Plan: | Wonen Ommen, herziening Kievitstraat 1 Ommen |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0175.wonen2012bp0008-OW01 |
In dit plan wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan "Wonen Ommen, herziening Kievitstraat 1 Ommen" met identificatienummer NL.IMRO.0175.wonen2012bp0008-OW01 van de gemeente Ommen;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
besluit van 19 oktober 2007, houdende algemene regels voor inrichtingen (Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer). Het Activiteitenbesluit milieubeheer geeft algemene milieuregels van het Rijk voor bedrijven. Met in werking treding van de Omgevingswet wordt het besluit vervangen door het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal);
een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis gebonden beroepen daaronder niet begrepen;
(eerste) besluit van 3 juli 2018 houdende regels over activiteiten in de fysieke leefomgeving (Besluit activiteiten leefomgeving) en navolgende aanvullingen en wijzigingen. Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) gaat de regels van het Activiteitenbesluit milieubeheer vervangen bij in werking treding van de Omgevingswet;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, tenzij de Elektriciteitswet 1998 anders bepaalt;
hoge naaldvormige spijl (vrijstaande buis, vakwerkmast, stobie of staaf, of geïntegreerd in de constructie) die op transformatorstations omhoog steekt en met een zeer scherpe punt boven de installaties uitkomt, om bliksem aan te trekken en af te leiden van de hoogspanningsinstallaties;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een transformatorstation of hoogspannings(schakel)station;
alle gebouwen, bouwwerken en bijbehorende voorzieningen die een functie hebben in het proces van transport, transformatie en distributie van elektrische energie;
al dan niet bebouwde perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en voor zover een bestemmingsplan van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijke met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken, met inbegrip van aan- en uitbouwen;
ook wel hoogspanningsstation, transformatorstation of trafostation genoemd, tevens schakelstation. Op het station zijn twee of meer hoogspanningsnetten met gelijke of verschillende netspanningen aan elkaar zijn verbonden en worden daar of getransformeerd naar een andere netspanning, of kunnen met transformators op het openbaar elektriciteitsnet (laagspanning) worden aangesloten.
de hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van een gebouw of bouwwerk, al dan niet na ophoging van de gronden;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
een bouwwerk, al dan niet aangebouwd aan een gebouw of een bouwwerk geen gebouw zijnde, bestaande uit een slechts van boven afgesloten ruimte van lichte constructie die niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omgeven, waaronder in ieder geval een carport wordt verstaan;
gelegenheid tot parkeren ten behoeve van motorvoertuigen, met uitzondering van garages;
ook wel schakeltuin genoemd. Veld met rails, vermogensschakelaars, spanningstransformators en scheidingsschakelaars die aangestuurd kunnen worden om hoogspanningslijnen en componenten op een trafostation aan of af te schakelen;
ook wel scherfwand genoemd. Een scherfmuur is een halfopen betonnen hok waarin een transformator kan worden opgesteld. Een scherfmuur heeft primair de functie om de omgeving te beschermen wanneer de trafo het begeeft (explodeert), maar ook andersom wordt de trafo beschermd door andere onderdelen en/of verplaatsende voorwerpen die in de buurt komen, daarnaast heeft de scherfmuur een geluidwerende functie;
ook wel trafo genoemd. In een transformator wordt de hoogte van de elektrische spanning veranderd zodat elektriciteitsnetten en -verbindingen met verschillende netspanningen aan elkaar gekoppeld kunnen worden en er vermogen tussen beide kan worden overgedragen;
een elektriciteitsdistributiebedrijf of hoogspannings(schakel)station;
vergunningvrije erf- en perceelafscheidingen zoals bedoeld in de geldende wet- en regelgeving:
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie, en waterkwaliteit. Hierbij kan worden gedacht aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, et cetera;
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw of bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover op de verbeelding bouwperceelgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwperceelgrenzen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, bliksemafleiders en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten grootste afstand.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
bij de toepassing van het bepaalde over het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens, dan wel de rooilijn met niet meer dan 1 m wordt overschreden.
De voor 'Bedrijf - Hoogspanningsschakelstation' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 onder a met dien verstande dat de verhoging van de toegestane bouwhoogte maximaal 15% bedraagt.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 onder b met dien verstande dat de afstand tot naast liggende bebouwing ten minste 1 meter bedraagt.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 onder c voor het verhogen van het percentage met dien verstande dat op ieder bouwperceel voldoende ruimte voor het parkeren of stallen van auto's is aangebracht ten behoeve van de bedrijfsvoering en eventuele woonfunctie ter plekke dan wel in alternatieve ruimte in de nabijheid is of wordt voorzien. Het bevoegd gezag kan bij verlening van de omgevingsvergunning voorwaarden stellen ten aanzien van het realiseren en onderhoud van de alternatieve parkeer- en stallingsruimte.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 voor het toestaan van een elektriciteitsdistributiebedrijf in milieucategorie 3.2, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Leiding - Hoogspanning' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 4.2 onder c indien de belangen en de veiligheid van de betrokken hoogspanningsleiding niet worden geschaad en de leidingbeheerder in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen. Indien door de bouw, de situering, dan wel de hoogte van een bouwwerk schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de betrokken hoogspanningsleiding, wordt geen omgevingsvergunning verleend.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, mede bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2 onder c indien de belangen en de veiligheid van de betrokken hoogspanningsverbinding niet worden geschaad en de leidingbeheerder in de gelegenheid is gesteld schriftelijk advies uit te brengen. Indien door de bouw, de situering, dan wel de hoogte van een bouwwerk schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de betrokken hoogspanningsverbinding, wordt geen omgevingsvergunning verleend.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de verwachte archeologische waarden.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de in artikel 6.1 bedoelde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor aanvullend of definitief archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
Het is verboden op of in de in artikel 6.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarvoor het verbod van artikel 6.4.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar indien is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Het verbod, zoals is bedoeld in artikel 6.4.1, is niet van toepassing, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde zoals duikers, keerwanden en merktekens alsmede voor waterberging.
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd;
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 7.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Deze regels worden aangehaald als:
“Regels van het bestemmingsplan Wonen Ommen, herziening Kievitstraat 1 Ommen”.