Plan: | Tunnel, Dikkensweg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2009000001-0002 |
Het onderzoek naar vleermuizen is uitgevoerd middels vijf nachtelijke bezoeken (26 juni, 7 juli, 4, 12 en 27 augustus 2009) door EcoGroen Advies BV. De eerste twee bezoeken hebben zich gericht op kraamkolonies/ zomerverblijfplaatsen. De bezoeken in augustus hebben zich gericht op het in kaart brengen van baltslocaties/paarverblijfplaatsen.
Het onderzoek naar de middelhoog beschermde Steenmarter (FFW tabel 2) heeft plaatsgevonden door bij de eigenaars van de te slopen bebouwing na te gaan of het voorkomen van Steenmarter bekend is. Daarnaast is tijdens de vleermuizenonderzoeken gelet op de aanwezigheid van de nachtactieve Steenmarter in het plangebied.
Op basis van de resultaten van het veldonderzoek wordt geen aantasting van vaste verblijfplaatsen, vliegroutes en/of belangrijke foerageergebieden van vleermuizen en Steenmarter verondersteld.
Het nemen van vervolgstappen (zoals mitigerende maatregelen) of het aanvragen van een ontheffing van de Flora- en faunawet is hier zodoende niet aan de orde.
Aangezien tijdens het onderzoek geen vaste verblijfplaatsen van vleermuizen zijn aangetroffen, is het niet aannemelijk dat aankomende winterperiode (2009/2010) overwinterende vleermuizen aanwezig zijn in de te slopen bebouwing.
Gezien het mobiele karakter van vleermuizen is vleermuizenonderzoek juridisch gezien slechts voor een bepaalde periode rechtsgeldig. Vleermuizen wisselen regelmatig van verblijfplaats, waardoor de mogelijkheid bestaat dat de situatie de komende jaren anders is en er dan wel belangrijke verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig zijn. Na overleg te hebben gepleegd met de afdeling Flora- en faunawet van het Ministerie van LNV blijkt dat er geen richtlijnen zijn voor hoe lang een vleermuizenonderzoek houdbaar is. Over het algemeen wordt een periode van één tot twee jaar aangehouden. Gezien de mogelijke (her)vestiging van vleermuizen in de toekomst wordt in deze situatie de volgende strategie aangeraden:
Voor meer uitgebreide informatie wordt verwezen naar bijlage 2 Aanvullend onderzoek vleermuizen en Steenmarter.