Plan: | Oosthavenkade 17-18 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0184.BP2018OHK1718-0301 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Oosthavenkade 17-18 met identificatienummer NL.IMRO.0184.BP2018OHK1718-0301 van de gemeente Urk;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een bedrijf waarin bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk, vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die verband houden met het ambacht plaats vindt;
de aan het gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied aanwezige archeologische sporen en relicten;
onderzoek verricht door of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
het bedrijfsmatig door een bewoner van de woning verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, waarvan de omvang in een woning met aangebouwde bijbehorende bouwwerken past en waarbij de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate blijft behouden;
een beroep of beroepsmatig verlenen van diensten door een bewoner van de woning op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de aangebouwde bijbehorende bouwwerken kan worden uitgeoefend;
een bouwwerk dat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan bestaat of in uitvoering is of dat na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens een bouwvergunning of omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, onder welk gedeelte niet is begrepen een vliering of onderbouw;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten (zie toelichting voor een nadere uitleg);
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB (A) etmaalwaarde, alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidgevoelige ruimte;
de grond deel uitmakende van een bouwperceel, behorende bij één woning, waarop geen hoofdgebouw is of mag worden gebouwd krachtens de vigerende woonbestemming;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon-, of eetkamer wordt gebruikt of voor een zodanig gebruik is bestemd;
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
een op de kaart aangegeven lijn, die de grens vormt tussen delen van de bestemmingsvlakken waarvoor een verschil in maatvoering en/of gebruik geldt;
een ruimte die dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige dan wel financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub d Wet ruimtelijke ordening;
situatie dat de burger of een groep van burgers - in het dat laatste geval georganiseerd als rechtspersoon zonder winstoogmerk of krachtens een overeenkomst zonder winstoogmerk of krachtens een overeenkomst - tenminste de economische eigendom verkrijgt en volledige zeggenschap heeft over en verantwoordelijkheid draagt voor het gebruik van de grond, het ontwerp en de bouw van de eigen woning;
de bovenkant van de afgewerkte begane grond vloer nabij de hoofdtoegang van een gebouw;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte (hieronder wordt mede begrepen een voer- of vaartuig), waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf waaronder begrepen een seksclub een privé-huis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
de in de gevellijn, of binnen de in de regels aangegeven afstand tot deze gevellijn, gebouwde zijde van een gebouw, indien een bouwperceel met meerdere zijden aan een gevellijn grenst, of als de gevellijn ontbreekt, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel(s);
de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en bijbehorende gebouwen op de begane grond;
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub a Wet ruimtelijke ordening;
een gebouw of gedeelte van een gebouw, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen op een bouwperceel, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van dat bouwperceel;
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, ingangspartijen, galerijen en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens, dan wel de rooilijn met niet meer dan 1,5 m wordt overschreden.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn geen bouwwerken toegestaan.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn geen bouwwerken toegestaan.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Bijbehorende gebouwen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen en de plaatsing van de bebouwing ten behoeve van:
De voor ´Waarde - Archeologie` aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van een overige aan deze gronden toegekende bestemming met omgevingsvergunning worden gebouwd, mits op basis van archeologisch onderzoek is vastgesteld dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld dan wel de aanwezige behoudenswaardige archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad.
Artikel 7.2.1 is niet van toepassing op aanvragen voor een omgevingsvergunning in de op de verbeelding als 'Waarde - Archeologie´ aangewezen gronden, die betrekking hebben op plangebieden die niet groter zijn dan 50 m2 en ingrepen die niet dieper dan 30 cm de bodem verstoren.
Op of in de in 7.1 bedoelde gronden is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 7.3.1 mag alleen worden verleend indien:
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in 7.3.1 is vereist voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om het plan te wijzigen op grond van artikel 3.6 lid 1 sub a Wet ruimtelijke ordening ten behoeve van het verwijderen van de bestemming ´Waarde - Archeologie´ zoals bedoeld in artikel 7, indien uit nader deskundig archeologisch onderzoek is gebleken:
De voor ´Waarde - Beschermd dorpsgezicht` aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van het dorpsgezicht zoals beschreven in Bijlage 2.
Op de in 8.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend met een omgevingsvergunning bouwwerken ten behoeve van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen worden gebouwd.
In aanvulling op het bepaalde bij de bestemming 'Wonen' gelden voor het bouwen dat gronden die nog niet conform de bestemming zijn bebouwd, uitsluitend mogen worden gebruikt als tuinen en erven met de daarbij behorende verhardingen. Er mogen alleen materialen worden toegepast die passen in het historisch beeld van het plangebied. De verharding dient daarom in overleg met de gemeente te worden bepaald.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.2, indien geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden welke de aanwijzing als beschermd dorpsgezicht als bedoeld in lid 8.1 beoogt te beschermen, dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Het is verboden op of in de in lid 8.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.4.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden welke de aanwijzing als beschermd dorpsgezicht als bedoeld in lid 8.1 beoogt te beschermen, dan wel het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.4.1 is vereist voor:
Het is verboden op of in de in lid 8.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders, bouwwerken in het geheel of gedeeltelijk te slopen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.5.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden welke de aanwijzing als beschermd dorpsgezicht als bedoeld in lid 8.1 beoogt te beschermen, dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de waterkering en waterstaatkundige werken. De belangen van deze dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Ten aanzien van de in lid 9.1 bedoelde gronden geldt dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming mogen worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 6 m.
Met een omgevingsvergunning kan in afwijking van het bepaalde in lid 9.2 worden toegestaan dat ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, kunnen worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende waterbeheerder.
Het is verboden op of in de in lid 9.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders, de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.4.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterkering en de waterstaatkundige werken, dan wel door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.4.1 is vereist voor:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een gebruik strijdig met de dit plan opgenomen regels wordt in ieder geval gerekend:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen, van gebouwen wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de normering zoals deze hiervoor is opgenomen in de 'Notitie Parkeernormen Urk 2014 (1e herziening)' (vastgesteld d.d. 4 november 2014) dan wel, ingeval van wijziging hiervan, aan de gewijzigde parkeernormen.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van woningen wordt slechts verleend indien de geluidgevoelige ruimten binnen de woningen van het plan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dove gevel' bij de noordelijke en oostelijke gevel zijn voorzien van een dove gevel, tenzij de woningen vanwege de naastgelegen scheepswerf op het perceel Wijk 2/Raadhuisstraat nr. 25 en 25a aan industrielawaai in de periode tussen 07:00 tot 19:00 uur niet meer op de gevel hebben dan:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 12.1 en toestaan dat:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk' zijn de gronden, naast de voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens aangeduid voor de bescherming, onderhoud en instandhouding van de primaire waterkering.
Ter plaatse van gronden met de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk ' mag niet worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.1.2 met inachtneming van de volgende regels:
Het college van burgemeester en wethouders kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, met een omgevingsvergunning afwijken van:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Oosthavenkade 17-18.