direct naar inhoud van 2.1 Landschappelijke structuur
Plan: Buitengebied 2009, partiele herziening manege-ontmoetingscentrum 't Zoekerveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2010000037-0003

2.1 Landschappelijke structuur

2.1.1 Historische structuur

Op de historische kaart in figuur 2.1. is de tegenstelling tussen de grillige patronen en de strakke lijnen sterk te herkennen. Dat komt doordat het landschap rond het plangebied is ontstaan op twee soorten plekken met verschillende abiotische omstandigheden. Namelijk:

  • de dekzandvlakte;
  • beekdalen met natte laagtes (natuurlijke laag).

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.BP2010000037-0003_0005.png"

Figuur 2.1. Uitsnede historische kaart omgeving Enter anno 1922

Rond de beekdalen en natte laagtes zijn grillige patronen ontstaan door een samenspel van mens en water. Op de hoge koppen langs de watergangen in het gebied (de Regge, maar ook de Elsgraven) vestigde de mens zich. Dit landschap is te typeren als ‘Beekdallandschap’. Vanuit de hoge koppen nam de mens ook het overige land in gebruik. Natte gebieden werden efficiënte wijze ontgonnen. De rechte lijnen in het landschap herinneren aan dit proces. Dit landschap is te typeren als ontginningslandschap’. De allernatste gebieden zijn nog niet ontgonnen in 1922. Op deze plekken lag moeras. Op de historische kaart is te zien dat het gebied vooral gebruikt wordt door de landbouw. De weiden zijn afgeschermd door houtwallen. Het landschap rond de projectlocatie was in 1922 heel kleinschalig. De ontwikkeling van het ontmoetingscentrum kan ertoe bijdragen dit kleinschalige landschap te herstellen. Dit wordt nader toegelicht in het ontwikkelingsplan dat is opgenomen in Bijlage 1 van deze toelichting.

2.1.2 Huidige landschappelijke structuur

De topografische kaart in figuur 2.2 geeft het landschap weer, zoals deze zich in de loop der jaren ontwikkeld heeft. Op de kaart zijn nog zowel grillige patronen te herkennen, als strakke ontginningslijnen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0189.BP2010000037-0003_0006.png"

Figuur 2.2. Topografische kaart huidige situatie

Landbouw is nog steeds een belangrijke gebruiker van de gronden. Akkerbouw is op de kaart aangegeven in het wit. Gronden in gebruik als weide zijn aangegeven in het licht groen. Daarnaast heeft het landschap ook een belangrijke recreatieve functie en woonfunctie gekregen.

Het landschap rond de projectlocatie is nu minder kleinschalig dan in de historische situatie van 1922. Veel landschapselementen die rond de strakke ontginningen aanwezig waren, zijn verdwenen. De ontwikkeling van de gronden aan de Wierdenseweg draagt ertoe bij dat deze landschapselementen weer terug worden gebracht. Zo blijft een aantrekkelijk landschap behouden. Dit past bij de toenemende recreatie- en woonfunctie in het gebied.