direct naar inhoud van 5.2 Uitgangspunten
Plan: Wierden-dorp, herziening Aadorpsweg ong.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2012000012-VA01

5.2 Uitgangspunten

Voorliggend plan betreft een partiële herziening van het geldend bestemmingsplan "Wierden Dorp" van gemeente Wierden ten behoeve van het toekennen van twee bouwvlakken voor woningen binnen de huidige woonbestemming aan de Aadorpsweg te Wierden. In ruil voor het toekennen van de bouwvlakken zal de initiatiefnemer aan de Almelosestraat grotendeels de bestaande, niet meer in gebruik zijnde, stallen slopen.

Een initiatief past binnen het Rijksbeleid als een bestemmingsplanprocedure wordt doorlopen zoals gesteld in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en/of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), mits geen sprake is van een gebied van nationaal belang.

In onderhavige situatie is geen sprake van een gebied van nationaal belang. Om de voorgenomen ontwikkeling mogelijk te maken zal een artikel 3.1 Wro procedure doorlopen worden.

Het initiatief past binnen de kaders zoals gesteld in de Natuurbeschermingswet, de Nota Belvédère en de uitgangspunten uit het waterbeheer en waterbeleid.

Volgens het beleid vanuit de Omgevingsvisie Overijssel is de planlocatie gelegen in een gebied dat is aangemerkt als woonwijk. Het oprichten van twee woningen past dus goed binnen de uitgangspunten uit de Omgevingsvisie.

In de Omgevingsverordening zijn geen voorschriften opgesteld die betrekking hebben op de voorgenomen ontwikkeling aangezien het een consoliderend plan betreft, waarin geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Voorliggend bestemmingsplan ligt vanwege het consoliderend karakter in lijn met het beleid, zoals dit is opgenomen in de Omgevingvisie en Omgevingsverordening.

De doelstellingen en de visie van het Reconstructieplan hebben het karakter van richtinggevend beleid. De provincie acht het hierbij van belang dat bestemmingsplannen worden aangepast aan de reconstructiezonering. Het reconstructiebeleid is echter niet van toepassing op ontwikkelingen in stedelijk gebied, waardoor de planregels geen aanpassing behoeven.

Op de planlocatie is het beleid van Waterschap Regge en Dinkel van toepassing. Zij hebben beperkingen in de Keur opgenomen ten aanzien van belangrijke gebieden voor de waterhuishouding. De planlocatie is echter niet in een beschermingsgebied gelegen en is niet van nadelige invloed op de waterhoushouding. Hiermee zijn geen beperkingen van toepassing op de planlocatie en behoeven de planregels geen aanpassing.

De structuurvisie van Wierden biedt mogelijkheden voor een gemengd stedelijk milieu. De voorgenomen ontwikkeling past binnen de gestelde uitgangspunten uit de gemeentelijke structuurvisie.

In het welstandsbeleid zijn verschillende criteria opgenomen ten aanzien van bebouwing. De van toepassing zijnde criteria zijn in de planregels worden opgenomen.

In de beleidsnota archeologie van gemeente Wierden zijn kaders opgenomen ten aanzien van de archeologische verwachting van een gebied. De planlocatie is gelegen in een gebied met een lage verwachtingswaarde. Binnen deze gebieden is onderzoek niet noodzakelijk, mits het gaat om een project van niet meer dan 10 hectare. In onderhavig geval is geen sprake van een project van meer dan 10 hectare, waarmee onderzoek achterwege kan blijven.

Er is bij de voorgenomen ontwikkeling geen sprake van een beroep aan huis. Mocht in de toekomst alsnog een beroep of bedrijf aan huis worden gevoerd, dan zullen de gestelde voorwaarden uit het beleid ten aanzien van beroepen en bedrijven aan huis in acht worden genomen.

In de woonvisie en het volkshuisvestingsbeleid van de gemeente worden mogelijkheden geboden voor een divers woonmilieu. Tevens zullen de woningen levensloopbestendigd worden opgericht. De voorgenomen ontwikkeling past daarmee prima binnen de uitgangspunten uit het volkshuisvestingsbeleid en de woonvisie van gemeente Wierden.

Bij de voorgenomen ontwikkeling worden geen hinder veroorzakende inrichtingen opgericht. Tevens zijn nabij de planlocatie geen bedrijven gelegen. Hiermee zal de voorgenomen ontwikkeling de mogelijkheden van de omliggende gronden niet belemmeren.

Om aan te tonen of de bodem ter plaatse is verontreinigd is een bodemonderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek blijkt dat ter plaatse licht verhoogde waarden van verontreinigende stoffen zijn aangetroffen. Hierdoor is aanvullend onderzoek noodzakelijk. Dit aanvullend onderzoek is eveneens uitgevoerd. Hieruit blijkt dat een zeer beperkte verontreiniging van PAK boven de interventiewaarde is aangetroffen. Gezien de beperkte omvang kan worden geconcludeerd dat geen sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Wel dient de bodem die vrijkomt bij graafwerkzaamheden te worden afgevoerd en kan niet worden hergebruikt. Daarnaast dienen de werkzaamheden plaats te vinden onder toezicht van een deskundige aan de hand van een pakket van eisen dat door de gemeente wordt opgesteld.

Om aan te tonen of de maximale geluidbelasting op de gevels van de nieuw op te richten woningen de wettelijke normen zal overschrijden is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de voorgenomen ontwikkeling mogelijk kan worden gemaakt, mits door Burgemeester en Wethouders een ontheffing voor een hogere grenswaarde wordt verleend. Bij de aanvraag van de noodzakelijke vergunningen zal een verzoek tot hogere grenswaarde worden ingediend. Hiermee kan worden gesteld dat de geluidbelasting op de gevels de normen niet zal overschrijden.

Het aantal verkeersbewegingen zal met de voorgenomen ontwikkeling niet onevenredig toenemen. Er zal, ter ontsluiting van de woningen, een inrit worden aangelegd welke aansluit op de Aadorpsweg. Op eigen terrein zal voldoende gelegenheid worden aangelegd om te keren en parkeren, waarmee geen extra parkeerdruk in de omgeving zal ontstaan.

Bij de voorgenomen ontwikkeling worden geen risicovolle inrichtingen opgericht. Wel worden gevoelige objecten opgericht. Nabij de planlocatie is een gasleiding gelegen. Deze zorgt echter niet voor belemmeringen ten aanzien van het plaatsgebonden risico. Het groepsrisico zal, gezien de geringe toename in personendichtheid, niet significant toenemen.

Het project is aan te merken als een project dat 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan een toename van de uitstoot van fijn stof en stikstofoxiden, waarmee het een NIBM-project betreft. Verdere toetsing aan luchtkwaliteit is daarom niet noodzakelijk.

Bij de voorgenomen ontwikkeling zullen, gezien het een ontwikkeling betreft welke geen uitstoot van ammoniak betreft en geen licht- en geluidoverlast veroorzaakt, geen natuurgebieden onevenredig worden aangetast. Hiermee is de voorgenomen ontwikkeling niet van nadelige invloed op natuurgebieden.

Om te onderzoeken of de voorgenomen ontwikkeling mogelijk schadelijk is voor (leefgebieden van) in het plangebied en in de omgeving mogelijk aanwezige soorten flora en fauna is een ecologisch onderzoek uitgevoerd. Hierbij is ook een vleermuizenonderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de gebiedsbescherming geen belemmeringen oplevert. Ten aanzien van soortenbescherming blijkt uit het onderzoek dat, met uitzondering van vleermuizen, geen beschermde soorten worden verwacht. Ten aanzien van vleermuizen is een vaste aanvliegroute aangetroffen. Gezien voldoende alternatieven aanwezig zijn zal de voorgenomen ontwikkeling geen nadelige invloed hebben op de aangetroffen soorten.

De planlocatie is niet in of nabij een cultuurhistorisch waardevol gebied en/of element gelegen. Hiermee zullen met de voorgenomen ontwikkeling geen cultuurhistorische waarden worden aangetast. Tevens zal de kwaliteit van het landschap met de voorgenomen ontwikkeling niet nadelig worden beïnvloed.

Gezien de voorgenomen ontwikkeling een relatief kleine ontwikkeling beoogt is de korte watertoetsprocedure van toepassing. Met de voorgenomen ontwikkeling zal de waterhuishouding niet in onevenredige mate worden aangetast. Het waterschap geeft aan met een positief wateradvies te komen. Hiermee zijn ten aanzien van de waterhuishouding geen belemmeringen te verwachten.

Het plan is niet binnen een kwetsbaar of waardevol gebied gelegen en heeft ook geen belangrijke nadelige milieugevolgen voor de omgeving. De ontwikkeling die met dit plan mogelijk wordt gemaakt is dan ook niet m.e.r.-beoordelingsplichtig.