Plan: | Buitengebied 2009 herziening Landgoed Kamplanden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2010000041-VA01 |
In de directe omgeving van het plangebied zijn drie agrarische bedrijven gelegen:
Het initiatief brengt geen hinder mee voor omliggende percelen. Verder blijkt uit het bovenstaande dat omliggende bedrijven niet worden beperkt in hun (gebruiks-/uitbreidings)mogelijkheden bij doorgang van het initiatief.
Voor uitvoering van de plannen dient voor de Klokkendijk 17 een melding van buitengebruik stelling te worden ingediend, zodat de melding AMvB melkrundveehouderijen milieubeheer van 2 mei 1995 ongedaan kan worden gemaakt.
Bij bouwplannen dient inzicht te worden gegeven in de kwaliteit van de bodem. Ten behoeve van de planontwikkeling heeft Kruse Groep op het perceel Klokkendijk 17 een verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 uitgevoerd (projectcode: 10026110, juli 2010). De monsterselectie (aantallen) en de te analyseren mengmonsters voldoen aan de norm van tabel B1 van de NEN 5740. Hieronder worden de conclusies weergegeven. Voor het volledige rapport wordt naar de Bijlage 3 verwezen.
Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden geconcludeerd dat er ten aanzien van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem geen belemmeringen zijn voor het beoogd gebruik van de locatie en de te verlenen omgevingsvergunning.
Omdat de bestaande bebouwing (woning, carport, ligboxenstal, jongveestal en wagenloods) wordt gesloopt, is door Kruse Groep een asbest inventarisatie type A (conform SC-540) uitgevoerd. Voor het volledige rapport wordt verwezen naar Bijlage 4
Tijdens de inventarisatie zijn asbesthoudende materialen aangetroffen. Van de asbestverdachte materialen is één materiaalmonster genomen, die asbesthoudend blijkt te zijn. Er zijn tijdens de visuele inspectie geen astbesthoudende toepassingen aangetroffen waarvan wordt aanbevolen om die op korte termijn te saneren. Er bestaat geen vermoeden van de aanwezigheid van verborgen asbest. Er is geen noodzaak tot het uitvoeren van een asbestinventarisatie type B. Na verlening van de sloopvergunning kunnen de asbesthoudende materialen, overeenkomstig de in het rapport beschreven voorwaarden, worden gesaneerd door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf.
In beginsel heeft iedere (spoor)weg een geluidszone, maar dat geldt niet voor wegen gelegen in een als woonerf aangeduid gebied en wegen met een maximumsnelheid van 30 km/uur. Daarnaast geldt een zonering rondom de zogenaamde grote lawaaimakers.
In hoofdstuk VI van de Wet geluidhinder (Wgh) is (in geval van zonering) de verplichting opgenomen tot het verrichten van een akoestisch onderzoek naar de geluidsbelasting op de gevels van woningen (en daarmee gelijk te stellen geluidsgevoelige objecten) binnen de in artikel 74 genoemde onderzoekszone van een (spoor)weg of grote lawaaimaker.
Voor de Klokkendijk geldt een onderzoeksplicht indien nieuwe woningen binnen een afstand van 200 m worden gebouwd. Alle nieuw te bouwen woningen op landgoed Kamplanden vallen binnen deze zone. Recentelijk is echter een akoestisch onderzoek uitgevoerd ten behoeve van de bouw van een rood voor roodwoning aan de Klokkendijk 17b. Deze woning is pal aan de Klokkendijk gebouwd en ligt op een afstand van ca 100 m van de bouwlocatie van het nieuwe landgoed. Aangezien de bouwlocatie van het landhuis en landgoedwoningen op veel grotere afstand van de Klokkendijk is gelegen, kan het akoestisch rapport voor de Klokkendijk 17b als referentie worden gebruikt.
Alcedo b.v. uit Holten heeft een onderzoek uitgevoerd naar de eventueel benodigde geluidwerende voorzieningen in de gevels van de nieuw te bouwen woning aan de Klokkendijk 17b in Notter (rapportnummer: 082332.PC1178, dd 24 juni 2008). Voor het volledige rapport wordt verwezen naar Bijlage 5. De geluidbelasting op de gevels van de nieuw te bouwen woning wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het wegverkeer op de Klokkendijk. De maximaal toegestane snelheid ter plaatse is 60 km/uur. De hoogst toelaatbare geluidsbelasting op de gevel is 48 dB, de zogenaamde 'voorkeursgrenswaarde'.
Het bevoegd gezag heeft de mogelijkheid een hogere waarde vast te stellen. De maximale ontheffingswaarde in het buitenstedelijk gebied is 53 dB. De uitgangspunten voor de berekening van de geluidsbelasting zijn de verkeersgegevens met een doorrekening naar het jaar 2020. De afstand tussen de wegas en de gevel van de nieuw geprojecteerde woning is bepaald op 11 meter. De karakteristieke 'normale' geluidwering van de gevels van de nieuwe woning is voldoende om te kunnen voldoen aan het Bouwbesluit.
Uit de berekeningsresultaten overeenkomstig de Standaard Reken Methode 1 blijkt dat ten gevolge van het wegverkeerslawaai de gevelbelasting maximaal 46 dB bedraagt op een hoogte van 1,5 en 5 meter. De berekende geluidsbelasting is inclusief correctie van artikel 110g van de Wet geluidhinder. Dit is 5 dB bij wegen met een snelheid van minder dan 70 km/uur. De berekende geluidbelasting is gelijk aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Voor de nieuw te bouwen woning is het daarom niet noodzakelijk een hogere geluidsgrenswaarde vast te stellen. Op grond van de Wet geluidhinder kan medewerking worden verleend aan de wijziging van het bestemmingsplan.
Het landhuis en de vier landgoedwoningen worden op minimaal 80 m van de Klokkendijk gerealiseerd. De geluidbelasting zal derhalve veel minder zijn dan de voorkeursgrenswaarde. Er is daarom geen akoestisch onderzoek noodzakelijk voor de bebouwing op het nieuwe landgoed.
De Klokkendijk is een Erftoegangsweg B gelegen binnen de 60 km/uurzone van het gebied Notter/Zuna. Per woning wordt uitgegaan van 6 a 7 verkeersbewegingen per etmaal. Ten opzichte van het agrarisch bedrijf (gemiddeld 10 verkeersbewegingen per etmaal) zullen de verkeersbewegingen licht toenemen. Daarnaast wordt een natuureducatiecentrum op het perceel Klokkendijk 17 gerealiseerd. Afhankelijk van het aantal bezoekers, zal het aantal verkeersbewegingen toenemen. Gezien de beperkte grootte van het natuureducatiecentrum (130 m²) hoeft dit geen probleem te vormen voor de verkeersafwikkeling op de Klokkendijk.
Vanwege de extreme druk van het sluipverkeer is op de Klokkendijk een verbod ingesteld om gedurende de spitsuren van deze weg (tussen Rijssen en Nijverdal) gebruik te maken. Toekomstige bewoners hebben daarom een ontheffing nodig om gedurende de spitsuren gebruik te kunnen maken van de Klokkendijk.
Het parkeren heeft plaats op eigen terrein. Voor het wonen wordt uitgegaan van een parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen per woning. Voor het natuureducatieterrein wordt een parkeerterrein op het perceel aangelegd. Hiervoor geldt een minimale parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen.
Op 28 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. In dit besluit zijn de normen voor de risico's als gevolg van risicovolle inrichtingen vastgelegd. De risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen dienen tot een aanvaardbaar minimum te worden beperkt. Daartoe zijn in het Bevi regels gesteld. Bij het toekennen van bepaalde bestemmingen dient onderzocht te worden:
Het plaatsgebonden risico is de kans dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats buiten een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. De wettelijke norm is een kans van eens per miljoen jaar. Het groepsrisico bestaat uit de cumulatieve kansen per jaar dat tenminste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.
In of nabij het plangebied is geen sprake van inrichtingen als bedoeld in het Bevi dan wel andere risico's of gevaarbronnen. Ook zijn er geen routes gevaarlijke stoffen (over de weg, het spoor of het water) en buisleidingen in de nabije omgeving van de projectlocatie aanwezig. Nader onderzoek naar het aspect externe veiligheid is daarom niet aan de orde.
Bij besluitvorming is het van belang te bepalen of een initiatief "niet in betekenende mate" bijdraagt aan de luchtkwaliteit. In de algemene maatregel van bestuur Niet in betekenende mate (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM) zijn uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM. Voor de periode tussen het in werking treden van de Wet luchtkwaliteit en het verlenen van derogatie door de EU is het begrip "niet in betekenende mate" gedefinieerd als 1% van de grenswaarde voor NO2 en PM10. Na verlening van derogatie wordt de definitie van NIBM verschoven naar 3% van de grenswaarde. In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Vooralsnog geldt voor woningbouwlocaties voor maximaal 500 woningen (in geval van 1 ontsluitingsweg) of 1.000 woningen (in geval van 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling) dat geen beoordeling op luchtkwaliteit hoeft plaats te vinden.
Onderhavig initiatief behelst een zodanig kleinschalige ontwikkeling dat duidelijk is dat niet in betekenende mate wordt bijgedragen aan de luchtkwaliteit. Het aspect luchtkwaliteit brengt geen belemmeringen met zich mee.