1.1 Plan:
het wijzigingsplan “Buitengebied, Buitenstouwe 4 Staphorst” van de gemeente
Staphorst;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand
NL.IMRO.0180.5112022001-VS01 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;
1.3
aan- of uitbouw:
een voor bewoning bestemd gebouw dat een gebruikseenheid vormt met een woning,
bedrijfs- of recreatiewoning, dat in de maatvoering daarvan kan worden onderscheiden
en dat meetelt met de kubieke meters wat betreft de (maximale) inhoud van de
desbetreffende woning;
1.4
aanduiding:
geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge
de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van
deze gronden;
1.5
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6
aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten:
het uitoefenen van bedrijfsmatige werkzaamheden in de woning en/of bijgebouwen
waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de
desbetreffende activiteiten een ruimtelijke uitstraling hebben die in overeenstemming is
met de woonfunctie;
1.7
aan huis verbonden beroep:
een dienstverlenend beroep, waaronder mede wordt begrepen een kapper,
schoonheidsspecialist, hondentrimmer en naar de aard daarmee gelijk te stellen
beroepen, dan wel een kantoor, welke in een woning en/of daarbij behorende
bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar
woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke
uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;
1.8
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
1.9
bebouwingspercentage:
een in het plan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein
aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;
1.10
bed and breakfast:
een kleinschalige aan de woonfunctie ondergeschikte accommodatie voor uitsluitend
logies en ontbijt, die geschikt is voor maximaal vier personen, verdeeld over maximaal
twee slaapkamers en is bedoeld voor doorstroom in de recreatieve verhuur;
1.11
bestaand(e):
- het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning;
- het onder a bedoelde geldt niet voor zover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan, of een andere planologische procedure
1.12
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
1.13
Bestemmingsplan Buitengebied Staphorst:
het Bestemmingsplan Buitengebied Staphorst met identificatienummer
NL.IMRO.0180.5102011001-VS01 van de gemeente Staphorst;
1.14
bestemmingsplan Veegplan Buitengebied:
het bestemmingsplan Veegplan Buitengebied met identificatienummer
NL.IMRO.0180.5102017002-VS01 van de gemeente Staphorst;
1.15
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.16
bijgebouw:
een niet voor bewoning bestemd vrijstaand, dan wel aangebouwd gebouw dat
dienstbaar is aan de burgerwoning, en dat door de maatvoering daarvan kan worden
onderscheiden, zoals een garage bijkeuken, schuur of berging; VAB's aanwezig op
woonbestemmingen worden eveneens aangemerkt als bijgebouw;
1.17
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het
vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen
of veranderen en vergroten van een standplaats;
1.18
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
1.19
bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke
bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de
begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kapverdieping;
1.20
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar
behorende bebouwing is toegelaten;
1.21
bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
1.22
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de
regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
1.23
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke
hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt
in of op de grond;
1.24
dagrecreatieve voorzieningen:
voorzieningen in de vorm van voet-, fiets- en ruiterpaden, picknickplaatsen,
parkeervoorzieningen, visoevers en naar de aard daarmee gelijk te stellen
voorzieningen;
1.25
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het
verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik,
verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of
bedrijfsactiviteit;
1.26
erfinrichtingsplan:
een plan dat de (her)inrichting van een erf omvat, dat doorgaans betrekking heeft op
bestaande en nieuwe gebouwen, beplanting, erfverharding, ontsluiting en parkeren;
1.27
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met
wanden omsloten ruimte vormt;
1.28
geluidsbelasting:
de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein en/of een spoorweg;
1.29
geluidsgevoelige gebouwen:
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen, zoals
bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.30
hogere waarde:
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de
geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de
voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond
van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
1.31
hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel in architectonisch opzicht, dan wel gelet op de
bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
1.32
inwoning:
twee huishoudens in één woning;
1.33
kampeermiddelen:
tenten, tentwagens, kampeerauto's of caravans dan wel andere onderkomens of andere
voertuigen, gewezen voertuigen of gedeelten daarvan, voor zover niet als bouwwerk
aan te merken, die geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of ingericht dan wel
worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf dan wel voor nachtverblijf van personeel,
werkzaam op het kampeerterrein waar deze onderkomens of voertuigen zijn geplaatst;
1.34
kampeerterrein:
een terrein ter beschikking gesteld voor het plaatsen, dan wel geplaatst houden van
kampeermiddelen;
1.35
kas:
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of
ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of
planten;
1.36
landschap:
het buitengebied van de gemeente Staphorst, zoals geografisch begrensd in
Bestemmingsplan Buitengebied Staphorst:;
1.37
landschappelijke waarden:
aan een gebied toegekende waarden in verband met de waarneembare
verschijningsvormen van dat gebied;
1.38
mantelzorg:
het anders dan bedrijfsmatig bieden van zorg aan een of meer leden van een
huishouding, die hulpbehoevend is of zijn op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak;
1.39
natuurlijke waarden:
aan een gebied toegekende waarde in verband met de geologische, bodemkundige en
biologische elementen, voorkomend in dat gebied;
1.40
nevenactiviteit:
activiteiten die uitsluitend uitgeoefend kunnen worden naast een feitelijke aanwezige
hoofdfunctie en binnen bestaande bebouwing, waarvan parkeren op eigen erf
plaatsvindt, en wat betreft vloeroppervlak en uitstraling ondergeschikt zijn aan de
hoofdfunctie;
1.41
onderbouw:
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de
bovenkant minder dan 1,2 m boven peil is gelegen;
1.42
overkapping:
een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts
gedeeltelijk met maximaal twee wanden is omsloten;
1.43
paardrijbak:
buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, voorzien van een zandbed en al dan
niet voorzien van een omheining;
1.44
peil:
- voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
1.45
permanente bewoning:
bewoning als hoofdverblijf;
1.46
ruimtelijke kwaliteit (investering in):
het in een landschap toevoegen van natuurlijke, artificiële elementen,
bebouwingselementen en/of landschappelijke elementen, dan wel het verwijderen of het
aanpassen daarvan, welke leidt tot een verbetering van de belevingswaarde,
gebruikswaarde en toekomstwaarde van dat landschap;
1.47
seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de
omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of
vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt
in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon,
een seksbioscoop, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.48
standplaats:
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen
aanwezig zijn die op het leidingennet van de openbare nutsbedrijven, andere
instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
1.49
VAB (voormalig agrarische bedrijfsbebouwing)
een gebouw of onderdeel daarvan dat in het verleden voor agrarisch gebruik heeft
gediend, dat daarvoor niet langer in gebruik is;
1.50
verblijfsrecreatie:
recreatief verblijf, waarbij wordt overnacht in kampeermiddelen, recreatiewoningen,
appartementen en/of recreatieverblijven, waarbij hoofdverblijf elders wordt gehouden;
1.51
vrijstaand gebouw:
een niet met het (hoofd)gebouw verbonden gebouw, dat zowel ruimtelijk als functioneel
ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en ten
dienste staat van dat (hoofd)gebouw;
1.52
voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een gebouw met meerdere
zijden aan een openbare weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders
aan te wijzen gevel;
1.53
voorkeurswaarde:
de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden
afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond
industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het
Besluit geluidhinder spoorwegen;
1.54
wonen:
het gehuisvest zijn in een woning, waaronder niet inbegrepen kamerverhuur en
inwoning;
1.55
woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk
huishouden; een woonruimte in verband met mantelzorg wordt niet beschouwd als
woning in de zin van dit bestemmingsplan.