direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Bedrijfsterrein Kluinveen, herziening Oost Kluinveenweg ong. in Wierden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2010000029-0003

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep; met daarbij behorende:

  • gebouwen;
  • bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • andere-werken, tuinen en erven.

4.2 Bouwregels

Op de voor Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.2.1 Hoofdgebouwen in casu woonhuizen

Voor een hoofdgebouw in casu woonhuis gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de breedte van een woonhuis mag niet minder dan 5,50 m bedragen;
  • c. de afstand van een vrijstaand woonhuis en van de vrijstaande zijde van een aaneengebouwd woonhuis tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 3 m bedragen;
  • d. de goothoogte mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • e. de dakhelling mag niet meer dan 60° bedragen;
  • f. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan gehandhaafd mogen worden.

4.2.2 Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen

Voor een aanbouw, een uitbouw en een bijgebouw gelden de volgende regels:

  • a. de afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 2 m bedragen;
  • b. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 1 m bedragen tenzij in de perceelsgrens wordt gebouwd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 75 m2 met inachtneming van de volgende bepalingen:
  • 1. het bebouwingspercentage van het bouwperceel mag niet meer dan 50% bedragen;
  • 2. bij de berekening van de gezamenlijke oppervlakte wordt de oppervlakte van de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen voor zover gelegen binnen het bouwvlak tussen het verlengde van de zijgevels van het hoofdgebouw niet meegerekend;
  • d. de goothoogte van een aanbouw, uitbouw of een aangebouwd bijgebouw mag niet meer dan 3 m bedragen met dien verstande dat de goothoogte mag worden verhoogd tot ten hoogste 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • e. de hoogte van een aanbouw, uitbouw of een aangebouwd bijgebouw ten hoogste bedraagt:
    • 1. indien het betreft een aanbouw, uitbouw of aangebouwd bijgebouw bij een woonhuis met één bouwlaag: de hoogte van het hoofdgebouw tot een maximum van 3,25 m;
    • 2. indien het betreft een aanbouw, uitbouw of aangebouwd bijgebouw bij een woonhuis met meerdere bouwlagen: de hoogte van het hoofdgebouw, verminderd met 15% met dien verstande dat het minimum verschil ten minste 1 m bedraagt;
  • f. de bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • g. de dakhelling van de aanbouw, uitbouw of het bijgebouw mag niet meer dan 60° bedragen;

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. indien zij vóór de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2,50 m bedragen.

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • f. de sociale veiligheid.

4.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • 4.2.1 onder c en toestaan dat de afstand wordt verminderd tot niet minder dan 1 m;
  • 4.2.1 onder c indien sprake is van een kleinere afstand als bedoeld in 3.2.1 onder c, en toestaan dat de afstand wordt verkleind tot niet minder dan de aanwezige afstand op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.
  • 4.2.1 onder d en toestaan dat ten behoeve van een lessenaarsdak de goothoogte aan de hoge zijde wordt verhoogd tot ten hoogste 9 m;
  • 4.2.1 onder e en toestaan dat ten behoeve van afwijkende dakvormen de dakhelling wordt verhoogd;
  • 4.2.2 onder a en toestaan dat een aanbouw, uitbouw of bijgebouw tot aan de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt gebouwd
  • 4.2.2 onder c en toestaan dat het gezamenlijke oppervlak van de aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij een hoofdgebouw niet meer mag bedragen dan 150 m², met in achtneming van de volgende bepalingen:
    • 1. het bebouwingspercentage van het bouwperceel mag niet meer dan 50% bedragen;
    • 2. de omvang van het bouwperceel dient minimaal 500 m² te bedragen.

4.4.1 Afwegingskader

Een in 4.4 genoemde ontheffing kan worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.

4.4.2 Procedure

Voor een besluit tot ontheffing geldt de in artikel 9 vermelde voorbereidingsprocedure.

4.5 Specifieke gebruiksregels
4.5.1 Strijdig gebruik

Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in 6.1 onder a wordt in ieder geval gerekend:

  • a. de bewoning van vrijstaande bijgebouwen;
  • b. de recreatieve bewoning van bijgebouwen;
  • c. het gebruik van gronden voor de opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voertuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, vuil- en afvalstoffen, behoudens de opslag die geschiedt in het kader van het normale gebruik.

4.5.2 Aan-huis-verbonden beroep

Gebruik van ruimten binnen de woning of in de aanbouwen, uitbouwen of aangebouwde bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. ten hoogste 35% van het vloeroppervlakte van de woning en aan-/uitbouwen en bijgebouwen mag worden gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep tot een maximale oppervlakte van 50 m2, dan wel, indien de bestaande oppervlakte groter is, de oppervlakte zoals die bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
  • b. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • c. geen detailhandel is toegestaan.

4.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • 4.5.2 en toestaan dat de onder a genoemde oppervlakte van 50 m2 ten behoeve van een medisch beroep wordt vergroot tot ten hoogste 100 m2.
  • 4.1 ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de woning of in de aanbouwen, uitbouwen of aangebouwde bijgebouwen voor een dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
      • a. ten hoogste 35% van het vloeroppervlakte van de woning en aan-/uitbouwen en bijgebouwen mag worden gebruikt voor een dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling tot een maximale oppervlakte van 50 m2;
      • b. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
      • c. de bedrijfsactiviteit dient qua aard, omvang en uitstraling te passen in de woonomgeving;
      • d. de activiteit mag niet vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer;
      • e. geen detailhandel is toegestaan.

4.6.1 Afwegingskader

Een in 4.6 genoemde ontheffing kan worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.

4.6.2 Procedure

Voor een besluit tot ontheffing geldt de in artikel 9 vermelde voorbereidingsprocedure.