direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap
Plan: Bedrijventerrein Enter-Rijssen 2008
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2011000016-VA01

Artikel 3 Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf;
  • b. het weiden van vee;
  • c. het verbouwen van gewassen;
  • d. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarde van de gronden, zoals deze tot uitdrukking komt in het reliëf, de kleinschaligheid, de openheid, de beplantingselementen (houtsingels en houtwallen), kwelgebieden, bijzondere graslanden en/of met deze biotopen samenhangende fauna;
  • e. ter plaatse van de aanduiding specifieke vorm van water - retentie, voor retentievoorzieningen;
  • f. extensief recreatief en/of educatief medegebruik;
  • g. infrastructurele voorzieningen die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
  • h. de waterhuishouding, uitsluitend voor de sloten en watergangen zoals deze bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;

met daarbijbehorende:

  • i. fiets- en/of voetpaden, perceelsontsluitingingswegen en in- en uitritten;
  • j. bouwwerken, geen gebouw zijnde en niet zijnde voorzieningen ten behoeve van de opslag van mest.
3.2 Bouwregels

Op de voor ' Agrarisch met waarden - Natuur en Landschap ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

3.2.1 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 2,5 m bedragen.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. de landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden van het gebied.
3.4 Aanlegvergunning
3.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen en verharden van wegen en het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m²;
  • b. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik en het educatief medegebruik;
  • c. het verlagen van de bodem en het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • d. het aanleggen en dempen van watergangen, sloten, weidegreppels en andere waterpartijen;
  • e. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • f. het vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging daarvan tot gevolg hebben of kunnen hebben;
  • g. werken of werkzaamheden die wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of tot gevolg hebben, zoals uitdiepen, ophogen of draineren;
  • h. het mechanisch scheuren van grasland, anders dan voor graslandverbetering, alsmede het chemisch scheuren van grasland.
3.4.2 Uitzonderingen op verbod

Het in 3.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale beheer, onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • b. reeds legaal in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een daarvoor verleende vergunning;
  • d. waarvoor een vergunning (te verlenen door de minister) is vereist krachtens de Natuurbeschermingswet;
  • e. die worden uitgevoerd krachtens een vastgesteld beheersplan;
  • f. die worden uitgevoerd krachtens een vastgesteld ontwikkelingsplan.
3.4.3 Afwegingskader

De in 3.4.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurwetenschappelijke en/of landschappelijke en/of ecologische waarden van de gronden dan wel aan de retentiedoeleinden daarvan.