Plan: | Bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening Landgoed Haarboer |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2011000021-VA01 |
Hamabest milieu-adviesbureau heeft voor de bouw- en slooplocaties in het plangebied een quickscan flora en fauna uitgevoerd (rapportnummer: R11.198-JMW-F01, dd 6 juni 2011). Hieronder worden kort de conclusies weergegeven. Voor het volledige rapport wordt verwezen naar de bijlage.
Het landgoed ligt niet in of nabij een Natura 2000-gebied. De voorgenomen activiteiten zullen geen significant negatief effect hebben op de wezenlijke kenmerken en waarden (kernkwaliteiten) van de nabij gelegen EHS.
Voor alle locaties geldt dat de opstallen en de vegetatie geschikt zijn als broedlocatie voor diverse vogelsoorten. De rooi- en sloopwerkzaamheden dienen daarom buiten het broedseizoen plaats te vinden. Voor de Ypeloweg 18 geldt dat een nader onderzoek naar uilen moet plaatsvinden om vast te stellen of de te renoveren boerderij en de te verbouwen kapschuur een significante rol spelen in het bestaan van uilen. Daarnaast zijn enkele van de te slopen opstallen op dit perceel in potentie geschikt als verblijfplaats voor gebouwbewonende vleermuizen. Er moet daarom nader onderzoek plaatsvinden om vast te stellen of vleermuizen daadwerkelijk gebruik maken van de opstallen en welke functie de opstallen vervullen.
Op alle locaties zijn geen overige (strikt) beschermde plant- en diersoorten aangetroffen en deze worden ook niet verwacht. Op basis van de bevindingen kan worden geconcludeerd dat in de huidige situatie geen procedurele gevolgen zijn wat betreft de overige soorten.
Er wordt geadviseerd om de rooi- en sloopwerkzaamheden in de maanden (half) september tot en met oktober of in februari/(begin) maart uit te voeren, zodat veel diersoorten worden ontzien in kritische periodes, zoals de kraam-, broed- en overwinteringsperiode.
Ten aanzien van de toekomstige inrichting van het plangebied wordt geadviseerd gebruik te maken van inlandse, bloem- en vruchtdragende soorten. Om in de toekomstige situatie nestgelegenheid te creëren voor vogels als de huismus kunnen bij de bouw van de nieuwe woningen en opstallen zogenaamde vogelvides worden toegepast of speciale maatregelen worden genomen om nestlocaties te creëren.
De bouwlocaties van landhuis oost aan de Ypeloweg 18 en landhuis west op de locatie van het zomerhuis hebben op grond van de Archeologische verwachtingskaart een middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Daarnaast grenst de bouwlocatie van landhuis west aan een AMK-terrein (archeologische monumentenkaart), welke een hoge archeologische waarde heeft. Bovendien is vlakbij deze locatie een archeologische vondst gedaan (nederzetting). Volgens de beleidsnota Archeologie geldt een onderzoeksplicht in gebieden met een middelhoge archeologische verwachting bij plangebieden groter dan 5.000 m² én bij een verstoring dieper dan 50 cm. De te bebouwen locatie aan de Ypeloweg 18 is veel kleiner dan de hierboven genoemde 5.000 m², zodat onderzoek voor deze locatie niet noodzakelijk is. Ten aanzien van de mogelijke onderzoeksplicht voor de bouw van landhuis west is advies gevraagd bij de provinciaal archeoloog.
Uit het advies van de provinciaal archeoloog van 31 maart 2011 blijkt dat ook voor landhuis west geen archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Het te roeren oppervlak grond is beperkt. Daarnaast ligt het plangebied buiten de cirkel die getrokken is rond de middeleeuwse boerderij (deze hebben eigenlijk altijd in hun directe omgeving een oudere voorganger die niet bekend is uit de bronnen, vandaar de cirkel) en het ligt ook buiten het monumentterrein met daarin nederzettingsresten. De verstoring is relatief klein. De locatie wordt daarom vrij gegeven door de provinciaal archeoloog. Wel wordt geadviseerd om amateurarcheologen mee te laten kijken bij het uitgraven van de bouwput en de resultaten hiervan door te geven aan de provinciaal archeoloog.
Voor de rood voor roodaanvraag dient een landschapsplan te worden opgesteld, waarbij het landgoed landschappelijk wordt ingepast in het landschap. Doelstelling van de inpassing is het optimaal afstemmen van bebouwing en beplanting, rekening houdend met de ter plaatse voorkomende landschappelijke en cultuurhistorische waarden om zo te komen tot een landschappelijke inpassing van nieuwe bebouwing die recht doet aan de kwaliteit en de beleving van het landschap. Middels het rapport 'Inpassing woningen op landgoed Haarboer te Wierden' is hier invulling aan gegeven. De hierin voorgestelde aanplant in het kader van de landschappelijke inpassing van de drie erven is akkoord bevonden.
Voor het kappen van bomen in de op de verbeelding van het bestemmingsplan aangegeven bosgebieden moet een melding 'voorgenomen velling' worden ingediend bij het LNV-loket. Voor de te kappen bomen buiten het bosgebied, dient een groenplan van de te kappen bomen en aan te planten bomen (compensatie) te worden ingediend.
De boerderijen op de bouwpercelen Ypeloweg 18 en 20 zijn opgenomen op de lijst met karakteristieke panden. Beide boerderijen worden zodanig gerenoveerd dat de cultuurhistorische waarden blijven behouden.
De gemeente heeft een watertoets uitgevoerd op de website www.dewatertoets.nl. Op basis van de toets wordt de normale procedure gevolgd. Het Waterschap heeft het plan nader bekeken en geconstateerd dat de volgende wateraspecten relevant zijn:
Het beleid van het waterschap Regge en Dinkel is vastgelegd in het vigerend waterbeheerplan.
Voor alle inbreidingen en uitbreidingen gelden in principe onderstaande beleidsregels.
Algemeen
Afvalwater
Hemelwater
Grondwater
Oppervlaktewater
Allereerst adviseert het Waterschap een bouwpeil van 8,95 m NAP (T=100 peil) aan te houden. Aangezien de woningbouwlocaties aan de Ypeloweg 18 en 20 en de locatie van het voormalige zomerhuis zijn gelegen op ruim 10 m NAP, kan aan deze adviesafstand tegemoet worden gekomen. Vervolgens merkt het Waterschap op dat de beschermingszone (5 m buiten de taluds) van waterloop 10-1-1-1 (Eksosche Aa) moet worden gerespecteerd. Binnen deze beschermingszone worden in het bestemmingsplan geen activiteiten voorzien. Tot slot geeft het Waterschap aan dat het plangebied in het intrekgebied voor de winning van grondwater voor de drinkwaterbereiding ligt. Over dit punt is overleg gevoerd met Vitens en de provincie Overijssel. Beide instanties hebben geen bezwaar tegen de voorgenomen bestemmingsplanherziening. Tot slot wordt ten aanzien van de beleidsregels opgemerkt dat het vuil water via de riolering zal worden afgevoerd en dat het hemelwater op de percelen zelf zal worden geïnfiltreerd.