Plan: | Rondweg Enter 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2010000023-0003 |
In de huidige situatie is er sprake van wateroverlast. Uit een inventarisatie van de gemeente blijkt dat verschillende bermsloten langs de Rondweg de afgelopen jaren zijn gedempt. Door de ontwikkeling die mogelijke gemaakt wordt met dit plan neemt het verhard oppervlak in het plangebied toe.
In het waterhuishoudingsplan zijn maatregelen voorgesteld om de bestaande wateroverlast te verminderen en de wateroverlast ten gevolge van extra verharding op eigen terrein op te vangen. Bijlage 3 Waterhuishoudkundig plan.
Uit geohydrologisch onderzoek blijkt dat de bodem over het algemeen bestaat uit zeer fijn tot matig fijn, zwak siltig zand. De deklaag bestaat uit zeer fijn tot matig fijn, matig siltig, zwak humeus zand. De doorlatendheid van de bodem is matig tot goed met doorlatendheden van 0,4 tot 15 m/dag. Wel zijn er in het plangebied slecht doorlatende leemlagen aangetroffen. Infiltratie van hemelwater is daarom mogelijk als plaatselijk voorkomende leemlagen worden doorbroken, zodat deze geen belemmering vormen voor de infiltratie van hemelwater.
De GHG in het plangebied varieert van 0,4 tot 3,5 m-mv en van 9,0 tot 11,6 m +NAP. Vooral in het westelijk deel van het plangebied liggen de grondwaterstanden hoog. Om voldoende ontwateringsdiepte te realiseren op de percelen moet het vloerpeil van de bebouwing 1 meter hoger liggen dan de GHG. Door drainage aan te leggen op de hoogte van de GHG kan grondwateroverlast bij extreem hoge grondwaterstanden worden voorkomen. Deze drainage mag niet worden aangesloten op het drukriool.
In het plangebied komt wateroverlast voor bij hevige neerslag. In 2009 is er onderzoek verricht naar deze wateroverlast (Tauw, 2009). De maatregelen die hierin zijn voorgesteld zijn ook opgenomen in het te realiseren hemelwatersysteem.
Voor de opvang en het transport van hemelwater is onderscheidt gemaakt in drie gebieden.
Hierin wordt hemelwater verwerkt volgens de volgende principes:
Twee locaties met wijzigingsbevoegdheid aan de Mettenkampsweg en de Vonderweg
Op een locatie aan de Mettenkampsweg en de Vonderweg zal via een wijzigingsbevoegdheid toekomstige bestemmingswijziging naar de bestemming Bedrijventerrein mogelijk worden gemaakt. Met het volgende dient rekening te worden gehouden.
Westelijke percelen
Oostelijke percelen
De vuilwaterafvoer van de bebouwing die gerealiseerd wordt op de percelen wordt aangesloten op de drukriolering. Daarnaast wordt ook de vuilwaterafvoer van de noordelijk gelegen bedrijfslocatie afgevoerd op het drukriool, omdat het vuilwater vanaf deze locatie niet onder vrijverval kan worden afgevoerd richting het VGS op bedrijventerrein Baanakkers. Vuilwater afkomstig van de zuidelijke bedrijfslocatie wordt afgevoerd op de DWA-leiding van het VGS-stelsel dat ligt in de Vonderweg.
De gemeente vraagt om een inrichtingsplan bij bouwaanvragen in het plangebied. Dit inrichtingsplan wordt getoetst aan het bestemmingsplan. In het inrichtingsplan moeten perceelseigenaren aangeven hoe omgegaan wordt met hemelwater. Als eis wordt gehanteerd dat minimaal 20 mm hemelwater geborgen moet worden op eigen terrein en hemelwater niet mag worden afgevoerd op openbaar gebied.