Plan: | Buitengebied 2009, herziening Kippershoekweg 4c |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2021000016-VA01 |
het bestemmingsplan "Buitengebied 2009, herziening Kippershoekweg 4c" met identificatienummer NL.IMRO.0189.BP2021000016-VA01 van de gemeente Wierden;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
het bestemmingsplan 'Buitengebied 2009' met identificatienummer 'NL.IMRO.0189.BP2009000002-0002' van de gemeente Wierden;
het bestemmingsplan 'Buitengebied 2009, herziening 2012 (veegplan)' met identificatienummer 'NL.IMRO.0189.BP2012000013-VA01' van de gemeente Wierden;
het bestemmingsplan 'Buitengebied 2009, herziening 2019 (veegplan 2)' met identificatienummer 'NL.IMRO.0189.BP2019000005-VA01' van de gemeente Wierden;
de verbeelding van het bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening Kippershoekweg 4c, bestaande uit de kaart met het nummer NL.IMRO.0189.BP2021000016-VA01;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
het centraliseren van bebouwing;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak, en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming, indien en voor zover twee bestemmingsvlakken middels de aanduiding relatie met elkaar zijn verbonden worden deze aangemerkt als één bestemmingsvlak;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van beplantingsgewassen zoals bos- en haagplantsoen, laan- en parkbomen, vruchtbomen, rozenstruiken, sierconiferen en overige sierheesters, een en ander in de vorm van volle grondteelt dan wel containerteelt;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond;
Oorspronkelijke afkorting van 'Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water-, en Wegenbouw en de Verkeerstechniek, non-profit kennispartner voor (decentrale) overheden, aannemers en adviesbureaus;
het uitvoeren van overdagse activiteiten met een groep mensen, onder begeleiding van professionals;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
een vorm van recreatief medegebruik die nauwelijks of geen invloed heeft op de in de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen gegeven doeleinden zoals wandelen, fietsen en dergelijke;
een bedrijf dat is gericht op het telen van fruit;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
kleinschalig bouwwerk waarin op non profit basis activiteiten ontplooid worden die een maatschappelijk belang dienen op het gebied van educatie, cultuur, cultuurhistorie, welzijn of gemeenschapszin;
het niet bedrijfsmatig houden van vee;
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe afwijking is verleend van de melding- en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet;
Een rustpunt voor fietsers en wandelaars met bijbehorend terras, met gelegenheid voor een het nuttigen van dranken en etenswaren, het maken van een sanitaire stop, informatievoorziening over het gebied, fietsreparatie en fietsoplaadpunt;
het voortbrengen van houtige en niet-houtige siergewassen, fruitbomen, struiken en vaste planten, onder meer bestemd voor tuinen en parken, één en ander in de vorm van vollegrondsteelt dan wel pot- of containerteelt;
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
horeca-activiteiten in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig verstrekken van (alcoholhoudende) drank en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse uitgeoefend, die zijn toegestaan zolang en voor zover het gebouw de maatschappelijke en/of culturele functie als de hoofdfunctie heeft;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
Een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
tijdelijke (maximaal 12 maanden) opslag van organisch materiaal zoals bladeren, berm- en slootmaaisel uit de omgeving op agrarische grond dat wordt gebruikt ter verbetering van de bodemstructuur van de agrarische gronden. De ondergrond mag niet worden verhard, indien dit gewenst is dan kan aansluiting worden gezocht bij het agrarisch erf waarbinnen en aansluiten aan het bestemmingsvlak kuilvoerplaten zijn toegestaan;
een bouwwerk, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een van boven afgesloten of afgedekte ruimte met maximaal één wand;
buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, voorzien van een zandbed en al dan niet voorzien van een omheining;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
parkeergelegenheid voor auto's en fietsen, waarvan het aantal parkeerplaatsen en de omvang daarvan voldoet aan de richtlijnen van de CROW-publicatie 381 'Toekomstbestendig parkeren';
een gebied waarin oppervlaktewater wordt opgeslagen in waterpartijen om het te infiltreren in de bodem;
voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande weg, bestaande uit één hoofdrijbaan of hoofdrijbanen, daaronder niet begrepen de in-/uitvoegstroken, voorsorteervakken, weefvakken, fietspaden en parallelwegen;
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw of overkapping zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de scheidingsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Bij het meten van de goothoogte van een bouwwerk worden afwijkende goothoogtes ten behoeve van esthetische accenten (tot een maximum van 25% van de totale gootlengte) buiten beschouwing gelaten.
Tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de hiermee gelijk te stellen denkbeeldige gevels van overkappingen en aanbouwen en de buitenzijde van daken en dakkapellen, met dien verstande dat een kelder dient te worden meegerekend indien er sprake is van een ruimtelijke uitstraling en de kelder van buiten toegankelijk is.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
Bij de toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn.
De op de verbeelding voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde en werken, geen bouwwerken zijnde.
Op de verbeelding voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, waaronder een overkapping zijnde ten dienste van de bestemming, met dien verstande dat schuren en stallen die met een omgevingsvergunning aanwezig zijn of gebouwd kunnen worden gehandhaafd en herbouwd worden naar de omvang die zij op dat moment hadden.
Voor gebouwen, in geval van herbouw, gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7, wordt in ieder geval gerekend het uitvoeren van de in de Bijlage 1 Tabel omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden genoemde werken of werkzaamheden, indien en voor zover bij de van toepassing zijnde bestemming een "S" is vermeld.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7, wordt in ieder geval niet gerekend het uitvoeren van de in Bijlage 1 genoemde werken of werkzaamheden, indien en voor zover bij de van toepassing zijnde bestemming een "T" is vermeld.
Bij de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschap' zijn de voorwaardelijke verplichtingen opgenomen in artikel 7.3 en 7.4 en de daarbij behorende afwijkingsmogelijkheid in artikel 8.2 van toepassing.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden), zoals deze in Bijlage 1 is opgenomen, genoemde werken of werkzaamheden uit te voeren, indien en voor zover bij de van toepassing zijnde bestemming een "A" is vermeld.
Het in 3.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Van strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.11 lid 1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is geen sprake indien de waarden van deze gronden niet onevenredig worden geschaad, dan wel de mogelijkheid voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden verkleind.
De op de verbeelding voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbijbehorende gebouwen - bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde, tuinen, erven, terreinen en parkeervoorzieningen.
Op de op de verbeelding voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde, geldt de volgende regel:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde indien in plaats van de inrichtingsmaatregelen conform het in Bijlage 2 opgenomen Ruimtelijk kwaliteitsplan andere inrichtingsmaatregelen worden getroffen, met dien verstande dat:
Bij de bestemming 'Maatschappelijk' zijn de voorwaardelijke verplichtingen opgenomen in artikel 7.3 en 7.4 en de daarbij behorende afwijkingsmogelijkheid in artikel 8.2 van toepassing.
Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onverminderd het bepaalde in de overige artikelen dienen, wanneer gebouwen worden gebouwd op gronden grenzend aan een verkeersbestemming een afstand van 15 meter uit de as van de meest nabijgelegen rijbaan in acht te worden genomen.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1 ten behoeve van een kleinere afstand tot de as van de weg, indien dat uit stedenbouwkundig oogpunt ter plaatse aanvaardbaar is en uit overleg met de wegbeheerder blijkt dat daar uit oogpunt van het wegbeheer en de verkeersveiligheid geen bezwaar tegen bestaat.
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:
Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt niet verstaan:
Indien in Bijlage 1 voor bepaalde gronden een ''S'' en/of een ''A'' en/of een ''T'' zijn vermeld, geldt dat het meeste belang wordt toegekend aan respectievelijk de ''S'', de ''A'' en de ''T''.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
ten behoeve van een windturbine met een ashoogte van niet meer dan 15 m, met dien verstande dat:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en;
Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van de in 9.1 genoemde wijzigingsregels vindt een evenredige belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:
Het bevoegd gezag verleent pas een omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen en/of gebruiken van gronden en/of de activiteit handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening, onder voorwaarde dat:
Het bevoegd gezag kan van het bepaalde in 10.1.1 afwijken, indien:
Bij toepassing van de afwijkingsbevoegdheden in dit plan vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van het bepaalde in 10.1.1, indien dit noodzakelijk is om een goede verkeersstructuur en/of bereikbaarheid voor het pand, perceel, straat (of deel daarvan) dan wel een andere ruimtelijke functionele structuur te waarborgen.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
De adressen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen betreffen de adressen, zoals deze op de verbeelding zijn terug te vinden ten tijde van de vaststelling van het plan.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet, behoudens voor zover uit de Richtlijnen 79/409/EEG en 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand onderscheidenlijk van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, beperkingen voortvloeien ten aanzien van ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaand gebruik.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "Buitengebied 2009, herziening Kippershoekweg 4c" van de gemeente Wierden.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van
De griffier De voorzitter