Plan: | Manderveen, De Bessentuin |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0183.1002931-vg01 |
Groen
Binnen deze bestemming is openbaar groen opgenomen. Naast het feitelijke groen zijn binnen deze bestemming ook wandel- en fietspaden, lichtmasten en verkeersborden, speelvoorzieningen, water(lopen), waterberging en uitritten toegestaan.
Bebouwing is uitsluitend toegestaan in de vorm van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. De maximale hoogten voor de verschillende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn in de planregels vastgelegd.
Tuin
Deze bestemming geldt ter plaatse van de voortuinen en deels de zijtuinen bij de toekomstige woningen. Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden opgericht. Het doel hiervan is om de ruimtelijke kwaliteit van het nieuwe woongebied te waarborgen. Voor het bouwen van erkers, afdaken, balkons, entreeportalen en veranda's is binnen deze bestemming een afwijkingsmogelijkheid opgenomen.
Verkeer – verblijf
Deze bestemming betreft de gronden die van belang zijn voor de (aan te leggen) wegen, paden, parkeervoorzieningen en de daarbij behorende voorzieningen.
Water
Binnen het plangebied is een sloot langs de Bovenbroeksweg bestemd als water.
Waterstaat – Beheerszone watergang
Door middel van deze dubbelbestemming is de beheerszone voor de watergang op de verbeelding van het plan geregeld. Hiermee wordt duidelijk gemaakt dat extra beschermende maatregelen van toepassing zijn en dat voor bepaalde werkzaamheden tevens advies nodig is van het waterschap.
Wonen – 1
Binnen de bestemming Wonen zijn de stedenbouwkundige voorwaarden voor wat betreft de maximale bouwmassa's geregeld. Zo is geregeld dat enkel vrijstaande of twee-aaneen gebouwde woningen mogen worden gebouwd. Daarnaast zijn de maximale hoogten opgenomen voor zowel de hoofdgebouwen als de bijbehorende bouwwerken.
In de bestemming Wonen zijn naast woningen aan huis gebonden beroepen en vrije beroepen toegestaan. De omvang van de beroepsruimte is beperkt tot 30% van het vloeroppervlak van de woning. Eén van de aanvullende eisen die de gemeente stelt, is dat de gebruiker van de woning ook degene moet zijn die het aan huis gebonden beroep uitoefent.
Wonen – 2
Voor deze bestemming gelden dezelfde regels als bij wonen – 1. Het enige verschil betreft de regel inzake de aanduiding nokrichting.
Wonen – Uit te werken
Deze uit te werken bestemming is gelegd op de tweede fase van het te ontwikkelen gebied. De regels bevatten het kader op basis waarvan een uitwerkingsplan dient te worden gemaakt voor de beoogde ontwikkeling van het gebied. Op grond van de regels geldt een bouwverbod. Voor de procedure tot uitwerking zijn procedureregels opgenomen.
Anti-dubbeltelregel
Deze regel is opgenomen om een ongewenste verdichting van bebouwing te voorkomen. Dit zou zich kunnen voordoen wanneer een deel van een bouwperceel dat al bij de berekening van het maximale bebouwingspercentage was betrokken opnieuw bij zo'n berekening, maar nu ten behoeve van een ander bouwperceel, wordt betrokken.
Algemene gebruiksregels
In artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening is een algemeen gebruiksverbod opgenomen. Dit verbod gaat uit van de gedachte dat het gebruik uitsluitend mag plaatsvinden in overeenstemming met de bestemming. In beginsel is de bestemmingsomschrijving van de betreffende bestemming bepalend. Expliciet is in de algemene gebruiksregels opgenomen dat onder strijdig gebruik in ieder geval wordt verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting.
Algemene afwijkingsregels
In deze bepaling is, in aanvulling op de afwijkingsregels van de afzonderlijke bestemmingen, een aantal algemene afwijkingen opgenomen. Het betreft een regeling die het mogelijk maakt om bij uitvoering van bouwplannen beperkt af te wijken van de regels in het bestemmingsplan.
Bij een besluit tot het verlenen van een afwijking dienen de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen te worden afgewogen. Overigens is de bevoegdheid beperkt in die zin dat geen afwijking mag worden verleend indien onevenredige afbreuk wordt gedaan aan onder andere het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Overgangsrecht
In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is een algemeen geldende regeling opgesteld, die in elk bestemmingsplan moet worden opgenomen. Gekozen is voor een regeling in een aantal standaardbepalingen. De eerste standaardbepaling heeft betrekking op het overgangsrecht ten aanzien van bouwmogelijkheden. De tweede op het overgangsrecht ten aanzien van (andere) gebruiksmogelijkheden van de grond (gebruik in enge zin).
In beide artikelen is als peildatum gekozen voor het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.