Plan: | Buitengebied 2009, herziening Erve Kleilutte |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2011000010-VA02 |
Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing mag worden opgericht. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar worden mogelijk gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden. De bestaande situatie is hierbij het uitgangspunt.
Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is.
In deze paragraaf worden de gemaakte keuzes nader onderbouwd. Hierbij zullen de bestemmingen in dezelfde volgorde als in de regels worden behandeld. Bij het opstellen van de regels is aansluiting gezocht met het vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied 2009 van de gemeente Wierden.
Bos (Artikel 3)
Deze bestemming is gegeven aan de groenstrook langs de noord-, oost- en zuidzijde van het plangebied.
De bestemmingsregeling is dan gericht op het handhaven c.q. het versterken van deze waarden waarbij onder andere een omgevingsvergunningenstelsel voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (voormalig aanlegvergunningenstelsel) is opgenomen dat erop gericht is de aanwezige waarden zoveel mogelijk te handhaven. Dit stelsel voorkomt, dat voor het uitvoeren van diverse activiteiten de waarde van het gebied onevenredig zou kunnen worden aangetast. Een omgevingsvergunning is niet vereist, indien de werken of werkzaamheden worden uitgevoerd in het kader van een beheersplan, zoals is voorzien in de Natuurbeschermingswet, dan wel indien een vergunning ingevolge deze wet is vereist.
In de bestemming 'Bos' is opgenomen dat deze gronden bestemd zijn voor bos en voor dichte beplantingsstroken. Onder dichte beplantingsstroken wordt verstaan: opgaande beplanting, struiken, bomen etcetera.
Groen (Artikel 4)
Het gedeelte van het park aan de straatzijde heeft grotendeels de bestemming 'Groen' gekregen. Gronden met deze bestemming zijn bestemd voor tuinen, groenvoorzieningen, paden, speelvoorzieningen, parkeerstroken en waterhuishoudkundige voorzieningen, met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde en verhardingen.
Voor de toekomstige dierenweide is binnen deze bestemming de functieaanduiding 'specifieke vorm van groen - dierenweide' opgenomen.
Recreatie - Verblijfsrecreatie (Artikel 5)
De uitbreidingslocatie voor de recreatiewoningen en de groepsaccommodaties is aangewezen als 'Recreatie - Verblijfsrecreatie. Deze gronden zijn bestemd voor het bieden van recreatief verblijf aan personen die elders hun hoofdverblijf hebben. Het gebruik van de recreatiewoningen en de groepsaccommodatie is enkel bestemd voor recreatieve bewoning. Het gebruik van een recreatiewoning of groepsaccommodatie voor permanente bewoning of als tweede bedrijfswoning is nadrukkelijk niet toegestaan.
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde geldt een maximale hoogte van 2,50 meter. Opgemerkt wordt dat de centrale voorzieningen ondergeschikt dienen te zijn aan de recreatiewoningen en groepsaccommodaties.
Voor de groepsaccommodatie is een specifieke bouwaanduiding opgenomen. Het aantal recreatiewoningen is vastgelegd in een maatvoeringsaanduiding. Het nieuw te bouwen gebouw voor de centrale voorzieningen en dierenverblijven etc. is middels de aanduiding 'centrum' vastgelegd.
Waarde - Archeologische verwachtingswaarde (Artikel 6)
Deze dubbelbestemming is gegeven aan de gronden die op basis van de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart een (middel)hoge archeologische verwachtingswaarde hebben. De in de planregels genoemde regels gelden naast de bestemmingen die de gronden reeds vanwege hun ligging/gebruik/verschijningsvorm is toegekend. Ter bescherming van de archeologische waarden is een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, bij de dubbelbestemming Waarde - Archeologische verwachtingswaarde. In verband met (verwachte) archeologische waarden is voor een nader aangeduid gebied een dubbelbestemming opgenomen en is bepaald dat in beginsel een bouwverbod geldt en dat een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is vereist voor ingrepen dieper dan 50 cm beneden het maaiveld. Archeologisch onderzoek is niet noodzakelijk wanneer wanneer het bouwwerken of -projecten betreft met een oppervlakte van minder dan 2.500 m2.