direct naar inhoud van 6.2 Nadere toelichting op de regels
Plan: Buitengebied 2009 herziening Landgoed Kamplanden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2010000041-VA01

6.2 Nadere toelichting op de regels

Agrarisch met waarden - Landschap

De gronden met hoofdzakelijk agrarisch gebruik, die tevens landschappelijke waarden bezitten, zijn bestemd als Agrarisch met waarden - Landschap. Dit zijn gebieden met microreliëf (veelal in de vorm van steilranden) en macroreliëf en komen voor bij de essen in het gebied. Binnen deze bestemming dient het agrarisch gebruik mede afgestemd te worden op de aanwezige landschapswaarden. De aanwezige natuur- en landschapswaarden maken het agrarische hoofdgebruik echter niet onmogelijk, ze zijn zelfs mede afhankelijk van de instandhouding van dit gebruik, maar kunnen wel extra beperkingen aan het agrarisch gebruik opleggen. Bescherming van deze waarden wordt via een aantal gebruiksverboden en omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van een werk, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gewaarborgd.

Bos

Deze bestemming is toegekend aan de huidige bosgebieden in het plangebied. Het beleid is gericht op het behoud van de landschappelijke en natuurlijke waarden en is daarnaast gericht op houtproductie, landschappelijke en natuurlijke kwaliteit en recreatief medegebruik. De omgevingsvergunningen ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden zijn erop gericht de aanwezige waarden zoveel mogelijk te handhaven. Een aantal omgevingsvergunningen ten behoeve van het uitvoeren van een werk, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden voorkomt, dat voor het uitvoeren van diverse activiteiten de waarde van het gebied onevenredig zou kunnen worden aangetast. Een omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden is niet vereist, indien de andere-werken of werkzaamheden worden uitgevoerd in het kader van een beheersplan, dan wel indien een vergunning ingevolge deze wet is vereist.

Natuur

De in het kader van de nieuwe landgoedontwikkeling verplichte te ontwikkelen natuurgebieden en de extra met subsidie te realiseren nieuwe natuur (gezamenlijk ca 13 ha) hebben de bestemming natuur gekregen. Het beleid is hier zoveel mogelijk gericht op behoud en herstel van natuurlijke en aardkundige waarden in combinatie met recreatief medegebruik. De omgevingsvergunningen ten behoeve van het uitvoeren van een werk, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden zijn erop gericht de aanwezige waarden zoveel mogelijk te handhaven. Een aantal omgevingsvergunningen ten behoeve van het uitvoeren van een werk, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden voorkomt, dat voor het uitvoeren van diverse activiteiten de waarde van het gebied onevenredig zou kunnen worden aangetast. Een omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van een werk, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden is niet vereist, indien de andere-werken of werkzaamheden worden uitgevoerd in het kader van een beheersplan, dan wel indien een vergunning ingevolge deze wet is vereist.

Wonen

De vier op het landgoed te bouwen landgoedwoningen hebben de bestemming Wonen gekregen. Binnen de bestemming Wonen zijn twee bouwvlakken met bouwaanduiding 'twee-aaneen' opgenomen. Per bouwvlak mogen in totaal twee, middels aangebouwd bijbehorend bouwwerk, geschakelde woningen worden gerealiseerd. Deze bepaling is opgenomen om de beoogde eenheid en samenhang van de landgoedbebouwing te bewerkstelligen. Tevens wordt hierdoor het aantal bouwwerken beperkt, teneinde verrommeling van het erf tegen te gaan. De gezamenlijke oppervlakte van hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken bedraagt per woning niet meer dan 200 m².

Binnen de bestemming Wonen is verder een bouwvlak opgenomen met de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijbehorend bouwwerk'. Hier mag een gezamenlijk bijgebouw van maximaal 250 m² worden gebouwd ten behoeve van de machineberging (voor de onderhoudswerkzaamheden van het landgoed), eventuele stallingsruimte en natuureducatiecentrum.

Op de verbeelding zijn de bouwgrenzen vrij strak om de hoofd- en bijgebouwen gelegd. Reden hiervan is de bescherming van de beeldkwaliteit van het plan. Bovendien is de maximale bebouwing al benut en mag er verder toch niet meer worden gebouwd. Om dit gegeven te benadrukken is binnen de bestemming Wonen buiten de bouwvlakken de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding – bebouwing uitgesloten' opgenomen.

Wonen - Landhuis

Voor het landhuis is een aparte bestemming opgenomen. De gezamenlijke oppervlakte van hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken bedraagt voor het landhuis niet meer dan 250 m². Deze afwijkende maatvoering ten opzichte van de landgoedwoningen moet ervoor zorgen dat het landhuis als belangrijkste gebouw op het erf wordt aangemerkt. Qua ligging is het bouwvlak van het landhuis daarom in de zichtlijn van de toegangsweg geprojecteerd. Door hoofdgebouw en bijgebouw in één ontwerp te integreren, krijgt het bouwwerk ook meer massa. De kap hoeft niet bij de inhoud van de woning of oppervlak van het bijgebouw te worden meegerekend.

Waarde - Archeologie 1 en Waarde - Archeologie 2

De dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie 1 en Waarde - Archeologie 2 gelden voor gronden met respectievelijk een hoge en middelhoge archeologische verwachtingswaarde. De verwachtingswaarde met de beoogde planologische bescherming is vastgesteld in het gemeentelijk archeologisch beleid zoals beschreven in paragraaf 3.4. De gronden binnen beide dubbelbestemmingen zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemming), mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van verwachte archeologische waarden, met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.

Waarde - Landgoed

Om de onderlinge verbondenheid en de eenheid van het plangebied te benadrukken, heeft het plangebied in zijn geheel de waarde (dubbelbestemming) Landgoed gekregen. De in de planregels genoemde regels gelden naast de bestemmingen die de gronden reeds vanwege hun ligging/gebruik/verschijningsvorm is toegekend.

Algemene gebruiksregels

Voor de redactie van de gebruiksregel is de algemene formulering aangehouden. Deze gaat uit van de gedachte dat het gebruik uitsluitend mag plaatsvinden in overeenstemming met de bestemming. Dit maakt het noodzakelijk dat de bestemmingsomschrijving (in deze regels steeds lid 1 van het betreffende artikel) voldoende duidelijk is. Bij de meeste artikelen is aangegeven wat in ieder geval onder 'verboden gebruik' dient te worden verstaan. De in de verschillende artikelen genoemde, verboden gebruiksvormen zijn slechts afgeleide verbodsregels.