gemeente Wierden duidelijk waar zich (mogelijke) archeologische resten kunnen bevinden. De kaart is hiervoor opgedeeld in drie zones:

  • hoge archeologische verwachting;
  • middelhoge archeologische verwachting;
  • lage archeologische verwachting.

Beleidsnota Archeologie

Op basis van de archeologische verwachtingskaart is een beleidsadvies opgesteld. Aan de op de kaart voorkomende verwachtingszones zijn beleidsadviezen gekoppeld. De kaart is een visuele vertaling van het gemeentelijk archeologiebeleid. De beleidsadvieskaart kan worden gebruikt voor toetsing van ruimtelijke ontwikkelingsplannen. Doel van de beleidsadvieskaart is dat deze met bijbehorende bestemmingen en regels in de gemeentelijke structuurvisies en bestemmingsplannen wordt overgenomen.

In het buitengebied geldt een onderzoeksplicht in gebieden met:

  • hoge archeologische verwachting (zie archeologische beleidsadvieskaart gemeente Wierden) bij plangebieden groter dan 2.500 m² en bij een verstoring dieper dan 50 cm;
  • middelhoge archeologische verwachting (zie archeologische beleidsadvieskaart gemeente Wierden) bij plangebieden groter dan 5.000 m² en bij een verstoring dieper dan 50 cm;
  • lage verwachting onderzoeksplicht bij plangebieden groter dan 10 ha.

Archeologische waarde (AMK-terreinen)

Bij terreinen waarvan de archeologische waarde bekend is, is het beleid behoud in situ, is dit niet mogelijk dan geldt altijd een onderzoeksplicht. Vooraf wordt advies gevraagd aan de regio-archeoloog. De gemeente Wierden telt terreinen van hoge tot zeer hoge waarde (niet wettelijk beschermd). In het plangebied ligt geen AMK-terrein.

Juridische bescherming in bestemmingsplannen

De juridische bescherming wordt blijkens de beleidsnota geregeld in de bestemmingsplanregels. Er zijn drie verschillende categorieën:

  • Beschermd archeologisch monument

Deze terreinen zijn op grond van de Monumentenwet 1988 aangewezen als beschermd archeologisch monument. Het beschermingsregime voor deze terreinen staat geheel los van het bestemmingsplan. De gemeente Wierden heeft zes terreinen van zeer hoge archeologische waarde, beschermd.

  • Archeologisch waardevol gebied

Dit zijn de terreinen die staan op de Archeologische Monumenten Kaart (AMK) van Overijssel. In deze terreinen zijn archeologische waarden vastgesteld. Deze terreinen hebben allemaal een hoge archeologische waarde. Voor de in het plangebied voorkomende terreinen geldt in dit bestemmingsplan de dubbelbestemming Waarde - Archeologisch waardevol gebied waarvan onder andere een omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden deel uitmaakt.

  • Archeologisch onderzoeksgebied

Voor gebieden met een middelhoge en een hoge verwachtingswaarde zijn in het plan twee dubbelbestemmingen met omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden opgenomen. In het bestemmingsplan zijn gebieden met een lage verwachtingswaarde niet opgenomen binnen de dubbelbestemming.