Plan: | Rondweg Enter 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2010000023-0003 |
Wet op de archeologische monumentenzorg
Per 1 september 2007 is de nieuwe wet op de archeologische monumentenzorg een feit. Daarmee zijn de uitgangspunten van het verdrag van Malta verankerd in de Nederlandse wetgeving. Naast de wijziging van de Monumentenwet, zijn ook de Ontgrondingenwet, de Wet Milieubeheer en de Woningwet op onderdelen aangepast. Door de Wet ruimtelijke ordening (1 juli 2008) is archeologie wettelijk geïntegreerd in de systematiek van de ruimtelijke ordening.
De wet regelt de bescherming van het bodemarchief, het archeologisch erfgoed, in de bodem. Ook wordt de inpassing van archeologisch erfgoed geregeld en de financiering van opgravingen. Doel van de wet is het reguleren van bodemverstorende activiteiten. Kern is het zo vroeg mogelijk rekening houden met de (mogelijke) aanwezigheid van archeologische waarden in de bodem. Het streven is behoud in situ. Als behoud in situ niet mogelijk is dan moet een archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. De kosten van het benodigde onderzoek zijn voor rekening van de verstoorder.
Op grond van de gewijzigde Monumentenwet 1988 (Wamz 2007) heeft de gemeentelijke overheid de wettelijke zorgplicht om archeologie een plek te geven in de ruimtelijke processen. Het bestemmingsplan is het meest geschikte instrument om dit te regelen.
Wettelijke verankering in het bestemmingsplan
Artikel 5 van het verdrag van Malta heeft een rechtstreekse vertaling in de wet gekregen door aan te sluiten bij de wettelijke figuur van het bestemmingsplan. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet rekening worden gehouden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische waarden. Dit geldt ook voor ontheffingen zoals bedoeld in artikel 3.6, 3.22, 3.10 en 3.23 van de Wet op de ruimtelijke ordening. Dit betekent dat archeologisch waardevolle gebieden moeten worden opgenomen in bestemmingsplannen. Daarnaast zullen archeologische voorschriften opgenomen moeten worden voor de afgifte van bouw-, sloop- en aanlegvergunningen (Wro 3.16, 3.20). De beslissing daarover is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Indien hieraan niet wordt voldaan kan Provinciale Staten attentiegebieden aanwijzen. Dit heeft tot gevolg dat de gemeenteraad binnen een door PS te stellen termijn een beschermend bestemmingsplan dient vast te stellen (Wamz 44).
De archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart
Verantwoord beheer van het cultuurhistorisch erfgoed in de gemeente Wierden begint met het inzichtelijk maken waar en wanneer met het bodemarchief rekening dient te worden gehouden. BAAC bv heeft in opdracht van de gemeente Wierden een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart opgesteld. De kaart is in overleg met de provincie, Het Oversticht en de plaatselijke historische en archeologische verenigingen tot stand gekomen. De gemeente Wierden heeft van de provincie Overijssel een prestatiesubsidie voor het opstellen van de kaart ontvangen.
De archeologische verwachtingskaart maakt voor het grondgebied van de gemeente Wierden duidelijk waar zich (mogelijke) archeologische resten kunnen bevinden.
De kaart is hiervoor opgedeeld in drie zones:
Beleid
De gemeente Wierden heeft een archeologische verwachtingskaart en archeologiebeleid opgesteld. Aan de op de kaart voorkomende verwachtingszones zijn beleidsadviezen gekoppeld. De kaart is een visuele vertaling van het gemeentelijk archeologiebeleid. De verwachtingskaart kan worden gebruikt voor toetsing van ruimtelijke ontwikkelingsplannen.
Beleidsadvies verwachting buitengebied:
Er geldt een onderzoeksplicht in gebieden met:
Beleidsadvies verwachting verstoorde gebieden:
Uit de verwachtingskaart blijkt dat een klein deel van de percelen een hoge verwachting hebben. De meeste percelen vallen in het gebied met lage verwachting. Op basis van bovenstaand schema en de maximale bebouwingsmogelijkheden kan worden geconcludeerd dat voor de meeste percelen geldt dat er geen onderzoek nodig is.
Veranderingen ten opzichte van het bestemmingsplan kunnen worden gerealiseerd middels een wijzigingsbevoegdheid. Indien gebruik wordt gemaakt van deze wijzigingsbevoegdheid zal voor ieder bouwplan, ten aanzien van archeologie,de verwachtingskaart en het bijbehorende beleid gevolgd worden.
In 2010 is een ecologische verkenning gedaan om de natuurwaarden van het plangebied te inventariseren en te beoordelen.
Gebiedsgericht natuurbeleid
Natura 2000
In de directe nabijheid van het plangebied bevinden zich geen Natura 2000-gebieden of Beschermde Natuurmonumenten. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied ‘Borkeld’ ligt op een afstand van circa 1,9 kilometer van het plangebied. Een directe relatie tussen Natura 2000-gebied ‘Borkeld’ en het plangebied ontbreekt.
Beschermde Natuurmonumenten
In de invloedssfeer van het plangebied bevinden zich geen Beschermde Natuurmonumenten. Het dichtstbijzijnde gebied betreft landgoed Weldam nabij Goor, op ruim 8,3 kilometer afstand. Gezien de afstand tot het genoemde gebied, de ligging van het plangebied aan de rand van de bebouwde kom en de aard en omvang van de ingreep, wordt geconcludeerd dat er geen negatieve effecten te verwachten zijn op het Beschermde Natuurmonument Weldam.
Ecologische Hoofdstructuur
Het plangebied maakt zelf geen onderdeel uit van de EHS. Het dichtstbijzijnde als EHS begrensde gebied betreft de Rijssense bossen op een afstand van circa 750 meter van de rondweg. Ook maakt het plangebied volgens de Omgevingsvisie Overijssel geen deel uit van belangrijke natuurwaarden buiten de EHS, zoals foerageergebieden voor ganzen en weidevogelgebieden. Gezien de afstand, barrièrewerking als gevolg van tussenliggende infrastructuur (N347) en de aard van de plannen wordt geconcludeerd dat er geen aantasting plaatsvindt van de EHS of andere gebieden met specifieke natuurwaarden die door de provincie als dusdanig zijn aangemerkt.
Flora en fauna
Op 4 december 2009 is er een verkennend veldbezoek aan het onderzoeksgebied gebracht. Tijdens dit bezoek is aandacht besteed aan de beschermde soorten binnen de Flora- en faunawet. Vooral aan zwaarder beschermde soorten (tabel 2 en 3). Hieronder staat een korte samenvatting van de bevindingen.
Een gedeelte van het grondgebied van de gemeente Wierden ligt in het radarverstoringsgebied van de vliegbasis Twente. Het radarverstoringsgebied is aangegeven om ervoor zorg te dragen dat de radar- en communicatieapparatuur op de vliegbasis ongestoord kan functioneren. Het radarverstoringsgebied ligt als een cirkel met een straal van 15 nautische mijl (=27,8 km, gemeten vanaf de positie van de radar) rond de vliegbasis.
Binnen het radarverstoringsgebied dient voor ieder (nieuw) obstakel, hoger dan 85 meter boven NAP te worden berekend of er verstoring van de radar optreedt. De mate van verstoring van de radar is afhankelijk van enerzijds het type radar en anderzijds de hoogte, breedte en opstelling van de hoge objecten. In dit bestemmingsplan zijn geen mogelijkheden opgenomen voor de realisatie van objecten met deze hoogte, om deze reden is het gebied enkel in de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen.