HOOFDSTUK 3 Algemene regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Algemene bouwregels
-
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
-
In die gevallen dat de bestaande afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
Artikel 9 Algemene gebruiksregels
9.1 Strijdig gebruik
Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan:
-
het gebruiken of het laten gebruiken van gronden als paardenbak, tenzij dat uitdrukkelijk is toegestaan;
-
het gebruiken of het laten gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting, tenzij dat uitdrukkelijk is toegestaan.
9.2 Toegestaan gebruik
Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt niet verstaan:
a het gebruiken of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifistaties, indien en voorzover daardoor ingevolge een wettelijk voorschrift vergunning, ontheffing of vrijstelling vereist is en deze is verleend, dan wel een melding is gedaan;
b het aanleggen of het laten aanleggen van kabels en leidingen ten behoeve van de
drinkwatervoorziening, de riolering, de waterhuishouding, de energievoorziening en de
datacommunicatie, met uitzondering van:
1. hoogspanningsleidingen;
2. buisleidingen voor het transport van water, afvalwater of stroom met een doorsnede van 1m of
meer en een lengte van 10 km of meer.
Artikel 10 Algemene aanduidingsregels
10.1 Milieuzone - intrekgebied
Ter plaatse van de aanduiding "milieuzone - intrekgebied" geldt dat de gronden naast de andere voor die gronden aangewezen bestemming(en) en aanduidingen, tevens bestemd zijn voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de kwaliteit van het grondwater.
Artikel 11 Algemene afwijkingsregels
11.1 Afwijkingsbevoegdheid
11.1.1 Omgevingsvergunning
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
-
de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages, met uitzondering van
oppervlakte- en inhoudsmaten, tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, indien dat uit stedenbouwkundig oogpunt en/of welstand ter plaatse aanvaardbaar is;
-
de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting
van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
-
de bestemmingsregels met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmetingen van het
terrein, mits de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de vergunning gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan;
-
de bestemmingsregels en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen
zijnde wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;
-
de bestemmingsregels en toestaan dat telecommasten tot een bouwhoogte van niet meer
dan 40 m worden geplaatst;
-
de bestemmingsregels en toestaan dat wordt gebouwd voor nutsvoorzieningen tot een
bouwhoogte van niet meer dan 3 m en een oppervlakte van niet meer dan 25 m2;
-
het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de
bouwhoogte van de gebouwen wordt vergroot ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en schotelantennes, indien de oppervlakte van de vergroting van de verhoging niet meer bedraagt dan 1 m2, met dien verstande dat de oppervlakte van de vergroting ten behoeve van een liftkoker niet meer bedraagt dan 4 m2;
-
de bestemmingsregels ten behoeve van tijdelijk kamperen in groeps- of verenigingsverband
met een duur van niet meer dan 10 dagen (opbouw- en afbreekdagen daaronder begrepen).
11.2 Afwegingskader
Een in 12.1.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
het straat- en bebouwingsbeeld;
b de milieusituatie;
c de verkeersveiligheid;
d de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
e de sociale veiligheid
f de externe veiligheid.
Artikel 12 Algemene procedureregels
12.1 Nadere eis
Voor het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
-
een ontwerpbesluit ligt, met bijhorende stukken, gedurende twee weken ter inzage;
-
de terinzagelegging wordt vooraf bekend gemaakt in ? of meer dag-, nieuws of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze;
-
de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid voor belanghebbenden tot het naar voren brengen van zienswijzen gedurende de onder a genoemde termijn;
-
burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.