5.2 Uitgangspunten
5.2.1 Maatschappelijke meerwaarde
Een van de voorwaarden uit het landgoederenbeleid is dat het nieuwe landgoed een maatschappelijke meerwaarde heeft. Op verschillende wijze wordt hier invulling aan gegeven:
- Ecologische meerwaarde: minimaal 6 ha cultuurgrond wordt omgezet naar natuur overeenkomstig de doelstellingen uit het natuurgebiedsplan. Hierdoor wordt de ecologische verbinding tussen het Notterveld en de Zunase heide (droog) en het Reggedal (nat) versterkt;
- Landschappelijke meerwaarde: singels worden hersteld en door het extensief agrarische beheer wordt een karakteristiek cultuurlandschap langs het Reggedal hersteld. Langs het Reggedal blijven de steilranden in het landschap zichtbaar en de beplanting dient de steilranden waar nodig te versterken. Het landschap zal als gevolg van fluctuerende waterstanden van de Regge een meer natuurlijk aanzicht krijgen. In het noordelijk deel worden gronden verschaald, zodat heide zich kan ontwikkelen;
- Recreatieve meerwaarde: 90% van het landgoed wordt opengesteld. De aan te leggen wandelpaden sluiten aan op het recreatieve netwerk in de omgeving (Marskramerpad en Overijssel Havezatepad). Verder wordt een natuureducatieruimte ontwikkeld;
- Milieuhygiënische meerwaarde: door beëindiging van de agrarische bedrijfsactiviteiten wordt de milieubelasting (verzuring, verdroging, vermesting) op de bestaande en nieuwe natuurterreinen in de EHS verminderd;
- Hydrologische meerwaarde: de ontwikkeling van het landgoed met nieuwe natuur sluit aan op de doelstellingen uit het project 'Natuurlijk Regge!'. Doordat de agrarische gronden worden omgezet naar natuur, kan een meer natuurlijk beeksysteem voor de Regge worden gerealiseerd.
5.2.2 Uitgangspunten bebouwing
Ten aanzien van de bebouwing gelden de volgende uitgangspunten:
- Eenheid en samenhang: de bebouwing moet eenheid en samenhang vertonen. De architectuur van de bebouwing dient familie van elkaar te zijn;
- Massaopbouw: twee bouwlagen met excentrisch zadeldak en oriëntatie op de Regge;
- Nokhoogte: het landhuis heeft een nokhoogte van 11 m en de landgoedwoningen maximaal 10 m. Het hoogteverschil versterkt de hiërarchie van het landhuis;
- Goothoogte: maximaal 3,5 m aan de binnenzijde en maximaal 6,5 m aan de buitenzijde;
- Maximum volume: het landhuis heeft een volume van 1000 m³ en de vier landgoedwoningen elk 750 m³;
- Bijgebouwen: om verrommeling van het erf te voorkomen, moeten de bijgebouwen geschakeerd of door middel van een corridor worden verbonden met de woning. De landgoedwoningen hebben een bijgebouw van maximaal 75 m² en het landhuis maximaal 100 m². Het natuureducatiecentrum, stalling en machineberging worden in één bijgebouw van maximaal 250 m² bij de entree van het bouwblok ondergebracht;
- Kleurstelling, materialen, vorm en detaillering: eigentijds, plint, oriëntatie, zadeldaken, (traditionele) natuurlijke materialen en kleuren;
- Plint: de bebouwing wordt op één gezamenlijke plint van 1 tot 1,5 m gerealiseerd. Hierdoor ontstaat een plateau voor de cultuurlijke elementen en een harde grens naar het natuurlijke Reggedal;
- Oriëntatie: alle woningen zijn georiënteerd op de Regge door een hoge gevel aan deze zijde. Vanaf de Klokkendijk liggen de woningen verscholen tussen de bomen;
- Zichtlijnen.
5.2.3 Uitgangspunten landschapsplan
Voor wat betreft het landschapsplan zijn de volgende uitgangspunten opgesteld:
- Realisatie van minimaal 6 ha nieuwe natuur;
- Gradiënten tussen het natte, lage Reggedal en kampenlandschap Notterveld benadrukken;
- Steilranden versterken;
- Natuurlijk aanzicht door ecologisch beheer;
- Beplanting dient deel uit te maken van het ensemble en compositie als geheel;
- Gebruik van inheems plantmateriaal.