Plan: | Werken Ommen, herziening Schurinkstraat/Nieuwelandstraat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0175.werken2012bp0004-vg01 |
ALDI Ommen B.V. is momenteel gevestigd aan de Slagenweg 1 in Ommen. Deze winkel is met 838 m2 wvo (winkelvloeroppervlak) te klein om duurzaam-economisch te kunnen blijven functioneren en voldoet niet meer aan de veranderde consumentenwensen ten aanzien van hard-discountsupermarkten, zoals de ALDI (zie paragraaf 4.1.2.2). Net als bij overige supermarkten wensen ook de klanten van hard-discountsupermarkten meer service en comfort in de winkel. Dit heeft bij de ALDI tot nieuwe formule-uitgangspunten geleid.
ALDI telt in Nederland ongeveer 500 winkels en is bezig met een algemene moderniseringsslag van haar winkels. Met de modernisering hebben de nieuwe winkels van ALDI ruimere gangpaden, meer ruimte voor het assortiment, meer aandacht voor versproducten en een lichtere uitstraling. Daarnaast is er meer aandacht voor duurzaamheidsaspecten.
Om deze nieuwe formule-uitgangspunten toe te passen is het nodig om over een groter winkelvloeroppervlak (wvo) te beschikken. Dit geldt ook voor de winkelvestiging in Ommen.
Op de huidige locatie aan de Slagenweg is geen ruimte voor uitbreiding van de winkel. Om te kunnen voldoen aan de nieuwe formule-uitgangspunten en de winkel te behouden voor de inwoners van Ommen is uitbreiding van de supermarkt noodzakelijk.
ALDI Ommen B.V. is daarom voornemens om haar winkel te verplaatsen. De nieuwe locatie is gevonden ten noorden van de kruising van de Schurinkstraat op de Nieuwelandstraat. Op deze locatie wil ALDI Ommen een nieuwe moderne winkel realiseren van 1.269 m2 wvo (1.908 m2 bvo) realiseren met voldoende parkeergelegenheid en laden en lossen op eigen terrein.
Op grond van het geldende bestemmingsplan is de beoogde ontwikkeling niet mogelijk. Het doel van het voorliggende bestemmingsplan ' Werken Ommen, herziening Schurinkstraat/Nieuwelandstraat' is dan ook om de beoogde ontwikkeling planologisch-juridisch te borgen.
Het plangebied Werken Ommen, herziening Schurinkstraat/Nieuwelandstraat ligt ten noordoosten van het kruispunt van de Schurinkstraat met de Nieuwelandstraat.
Afbeelding 1.1 - ligging plangebied in Ommen (ondergrond: Luchtfoto Kadaster, 2018;
bewerking Rho)
Het plangebied wordt aan de noordzijde begrenst door de rotonde van de Schurinkstraat met de Balkerweg / Slagenweg (N347). Aan de westzijde wordt het plangebied begrenst door de Schurinkstraat en aan de zuidzijde door de Nieuwelandstraat. Aan de oostzijde wordt het plangebied begrens door de achterzijde van bedrijfsbebouwing en bedrijfswoningen aan de Eskampweg.
Het plangebied is via de Balkerweg / Slagenweg (N347) en de Schurinkstraat goed bereikbaar voor Ommen en het ommeland.
Op het perceel Schurinkstraat/Nieuwelandstraat te Ommen is het bestemmingsplan 'Werken, Ommen' van kracht, zoals vastgesteld op 27 juni 2013.
Afbeelding 1.2 - uitsnede geldend bestemmingsplan 'Werken, Ommen'
Ter plaatse geldt de bestemming 'Bedrijventerrein'. Binnen deze bestemming zijn bedrijven tot en met milieucategorie 3.2 toegestaan. De gronden zijn bovendien voorzien van een 'wro-zone - ontheffingsgebied 3'. Op grond hiervan is middels een omgevingsvergunning ter plaatse volumineuze detailhandel toegestaan, mits de belangen van omliggende bedrijven niet worden geschaad.
Een supermarkt is echter niet mogelijk op basis van de regels van het bestemmingsplan. Er zal moeten worden afgeweken van het bestemmingsplan.
Ter plaatse geldt eveneens de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting'. Deze bestemming beoogt de mogelijk aanwezige archeologische waarden te beschermen.
Het bestemmingsplan 'Werken Ommen, herziening Schurinkstraat/Nieuwelandstraat' met identificatienummer NL.IMRO.0175.werken2012bp0004-vg01 bestaat, naast deze toelichting, uit de volgende stukken:
De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende plan en kunnen enkel in samenhang met elkaar 'gelezen' worden.
Op de verbeelding zijn de bestemmingen van de in het plangebied begrepen gronden aangegeven. Aan deze bestemmingen zijn regels om de uitgangspunten van het plan zeker te stellen.
De toelichting is niet juridisch bindend, maar is niettemin een belangrijk document bij het bestemmingsplan. De toelichting geeft aan wat de beweegredenen en achtergronden zijn die aan het plan ten grondslag liggen en doet verslag van het onderzoek dat aan het bestemmingsplan vooraf is gegaan.
Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
De toelichting is als volgt opgebouwd:
ALDI is momenteel gevestigd aan de Slagenweg 1 aan de oostelijke zijde van Ommen. De winkel heeft een brutovloeroppervlak (bvo) circa 1.050 m2 waarvan 813 m2 winkelvloeroppervlak (wvo) is. Het parkeren voor de deur wordt gedeeld met naastgelegen restaurant en met de gymzaal De Slagen. Het laden en lossen vindt plaats aan de oostzijde van de winkel, middels een laad- en loskuil.
Afbeelding 2.1 - impressie huidige situatie ALDI Slagenweg (bron: Google Streetview, 2017)
Op de bestaande locatie zal zich geen nieuwe supermarkt kunnen vestigen. De betreffende gronden worden door de gemeente aangekocht ten behoeve van een beter passende maatschappelijke functie. Een mogelijke invulling is de huisvesting van basisonderwijs vanwege de ligging naast de gymzaal De Slagen. Wanneer de plannen voor de locatie aan de Slagenweg voldoende concreet zijn zullen deze met een separate planologisch-juridische procedure worden geborgd.
Tussen de gemeente en initiatiefnemer is overeengekomen dat er voor de locatie aan de Slagenweg een nieuw bestemmingsplan wordt vastgesteld waarin de vestiging van een supermarkt op deze locatie niet meer mogelijk is.
De beoogde nieuwe ALDI-locatie aan de Schurinkstraat / Nieuwelandstraat is gelegen op het bedrijventerrein De Strangen. Zoals uit onderstaande afbeeldingen blijkt is het plangebied grotendeels onbebouwd en in gebruik als grasland. Een deel van de gronden wordt gebruikt als parkeerplaats.
Afbeelding 2.2- impressie beoogde locatie Schurinkstraat / Nieuwelandstraat (bron: Google
Streetview, 2018)
Afbeelding 2.3 - bestaande situatie (bron: akoestisch onderzoek ALDI te Ommen)
Op een deel van het plangebied is bedrijfsbebouwing aanwezig. Het betreft bedrijfsbebouwing behorende bij een verhuurbedrijf van bouwmachines en - materieel en een losstaande bedrijfsloods.
In onderstaande afbeelding is te zien welke bebouwing dient te worden gesloopt om de vestiging van de supermarkt mogelijk te maken.
Afbeelding 2.4 - overzicht van de te slopen opstallen (rood gemarkeerd)
Alle (bedrijfs-)bebouwing op het terrein van JHX wordt gesloopt. Het deel van de gronden dat niet voor de verplaatsing van de Aldi wordt benut wordt heringericht als parkeerterrein ten behoeve van de direct naastgelegen woningcorporatie Vechtdal Wonen.
Afbeelding 2.5- Impressie beoogde situatie (bron: Kienhuis bouwmanagement, zie ook
bijlage 1)
Het terrein heeft een oppervlak van 8.745 m2. Op het terrein wordt voorzien in een winkelpand met een gebruiksoppervlakte van 1.793 m2. Hiervan is:
Tezamen met de inpandige laad- en losruimte is sprake van een brutovloeroppervlak (bvo) van 1.908 m2.
Het terrein wordt vanaf de Nieuwelandstraat ontsloten. De hoofdingang van de supermarkt bevindt zich aan de noord-oostzijde van het pand. Nabij de rotonde op de hoek met de Schurinkstraat en op de hoek van de Nieuwelandstraat wordt voorzien in twee reclamezuilen van bijna 5,5 m hoog.
Het winkelpand bestaat uit één bouwlaag met een hoogte van 5,8 m. In onderstaande afbeelding worden de verschillende gevelaanzichten van het pand getoond.
wo
Afbeelding 2.6 - gevel aanzichten
De bouwplannen voor de verplaatste Aldi zijn meerdere malen met de welstandscommissie besproken. De welstandscommissie heeft aangegeven in te kunnen stemmen met het voorliggende bouwplan.
Afbeelding 2.7 - impressie zicht op de nieuwe locatie vanaf de rotonde
Bereikbaarheid
De nieuwe locatie van de ALDI is via de Nieuwelandstraat aangesloten op de Schurinkstraat. De Schurinkstraat leidt vervolgens naar de Slagenweg, Balkerweg of de Chevalleraustraat, de gebiedsontsluitingswegen van de kern Ommen. De nieuwe locatie van de Aldi is daarmee goed bereikbaar voor de bezoekers vanuit heel Ommen en omgeving.
Afbeelding 2.8- situering Aldi
Ontsluiting en parkeren
Het nieuwe parkeerterrein van de ALDI wordt voor het gemotoriseerd verkeer ontsloten via de Nieuwelandstraat. Zo ontstaat er geen nieuwe (erf)aansluiting op de gebiedsontsluitingswegen van Ommen. Het parkeerterrein bevindt op zich vervolgens ten noorden, zuiden en westen van het winkelpand. Hiermee wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein (zie paragraaf 4.2.3).
Fietsers en voetgangers kunnen het terrein bereiken door een aansluiting ter hoogte van de beoogde winkel. Voor fietsers en voetgangers vanaf de overzijde van de Schurinkstraat wordt een gefaseerde oversteek gerealiseerd om hen veilig de Schurinkstraat over te laten oversteken. Tegenover de ontsluiting voor fietsers, wordt naast de hoofdingang voorzien in fietsenstallingen. Op deze manier ontstaat een directe fietsverbinding naar de winkel en worden ongewenste bewegingen over het parkeerterrein en conflicten met parkerende voertuigen voorkomen.
Laden en lossen
De nieuwe ALDI-vestiging dient vanzelfsprekend bereikbaar te zijn voor bevoorradend vrachtverkeer. Op de onderstaande afbeelding is de locatie van de laad- en losplaats weergegeven.
Afbeelding 2.9 - laad- en losruimte met rijlijnen t.b.v. het vrachtverkeer
De inpandige laad- en losplaats bevindt zich aan de zuidzijde van het plangebied. Het bevoorradend vrachtverkeer maakt eveneens gebruik van de aansluiting van het parkeerterrein op de Nieuwelandstraat. Vrachtwagens rijden hiervoor het parkeerterrein op, om vervolgens achterwaarts de inpandige laad- en losplaats te bereiken. De rijcurvelijnen laten zien dat op het parkeerterrein voldoende manoeuvreerruimte aanwezig is om met een vrachtwagen de laad- en losplaats in en uit te rijden.
ALDI heeft met haar nieuwe formule-uitgangspunten meer aandacht voor een zo duurzaam mogelijke exploitatie van de winkel. De nieuwe winkels worden zo klimaatneutraal mogelijk ontwikkeld. Dit is onder meer terug te zien bij de onlangs geopende filialen in Drachten, Drunen, Leerdam, Roermond en Weert. Deze panden hebben een energielabel A++++.
De nieuwe winkels worden uitgerust met CO2 warmte-terugwininstallatie en waar mogelijk zonnepanelen. De winkel wordt verwarmd met restwarme uit het koelproces en er is geen bijverwarming op gas. Hierdoor is de milieubelasting zeer beperkt.
Tevens wordt de inrichting van winkel, het magazijn en de laad- en losvoorziening zodanig gemaakt dat de bevoorrading efficiënter wordt, waardoor minder vrachtwagenbewegingen nodig zijn wat milieuvriendelijker is.
De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is op 11 september 2020 door de Minister vastgesteld. De NOVI biedt een langetermijnperspectief op de ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland tot 2050. Met de NOVI geeft het kabinet richting aan de grote opgaven die het aanzien van Nederland de komende dertig jaar ingrijpend zullen veranderen. Met de NOVI benoemt het Rijk nationale belangen, geeft het richting op de vier prioriteiten:
Vier prioriteiten
Aan de hand van een toekomstperspectief op 2050 brengt de NOVI de langetermijnvisie in beeld. Op nationale belangen wil het Rijk sturen en richting geven. Die komen samen in vier prioriteiten:
Uitvoering
De NOVI bevat ook een opmaat naar een Uitvoeringsagenda. Daarin wordt niet alleen inzichtelijk gemaakt welke inzet Rijk en regio nu al plegen, maar ook welke (gezamenlijke) acties de NOVI daaraan toevoegt. De Uitvoeringsagenda wordt richting de definitieve NOVI verder uitgewerkt. Daarbij worden de kansen en risico's uit het planMER betrokken.
De bedoeling is dat de NOVI zich aan nieuwe ontwikkelingen kan aanpassen, in een permanent en cyclisch proces. Het Rijk gebruikt daarvoor een goede NOVI-monitor.
Rijk, provincies en gemeenten gaan meer samenwerken als één overheid. De NOVI-aanpak is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de betrokken overheden. Medeoverheden, burgers en bedrijven, zijn niet juridisch aan de visie in de NOVI gebonden. Om de opgaven als overheden samen aan te pakken wordt op basis van de vastgestelde NOVI toegewerkt naar samenwerkingsafspraken.
Het is belangrijk dat de omgevingsvisies van Rijk, provincies en gemeenten waar nodig en mogelijk op elkaar aansluiten. Daarvoor moeten de bestaande Gebiedsagenda's worden uitgebouwd tot bredere Omgevingsagenda's. Die omvatten de volle breedte van het omgevingsbeleid en kunnen zich ontwikkelen tot de kern van een werkend stelsel van omgevingsbeleid. Deze Omgevingsagenda's worden met alle landsdelen gemaakt, in samenwerking tussen de overheden.
De samenloop van verschillende nationale belangen en de omvang van de opgaven maken het in sommige gebieden tot een grote uitdaging om tot passende oplossingen te komen. Er is daarvoor in deze gebieden extra inzet van Rijk en regio nodig, omdat het binnen de bestaande kaders onvoldoende lukt om tot resultaat te komen. Daarom zullen er NOVI-gebieden worden benoemd.
Open proces
De NOVI is tot stand gekomen in samenspraak met verantwoordelijke ministeries, gemeenten, provincies en waterschappen. Tevens is input gebruikt van adviesraden, kennisinstellingen, het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en burgers. De dialoog met en tussen alle betrokkenen stopt niet met het verschijnen van de (ontwerp)-NOVI. Het blijft een open proces, waarvan participatie een wezenlijk onderdeel uitmaakt.
Met de beoogde verplaatsing en uitbreiding van de ALDI wordt een bijdrage geleverd aan de instandhouding van een compleet en kwalitatief goed supermarktaanbod binnen Ommen (zie paragraaf 4.1.2). Daarmee sluit het voorliggend bestemmingsplan aan op het thema 'duurzaam economisch groeipotentieel' uit de NOVI.
De kaders van het rijksbeleid zijn opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte(SVIR) die op 13 maart 2012 door de Minister van I&M is vastgesteld. Deze structuurvisie vervangt de Nota Ruimte en heeft als uitgangspunt 'Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig'.
De SVIR omvat drie hoofddoelen, die als volgt zijn geformuleerd:
Voor een aanpak die Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig maakt, moet het roer in het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid om. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. De nationale belangen hebben onder andere betrekking op ruimte voor waterveiligheid, behoud van nationale unieke cultuurhistorische kwaliteiten en ruimte voor een nationaal netwerk van natuur.
Conclusie
De juridische borging van de nationale belangen is vastgelegd in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (zie paragraaf 3.1.3) .
Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), ook wel de AMvB Ruimte genoemd, is op 22 augustus 2011 vastgesteld en in oktober 2012 aangevuld. Het Barro heeft als doel om vanuit een concreet nationaal belang een goede ruimtelijke ordening te bevorderen. De AMvB is het inhoudelijke beleidskader van het rijk waaraan ruimtelijke besluiten op provinciaal en gemeentelijk niveau moeten voldoen. Dat betekent dat de AMvB regels geeft over bestemmingen en het gebruik van gronden. Daarnaast kan zij aan de gemeente opdragen in de toelichting bij een bestemmingsplan bepaalde zaken uitdrukkelijk te motiveren.
De algemene regels bewerkstelligen dat nationale ruimtelijke belangen doorwerken tot op lokaal niveau. Inhoudelijk gaat het om nationale belangen die samenhangen met het beschermen van ruimtelijke functies. Het besluit bevat alleen die nationale ruimtelijke belangen, die via het stellen van regels aan de inhoud of toelichting van bestemmingsplannen (of daarmee vergelijkbare besluiten) beschermd kunnen worden.
Conclusie
Het onderhavige plan is niet in strijd met enig nationaal belang uit het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening.
Zorgvuldig ruimtegebruik is het uitgangspunt van de (rijks)overheid. Om dit principe beter te borgen is sinds 2012 de ladder voor duurzame verstedelijking opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening. Sinds 1 juli 2017 luidt de formulering van de Ladder in artikel 3.1.6. lid 2 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro): 'De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.'
Op grond van de ladder moeten de volgende punten worden geadresseerd:
In paragraaf 4.1 is de verantwoording aan de Ladder duurzame verstedelijking opgenomen.
In deze toelichting van dit bestemmingsplan wordt verder aangetoond dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
Conclusie
Er is sprake van een duurzame verstedelijking (zie paragraaf 4.1). Het onderhavige plan is niet in strijd met enig nationaal belang uit het Besluit ruimtelijke ordening.
De beoogde ontwikkeling is niet in strijd met het rijksbeleid.
De Omgevingsvisie Overijssel is de (geconsolideerde) provinciale visie voor de fysieke leefomgeving van Overijssel en heeft een wettelijke basis in het omgevingsrecht. In de omgevingsvisie worden onderwerpen als ruimtelijke ordening, milieu, water, verkeer en vervoer, ondergrond en natuur bekeken in samenhang voor een duurzame ontwikkeling van onze leefomgeving. Het beleid van de provincie voor de fysieke leefomgeving staat primair in dienst van de sociaal-economische ontwikkeling van Overijssel.
Relevant voor de beoogde ontwikkeling is vooral het concentratiebeleid en de eis van zorgvuldig ruimtegebruik van de provincie. De eis van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik is erop gericht om onnodig nieuw ruimtebeslag – zowel ondergronds als bovengronds – te voorkomen. De provincie wil het onderscheid tussen het bestaande bebouwde gebied en de onbebouwde groene omgeving scherp houden. Vanuit het principe 'inbreiding gaat voor uitbreiding' moeten bij een nieuwe stedelijke ontwikkeling eerst waar mogelijk locaties benut worden binnen gebieden die al een stedelijke functie hebben, voordat een claim mag worden gelegd op gebieden die nu nog een groene functie hebben. Voor de kernen zoals Tubbergen geldt dat er voor lokale behoefte en bijzondere doelgroepen mag worden gebouwd. Deze kernen mogen ruimte bieden aan lokaal gewortelde bedrijvigheid. Onder lokaal gewortelde bedrijvigheid wordt verstaan: bedrijven die hun oorsprong óf verzorgingsgebied hebben of vinden in de gemeente of kern waar ze gevestigd zijn of zich vestigen en waar ze toegevoegde waarde bieden aan de sociaal-economische structuur en het verzorgingsniveau.
Voor detailhandelsvoorzieningen gelden specifieke concentratie-eisen. Detailhandelsvestigingen zijn in principe alleen toegestaan in kernwinkelgebieden. Voor het behoud en versterken van de leefbaarheid in steden en dorpen is een goed functionerende detailhandelsstructuur van belang. Door detailhandel te concentreren in kernwinkelgebieden blijven de binnensteden, historische dorpskernen en wijkwinkelcentra vitaal. Het compacter maken van kernwinkelgebieden kan bijdragen aan het tegengaan van leegstand van winkelpanden in belangrijke routestructuren in steden en dorpen. Door voorzieningen in steden en dorpen zoveel mogelijk te concentreren in kernwinkelgebieden wordt niet alleen de dynamiek van deze gebieden vergroot, maar ook de bereikbaarheid van de voorzieningen geborgd.
In de actualisatie van de omgevingsvisie (Ontwerp Actualisatie Omgevingsvisie 2019/2020) worden geen veranderingen ten aanzien van bovengenoemde visie voorzien.
Eén van de instrumenten om het beleid uit de Omgevingsvisie door te laten werken is de Omgevingsverordening. De Omgevingsverordening wordt ingezet voor die onderwerpen waarvoor de provincie eraan hecht dat de doorwerking van het beleid van de Omgevingsvisie juridisch geborgd is. Er wordt niet meer geregeld dan nodig is voor het belang zoals dat in de Omgevingsvisie is verwoord. De verordening voorziet ten opzichte van de Omgevingsvisie dus niet in nieuw beleid.
In de Omgevingsverordening wordt het principe vastgelegd dat detailhandel geconcentreerd dient te worden in of bij bestaande kernwinkelgebieden. Nieuwe vestigingen kunnen uitsluitend bij uitzondering worden toegelaten buiten de bestaande kernwinkelgebieden. Het gaat aan de ene kant om volumineuze detailhandel waarvoor geen ruimte gevonden kan worden in of aansluitend aan kernwinkelgebieden. De andere uitzondering is grootschalige detailhandel, maar daarvoor is de mogelijkheid om een uitzondering te maken op de algemene regel beperkt tot de stedelijke centra.
De beoogde ontwikkeling vindt niet plaats in het kernwinkelgebied van Ommen. Daarmee past de ontwikkeling niet binnen de concentratie-eisen van de provincie. Echter, op de huidige locatie en in het kernwinkelgebied is er geen ruimte voor uitbreiding. Bovendien blijkt uit de toetsing aan de ladder voor duurzame verstedelijking (zie paragraaf 4.1) dat er in de bestaande leegstand ook geen ruimte gevonden kan worden om een discountsupermarkt met een moderne omvang te realiseren.
Het alternatief is een locatie die aansluit op de kern, zich in een gemengd gebied bevindt, zichtbaar is voor consumenten, en goed bereikbaar is door aansluiting op de Schurinkstraat en daarmee Slagenweg en Balkerweg. De beoogde ontwikkeling leidt daarmee niet tot een ondermijning van een goed functionerende detailhandelsstructuur.
In het Gemeentelijk Omgevingsplan wordt de missie uit het Ommer Motief concreet uitgewerkt. Het plan bundelt de ambities op alle voor het omgevingsbeleid relevante beleidsterreinen: sociaal, economisch en fysiek. Het plan biedt een integrale visie en een helder en compact fundament voor het gemeentelijk beleid en de uitvoering ervan. Het plan kent een gecombineerde thematische en gebiedsgerichte opbouw. De kaders, opgaven en beoogde realisatie zijn per gebied en thema uitgewerkt. Waar dwarsverbanden en samenhang dat nodig maken, is een integrale afweging van belangen gemaakt uitmondende in beleidskeuzes. Het plan dient tevens als structuurvisie.
Het projectgebied is gelegen binnen het profiel 'Werken'. Het bedrijventerreinenbeleid is conform ook de regionale afspraken vooral gericht op behoud en uitbreiding van lokaal gevestigde bedrijven en werving van regionaal gebonden bedrijven van buiten de gemeente die qua aard en omvang bij de gemeente passen. Voor De Strangen bestaat de opgave uit revitalisering en het creëren van duurzame oplossingen, zoals neergelegd in het Masterplan de Strangen. Dit bedrijventerrein moet, onder invloed van het herstructureren van het Havengebied tot woongebied, gedeeltelijk worden getransformeerd.
Binnen de thematische opbouw is met name het onderdeel bedrijvigheid en voorzieningen relevant voor de beoogde ontwikkeling.
Het economisch beleid van de gemeente is gericht op het behouden, versterken en uitbreiden van werkgelegenheid in Ommen. De focus ligt op behoud en uitbreiding van lokaal gevestigde bedrijven en bedrijven die qua aard en omvang bij de gemeente passen.
De gemeente kent onderstaande ambities op het terrein van bedrijvigheid en voorzieningen:
Voor de ambities ten aanzien van voorzieningen wordt verwezen naar het 'centrum'-profiel. Hieruit blijkt dat winkelvoorzieningen zo veel mogelijk worden geconcentreerd in het kernwinkelgebied.
Relatie met het planinitiatief
Uit de toetsing van de ladder voor duurzame verstedelijking blijkt dat er met de beoogde uitbreiding geen significant nadelige effecten op het ondernemersklimaat ontstaan als gevolg van de ontwikkeling. Bovendien kan er binnen het huidige kernwinkelgebied en huidige leegstand geen ruimte gevonden worden voor een harddiscounter van een moderne omvang. De beoogde projectlocatie biedt een alternatieve mogelijkheid op een goed bereikbare en zichtlocatie.
In de gemeentelijke welstandsnota is vastgelegd hoe de kwaliteit van de gebouwen in de stad, in de dorpen en in het buitengebied wordt gewaarborgd. De welstandsnota wordt gebruikt voor de toetsing van concrete bouwplannen.
De welstandsnota van Ommen anticipeert op veranderende regelgeving, dereguleert door het aanwijzen van welstandsvrije gebieden en draagt bij aan de instandhouding en versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente Ommen.
Met de welstandsnota stuurt de gemeente op kwaliteit daar waar het ertoe doet en laat los daar waar dat kan. In de welstandsnota is gekozen voor verschillende niveaus van welstand. Op basis van een waardering van de bebouwing in haar omgeving, met de daarbij behorende ambitiebepaling, zijn alle gebieden ingedeeld naar drie niveaus van welstand:
Afbeelding 3.1 - uitsnede ambitiekaart kern Ommen
Per gebied is het beleid samengevat op basis van de waardering en ambitiebepaling van dat gebied. Bovendien zijn aan de gebieden, indien van toepassing, welstandscriteria gekoppeld.
Voor wat betreft het voorliggende plangebied is, vanwege de ligging langs '(historische) invalswegen', sprake van een basis-ambitieniveau (niveau 1). Het plangebied is gelegen op het punt waar de Schurinkstraat, de Slagenweg en de Balkerweg op elkaar aansluiten.
In bovenstaande afbeelding staan de bijbehorende ambitie-eisen weergegeven.
In de parkeernormennota Ommen wordt omschreven hoe de parkeerbehoefte voor een ontwikkeling in de gemeente Ommen moet worden berekend en hoe die behoefte moet worden vertaald in parkeerplaatsen die voor die ontwikkeling moeten worden aangelegd of beschikbaar moeten zijn (de parkeereis).
In paragraaf 4.2.3 wordt onderbouwd dat met het voorliggende plan aan deze parkeernormen wordt voldaan.
Om de ruimtelijke ontwikkelingen te kunnen blijven toetsen aan de parkeernormen is in de gemeente Ommen de 'Facetherziening parkeren Ommen' van alle vigerende bestemmingsplannen, wijzigingsplannen en uitwerkingsplannen vastgesteld. Deze regeling wordt in het voorliggende bestemmingsplan overgenomen.
Het milieubeleid is primair bedoeld om een optimale leefomgeving te realiseren. Dit kan er soms toe leiden dat beperkingen worden opgelegd aan gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. In onderstaande worden de conclusies voor de verschillende aspecten beschreven.
In het Besluit ruimtelijke ordening is de verplichting opgenomen om in het geval van nieuwe stedelijke ontwikkeling in de toelichting een onderbouwing op te nemen van nut en noodzaak van de nieuwe stedelijke ruimtevraag en de ruimtelijke inpassing. Hierbij wordt uitgegaan van de 'ladder voor duurzame verstedelijking'. De treden van de ladder worden in artikel 3.1.6, lid 2 Bro als volgt omschreven:
De gemeenten moeten plannen die een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maken motiveren volgens de laddersystematiek. Het doel van de Ladder is zorgvuldig en duurzaam ruimtegebruik, met oog voor de toekomstige ruimtebehoefte en ontwikkelingen in de omgeving. De Ladder geeft daarmee invulling aan het nationaal ruimtelijk belang gericht op een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij ruimtelijke besluiten.
Nieuwe stedelijke ontwikkeling
Op grond van het geldende bestemmingsplan waren op het perceel diverse bedrijfsfuncties toegestaan (zie paragraaf 1.3). Het nieuwe bestemmingsplan heeft tot doel om op het perceel een supermarkt met een beoogde omvang van 1.908 m2 bvo mogelijk te maken (zie paragraaf 2.2).
De beoogde uitbreiding van ALDI bestaat ten opzichte van de vestiging op de Slagenweg uit een uitbreiding van 858 m2 bvo. Uit jurisprudentie (ABRvS 28 juni 2017; ECLI:NL:RVS:2017:1724) kan worden afgeleid dat ontwikkelingen groter dan 500 m2 brutovloeroppervlak (bvo) worden aangemerkt als 'nieuwe stedelijke ontwikkeling' ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan.
Dit betekent dat de beoogde ontwikkeling van ALDI aangemerkt kan worden als stedelijke ontwikkeling en getoetst moet worden aan de ladder voor duurzame verstedelijking.
Bestaand stedelijk gebied
Gezien de ligging van het plangebied binnen de kom van Ommen en de geldende bestemming bedrijventerrein leidt het geen twijfel dat in voorgaande situatie sprake is van bestaand stedelijk gebied. De voorliggende locatie hoeft dus niet in het kader van de laddertoets gemotiveerd te worden.
ALDI Ommen B.V. is in Ommen met een winkel gevestigd aan de Slagenweg 1 in Ommen. Deze winkel heeft een oppervlakte van 813 m2 wvo (Locatus, 2020; uitgegaan wordt van de omvang zoals aangeleverd door Locatus, vanwege consistent brongebruik en vergelijkbaarheid). Daarmee is deze vestiging te klein om op deze locatie duurzaam-economisch te functioneren. Bovendien voldoet deze winkel niet meer aan de wensen van de consument ten aanzien van moderne harddiscounters.
ALDI Ommen is dan ook bezig met een moderniseringsslag van haar winkel. Het voornemen van ALDI is om de huidige winkel aan de Slagenweg te sluiten en een nieuwe moderne winkel te realiseren aan de Schurinkstraat/Nieuwelandstraat. Op deze locatie kan ALDI een winkel van 1.269 m2 wvo realiseren met voldoende parkeergelegenheid en laden en lossen op eigen terrein. Dit betekent een uitbreiding van de winkelvloeroppervlakte met 456 m2 wvo.
De beoogde winkel zal aansluiten bij de nieuwe formule-uitgangspunten van ALDI. Net als bij de overige supermarktketens, wensen ook de bezoekers van de harddiscounter ALDI meer service en comfort in de winkel. In de nieuwe winkels is er een andere uitvoering van de inrichting van de winkel, dit betekent bredere gangpaden, meer ruimte voor het assortiment, meer aandacht voor versproducten en een lichtere uitstraling van de winkel. De huidige winkel van ALDI is te klein om deze veranderingen door te voeren.
In het kader van de ladder voor duurzame verstedelijking is de behoefte aan de uitbreiding van ALDI onderzocht. Hiervoor is in beeld gebracht wat de behoefte aan de ontwikkeling is qua beleid, kwaliteit en distributieplanologische marktruimte. Ook is in beeld worden gebracht of er onaanvaardbare leegstand zal ontstaan. De analyse geeft inzicht in de haalbaarheid en de eventuele effecten van de beoogde supermarktontwikkeling.
De dagelijkse goederensector in Ommen heeft een omvang van 7.094 m2 wvo verdeeld over 23 verkooppunten (Locatus, 2021). Het dagelijkse winkelaanbod bestaat uit levensmiddelen (supermarkten en speciaalzaken) en persoonlijke verzorging (drogisten). De opbouw van het dagelijkse winkelaanbod is weergegeven in onderstaande tabel.
Tabel 4.1 -Omvang dagelijkse goederensector Ommen (bron: Locatus, 2021)
aantal winkels | omvang (m² wvo) | |
ALBERT HEIJN | 1 | 1.803 |
ALDI | 1 | 813 |
JUMBO | 1 | 1.656 |
LIDL | 1 | 1.009 |
supermarkten | 4 | 5.281 |
speciaalzaken | 15 | 1.169 |
levensmiddelen | 19 | 6.450 |
persoonlijke verzorging | 4 | 644 |
dagelijkse goederen | 23 | 7.094 |
Binnen de dagelijkse goederensector zijn supermarkten de belangrijkste consumententrekker. Gemiddeld bezoekt een consument 2 à 3 keer per week een supermarkt (Deloitte Consumentenonderzoek, 2019).
De inwoners van Ommen hebben vier supermarkten tot hun beschikking. De supermarkten liggen verspreid in Ommen (zie navolgende afbeelding). De Jumbo ligt in het centrum van Ommen, de Lidl en Albert Heijn liggen allebei aan de Schurinkstraat en ALDI is solitair gelegen.
Afbeelding 4.1 - het supermarktaanbod in Ommen (bron: Locatus, 2021; bewerking Rho)
Binnen de dagelijkse goedersector zijn supermarkten de belangrijkste consumenttrekkers. Supermarkten kunnen op basis van functie en kenmerken worden ingedeeld in 5 categorieën:
In navolgende afbeelding zijn de verschillende supermarktketens ten opzichte van elkaar schematisch gepositioneerd.
Afbeelding 4.2 - Positionering supermarktketens (Marshoek, 2019)
Het supermarktaanbod in Ommen is redelijk compleet te noemen qua aanwezige supermarktsegmenten. De inwoners van Ommen beschikken over twee full-servicesupermarkten (Albert Heijn en Jumbo), een goedkope service-supermarkt (Lidl) en een harddiscounter (ALDI). ALDI is de enige harddiscounter binnen het supermarktlandschap.
Het is belangrijk om de vestiging van ALDI in stand te houden om zo voor de consument een compleet en kwalitatief goed aanbod te hebben. Bovendien wordt opgemerkt dat de overige supermarkten in Ommen allen beschikken over een moderne omvang, ALDI blijft hierin achter.
ALDI heeft als harddiscounter een specifieke positie binnen de Nederlandse supermarktstructuur. Deze specifieke kenmerken en positie leidt ertoe dat ALDI specifieke locatie eisen en randvoorwaarden heeft voor haar winkels.
Segment en assortiment
Consumenten bezoeken een harddiscounter vooral voor de aanschaf van specifieke producten (vaak in bulk) op basis van het motief prijs. Het credo van ALDI is dan ook: 'Hoge kwaliteit-lage prijs'. Om een hoge kwaliteit voor een lage prijs aan te kunnen bieden is een hoge omloopsnelheid van producten, lage kosten voor distributie en lage personeelskosten (en service) in de winkel belangrijk.
ALDI realiseert dit door het voeren van een relatief klein assortiment. ALDI heeft circa 1.300 artikelen, terwijl een gewone full-servicesupermarkt 15.000 tot 30.000 artikelen heeft. Bovendien is de bedrijfsvoering geoptimaliseerd zodat alle handelingen, van distributie tot verkoop, zo efficiënt mogelijk verlopen.
Vanwege het beperktere assortiment zijn discountsupermarkten qua omvang kleiner dan full- servicesupermarkten; waar een full-servicesupermarkt in de optimale situatie minimaal 1.400 m2 wvo moet zijn (om het assortiment in de winkel te krijgen), heeft een discountsupermarkt een omvang van circa 1.200 m2 wvo nodig.
Bezoekmotief
Bij harddiscounters doen consumenten vooral aanvullende aankopen. ALDI wordt met name bezocht als aanvulling naast reguliere full-servicesupermarkten en speciaalzaken. De aanvullende functie van ALDI wordt onder andere aangetoond en onderbouwd in het consumentenonderzoek van Deloitte (2017). In dit onderzoek wordt een overzicht gegeven van het koopgedrag door de consument bij de supermarktformules in Ommen (zie navolgende afbeelding).
Afbeelding 4.3 - Bezoekmotieven supermarkten (bron: Deloitte, 2019)
Uit het onderzoek blijkt dat ALDI het laagste aandeel primaire klanten heeft (24%). Primaire klanten zijn klanten die het grootste deel van hun aankopen bij de betreffende supermarkt kopen. Circa 75% van de ALDI-klanten geeft aan ALDI te zien als hun aanvullende = secundaire/tertiaire supermarkt. Dit betekent dat consumenten een relatief klein deel van hun bestedingen bij ALDI doen. ALDI wordt gemiddeld eens per 2 weken bezocht door de consument voor de specifieke harddiscountaankopen, terwijl de consument een full-servicesupermarkt gemiddeld bijna 2 keer per week bezoekt.
Omvang verzorgingsgebied en autogebruik
Door de aanvullende functie en het daarmee samenhangende lage aandeel in de wekelijke bestedingen heeft ALDI een relatief groot verzorgingsgebied nodig om voldoende omzet te genereren: 15.000 tot 25.000 consumenten. Het verzorgingsgebied voor een 'normale' full-servicesupermarkt is circa 5.000 consumenten. Dit grote verzorgingsgebied én het vaak in bulk kopen van een beperkt aantal producten zorgt ervoor dat de afstand die men af legt naar een ALDI relatief groot is en het autogebruik onder klanten van ALDI relatief hoog is. Uit onderzoek van Rho adviseurs (december, 2015) onder 20.000 ALDI–klanten en langjarig onderzoek van Deloitte blijkt dat:
Combinatiebezoek
Een ander opvallend kenmerk van ALDI is de mate van combinatiebezoek met speciaalzaken. Consumenten bezoeken een discounter relatief doelgericht. Hierdoor combineren bezoekers van discountsupermarkten dit bezoek minder vaak met een bezoek aan speciaalzaken (bij vergelijkbare omstandigheden) dan bezoekers van full-servicesupermarkten:
Afbeelding 4.4 - mate van combinatiebezoek bij full-servicesupermarkten versus
discountsupermarkten
(bron: DTNP, 2016; bewerking Rho adviseurs, 2017)
In onderstaande tabel is een samenvattend overzicht gepresenteerd van de kenmerken van de ALDI-formule en het consumentengedrag bij ALDI te nopzicht van reguliere, vooral full-servicesupermarkten.
Tabel 4.2 - overzicht kenmerken ALDI ten opzichte van reguliere (full-)servicesupermarkten
De volgende uitgangspunten zijn gebruikt in de distributieplanologische marktanalyse:
Tabel 4.3 - distributieplanologische marktberekening
2020 | 2030 | bron | |
inwonertal marktgebied | 12.835 | 12.982 | CBS, 2021; Primos prognose 2021 |
gemiddelde winkelomzet per persoon (excl. BTW) | € 2.507 | € 2.507 | Omzetkengetallen, 2021; gegevens over 2019; KSO Oost 2019 |
bestedingspotentieel | € 32.170.000 | € 32.540.000 | |
koopkrachtbinding (%) | 95% | 95% | KSO Oost 2019 |
gebonden bestedingen € | €30.550.000 | € 30.900.000 | |
koopkrachttoevloeiing (%) | 33% | 33% | KSO Oost 2019; toeristische overnachtingen |
koopkrachttoevloeiing € | € 5.090.000 | €15.090.000 | |
totale omzet in marktgebied | € 45.640.000 | € 45.990.000 | |
gemiddelde vloerproductiviteit per m² wvo (excl. BTW) | € 6.406 | € 6.406 | Omzetkengetallen, 2021; gegevens over 2015-2019; KSO Oost 2019 |
te verwachten omvang winkelaanbod (m² wvo) | 7.120 | 7.180 | |
omvang winkelaanbod (m² wvo) | 7.094 | 7.094 | Locatus, 2021 |
berekende vloerproductiviteit (excl. BTW) | € 6.430 | € 6.480 | |
omzetclaim marktgebied | € 45.450.000 | € 45.450.000 | |
omzet ten opzichte van het gemiddelde | 0% | 1% | |
ruimte voor ontwikkeling in € | € 190.000 | € 540.000 | |
ruimte voor ontwikkeling (m² wvo) | 30 | 80 | |
uitbreiding Aldi | - | 456 | |
ruimte voor ontwikkeling (m² wvo) | 30 | -376 | |
toekomstige omzet ten opzichte van het gemiddelde | 0% | -5% |
Uit de distributieplanologische marktberekening kan geconcludeerd worden dat de dagelijkse goederensector van Ommen in de huidige situatie gemiddeld functioneert. De sector kan economisch functioneren met een lagere vloerproductiviteit dan het Nederlands gemiddelde, zoals uit het KSO Oost 2019 blijkt. Als gevolg van de verwachte bevolkingsstijging zal het bestedingspotentieel in het verzorgingsgebied iets toenemen. Als gevolg van de uitbreiding van ALDI neemt de marktruimte in de dagelijkse goederensector bij gelijkblijvende koopstromen af. Dit betreft echter een beperkte afname van de berekende omzet van 5 procentpunt ten opzichte van de huidige situatie. Dit effect, gebaseerd op een kwantitatieve benadering, kan als normale concurrentie gezien worden en zal naar verwachting het ondernemersklimaat in Ommen niet aantasten.
Belangrijk is dat de distributieplanologische marktanalyse slechts een indicatie geeft van het functioneren van de sector. Naast de kwantitatieve berekening spelen ook kwalitatieve redenen een rol in de beoordeling. De hiervoor berekende distributieve ruimte en omzetclaimberekening is het resultaat van berekeningen die zijn gebaseerd op meerdere aannames. Een aantal uitgangspunten, zoals de demografische ontwikkeling, de koopstroomgegevens of de omvang van het winkelaanbod kunnen veranderen. Omdat de uitgevoerde berekeningen indicatief zijn, is het van belang om ook de kwalitatieve aspecten van ontwikkelingen mee te wegen in een beoordeling.
De uitbreiding van ALDI is niet gericht op een evenredige groei van de omzet. De ontwikkeling is voornamelijk bedoeld om een kwaliteitsverbetering van de winkel door te voeren. Met een groter oppervlak kan er meer service en comfort in de winkel gerealiseerd worden, met bredere gangpaden, meer ruimte voor het assortiment en meer aandacht voor versproducten.
In de Nederlandse ruimtelijke ordening mag een plan/project dan ook alleen beoordeeld worden op de ruimtelijk relevante argumenten, zoals duurzame ontwrichting en relevante leegstand die leidt tot een verslechtering van het woon-en leefklimaat. In dit kader worden ook de actuele leegstandscijfers van Ommen meegenomen (tabel hieronder.
Tabel 4.4 - leegstandsanalyse (bron: Locatus, 2021)
verkooppunten | winkelomvang (m² wvo) | |||||
Totaal (N) |
Leegstand (N) |
Leegstand (%) |
Totaal (N) |
Leegstand (N) |
Leegstand (%) |
|
provincie Overijssel | 14.700 | 1.105 | 7,5% | 3.208.594 | 238.579 | 7,4% |
Ommen | 246 | 26 | 10,6% | 56.029 | 7.647 | 13,6% |
te verwachten winkelaanbod o.b.v. het gemiddelde in kernen met 10.000 tot 15.000 inwoners | 180 | 10 | 5,6% | 36.230 | 2.470 | 6,8% |
Het totale commerciële aanbod (winkels, horeca, dienstverlening) in Ommen heeft een omvang van 56.029 m2 wvo verdeeld over 246 winkelpanden. Hiervan staan 26 winkelpanden leeg, dit betekent een leegstandspercentage van 10,6 %. Dit is hoger dan gemiddelde in de provincie Overijssel en het gemiddelde in kernen met een vergelijkbare omvang. De leegstand in winkelmeters is berekend op 13,6%. Ook dit is hoger dan het gemiddelde in vergelijkbare kernen en lager dan de leegstand in Overijssel.
De leegstand in verkooppunten in Ommen is groter dan de leegstand in winkelomvang. De gemiddelde omvang per leegstaand pand is circa 294 m2 wvo. Dit is iets groter dan het gemiddelde in de provincie en kernen van een vergelijkbare omvang. Uit een inventarisatie naar de aangeboden winkelpanden in Ommen blijkt dat de leegstand kleinschalig en gefragmenteerd is. Momenteel worden 5 winkelpanden te huur of te koop aangeboden (Funda in Business, per 27-09-2021). Het grootst aangeboden pand is 205 m2 (zie onderstaande afbeelding). Dit pand is niet geschikt voor ALDI. Qua oppervlak is het pand (veel) te klein. Ook kan hier geen eigen parkeergelegenheid en bevoorrading worden gerealiseerd. De overige aangeboden panden zijn allen kleiner dan 100 m2. Binnen de huidige leegstand zijn dus geen ontwikkelingsmogelijkheden voor een supermarkt.
Afbeelding 4.5 - drie grootste aangeboden winkelpanden in Ommen
(bron: Funda in Business, per 27-09-2021)
De huidige winkel van ALDI aan de Slagenweg in Ommen voldoet niet meer aan de eisen die consument stelt aan een moderne harddiscounter. Om de harddiscounter te behouden voor de inwoners van Ommen zal de winkel moeten uitbreiden. Bovendien is de huidige locatie voor ALDI geen geschikte vestigingslocatie. Binnen de huidige leegstand zijn geen ontwikkelingsmogelijkheden voor een supermarkt.
Om tot een economisch-duurzame vestiging te komen is een alternatief gevonden aan de Schurinkstraat / Nieuwelandstraat. Op deze locatie kan ALDI behouden blijven voor Ommen. Harddiscounters zoals ALDI, hebben een specifieke rol binnen het koopgedrag van consumenten. Bij harddiscounters doen consumenten vooral aanvullende discountaankopen boven op de boodschappen die bij de reguliere supermarkten en speciaalzaken worden gekocht. Geconcludeerd wordt dat er sprake is van een kwalitatieve behoefte om de dagelijkse goederensector van Ommen te behouden en te versterken. Het harddiscountsegment maakt wezenlijk onderdeel uit van een compleet dagelijks winkelaanbod.
Op basis van de voorgaande analyse wordt geconcludeerd dat Ommen momenteel over een bovengemiddeld dagelijks winkelaanbod beschikt, en kan presteren met een lagere vloerproductiviteit dan gemiddeld in Nederland. Op basis van de distributieplanologische marktanalyse wordt geconcludeerd dat de dagelijkse goederensector van Ommen gemiddeld functioneert. Als gevolg van de uitbreiding van ALDI neemt de marktruimte in Ommen af. Het effect op de omzet van de overige supermarkten is echter beperkt. Het functioneren van 5 procentpunt onder het gemiddelde zal niet leiden tot ontwrichtende effecten op de winkelstructuur.
De ontwikkeling vindt plaats binnen bestaand stedelijk gebied en speelt in op een actuele behoefte in de gemeente Ommen. Geconcludeerd wordt dat de ontwikkeling past binnen de kaders van de Ladder voor duurzame verstedelijking.
De verkeersgeneratie van de Aldi is bepaald aan de hand van CROW-publicatie 381 'Toekomstbestendig parkeren – kencijfers parkeren en verkeersgeneratie' De gehele gemeente Ommen is conform de parkeernormennota aangemerkt als 'weinig stedelijk'. Het plangebied valt volgens de indeling in de gemeentelijke parkeernota binnen de 'rest bebouwde kom'.
Een 'fullservice supermarkt' met een omvang van 1.908 m² genereert de 2.462 motorvoertuigen per etmaal op een gemiddelde weekdag. Omrekening naar een gemiddelde werkdag vindt plaats met de standaard factor 1,1 voor supermarkten, waardoor de Aldi op een gemiddelde werkdag 2.710 motorvoertuigen per etmaal voertuigbewegingen genereert.
Voor wat betreft de bevoorrading van de Aldi is het uitgangspunt dat in de dagperiode (7 - 19 uur) zes bevoorradingen en in de nachtperiode twee bevoorradingen(23 - 7 uur) plaatsvinden. Dit betekent een aantal verkeersbewegingen van 16 motorvoertuigen.
De totale verkeersgeneratie per etmaal komt daarmee uit op 2.478 motorvoertuigen op een gemiddelde weekdag en 2.726 motorvoertuigen op een gemiddelde werkdag (factor 1,1).
In de planvorming is onderzoek gedaan naar de effecten van de nieuwe locatie van de Aldi op de verkeersstromen op het hoofdwegennet van Ommen. Vervolgens is onderzocht wat de meest optimale ontsluitingsmogelijkheid voor het terrein is. Door middel van het uitvoeren van verkeertellingen en een dynamisch verkeersimulatie met het programma Vissim zijn de effecten van verschillende ontsluitingsmogelijkheden op de verkeersafwikkeling. Voor de rapportage van dit onderzoek wordt verwezen naar bijlage 2. Naar aanleiding van vragen uit de gemeenteraad is aanvullend onderzoek uitgevoerd (zie bijlage 3).
In het kader van Duurzaam Veilig verdient de ontsluiting op de Nieuwelandstraat de voorkeur. De erfaansluiting van het parkeerterrein Aldi sluit dan aan op een erftoegangsweg (de Nieuwelandstraat) en vervolgens op de gebiedsontsluitingsweg (de Schurinkstraat). Uit de onderzoeken naar de verkeersafwikkeling volgt ook dat de ontsluitingsvariant op de Nieuwelandstraat voor het gehele verkeersnetwerk beter scoort dan de andere basisvarianten.
Speciale aandacht is vervolgens uitgegaan naar de effecten op de aanrijdtijden van de hulpdiensten die gevestigd zijn in het DOEK aan de Nieuwelandstraat. Een aansluiting van het terrein op de Nieuwelandstraat leek in eerste instantie op gespannen voet te staan met de uitrukbaarheid van de hulpdiensten. Hiervoor is aanvullend onderzoek en zijn gesprekken gevoerd met de hulpdiensten. Verslagen hiervan zijn terug te vinden in bijlage 4.
Geconcludeerd is dat de hulpdiensten een groot belang hebben bij een zo soepel mogelijk functionerende infrastructuur, zeker in de nabijheid van het DOEK. Het verkeersonderzoek toont aan dat een ontsluiting van Aldi op de rotonde of op de Schurinkstraat slechter scoort voor het hele verkeerssysteem maar ook een verslechtering van de rijtijden veroorzaakt, met name richting de Balkerweg maar ook richting het zuiden.
Dat betekent dat voor de aanrijtijden van brandweer en politie de ontsluitingsvariant op de Nieuwelandstraat eveneens de minst slechte oplossing is.
Dit laat onverlet dat aandacht besteed moet worden aan het zoveel mogelijk vrij houden van de Nieuwelandstraat zodat de vrijwillige brandweer snel aanwezig kan zijn en de hulpdiensten snel en veilig kunnen uitrukken. In overleg met de hulpdiensten is daarom overeengekomen dat de Nieuwelandstraat ter hoogte van de brandweerkazerne afgekruist wordt. Daarnaast zal de huidige middenberm in de Schurinkstraat (richting de rotonde) verlaagd worden, zodat hulpdiensten bij een uitruk voorbij de wachtende voertuigen kunnen rijden.
Op basis van de uitgevoerde onderzoeken en gesprekken met de hulpdiensten is te concluderen dat de komst van de Aldi weliswaar leidt tot een toename van het verkeer, maar niet tot onacceptabele wachttijden of effecten op de aanrijdtijden van de hulpdiensten. De ontwikkeling van de Aldi met een aansluiting op de Nieuwelandstraat past daarmee binnen de infrastructuur rondom de Aldi.
In de parkeernormennota van de gemeente Ommen (zie paragraaf 3.3.3) wordt voor de parkeernormen aansluiting gezocht bij CROW-publicatie 317 'Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie' (oktober 2012). Bij het beoordelen van ruimtelijke plannen zal de minimale norm worden gehanteerd als eis.
De gehele gemeente Ommen wordt conform de parkeernormennota aangemerkt als 'weinig stedelijk'. Het plangebied valt volgens de indeling in de gemeentelijke parkeernota binnen de 'rest bebouwde kom'.
In CROW-publicatie 317 wordt onderscheid gemaakt tussen typen supermarkten. Voor een discountsupermarkt als de Aldi geldt een parkeerkencijfer van minimaal 6,8 parkeerplaatsen per 100 m2 bvo. ALDI is voornemens om een winkelpand van 1.908 m2 bvo te realiseren. Dit levert een minimale parkeernorm op van 129,74 afgerond 130 parkeerplaatsen.
Op eigen terrein worden 138 parkeerplaatsen gerealiseerd. Dit betekent dat ALDI voldaan wordt aan de parkeereis op basis van de parkeernormennota 2017. De indeling van het parkeerterrein is hieronder weergegeven.
Afbeelding 4.6 - indeling parkeerterrein
CROW-publicatie 381; nieuwe parkeerkencijfers
Inmiddels is de nieuwe CROW-publicatie 381 'Toekomstbestendig parkeren - Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie' (december 2018) uitgekomen, waarin de kencijfers voor parkeren en verkeergeneratie herijkt zijn.
In deze nieuwe publicatie wordt nog steeds onderscheid gemaakt tussen typen supermarkten, maar wordt enkel onderscheid gemaakt naar een buurtsupermarkt, full-service supermarkt of een grote supermarkt (XL). In dat geval zou de Aldi onder de categorie full-service supermarkt vallen.
Op basis van dezelfde uitgangspunten ligt de te hanteren parkeernorm minimaal op 4,6 en maximaal op 7,2 parkeerplaatsen per 100 m2 bvo. Uitgaande van een winkelpand van 1.908 m2 bvo, levert dit een parkeerbehoefte op van minimaal 88 en maximaal 137 parkeerplaatsen.
Uitgaande dat de gemeente Ommen ook met de nieuwe CROW-publicatie uitgaat van de minimale normen, kan geconcludeerd worden dat met het aantal van te realiseren 138 parkeerplaatsen ruimschoots wordt voldaan aan de nieuwe parkeereis
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van een bestemmingsplan uit het oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens rekening gehouden met de luchtkwaliteit.
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer. Dit onderdeel van de Wet milieubeheer (Wm) bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van deze maatgevende stoffen zijn in onderstaande tabel weergegeven.
Tabel 4.5 - grenswaarden maatgevende stoffen Wm
Stof | Toetsing van | Grenswaarde |
stikstofdioxide (NO2) | jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ |
fijn stof (PM10) | jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ |
24-uurgemiddelde concentratie | Max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg / m³ | |
fijn stof (PM2,5) | jaargemiddelde concentratie | 25 µg /m³ |
Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit onder andere uitoefenen indien de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden of de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht.
Besluit niet in betekenende mate (nibm)
In het Besluit niet in betekenende mate is vastgelegd in welke gevallen een plan vanwege de gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Hierbij worden twee situaties onderscheiden:
Niet in betekenende mate (Nibm)
De beoogde ontwikkeling heeft betrekking op de realisatie van een nieuwe, grotere supermarkt en leidt zoals blijkt uit het mobiliteitsonderzoek (zie paragraaf 4.2.1) tot een toename van het verkeer met 2.756 mvt/etmaal per etmaal (weekdaggemiddelde). Hierbij wordt uitgegaan van een aandeel vrachtverkeer van 0,6%. Daarbij wordt uitgegaan van planrealisatie in 2023.
Afbeelding 4.7 - NIBM-rekentool
Uit de NIBM-rekentool (zie bovenstaande afbeelding) blijkt dat de verkeerstoename (zie paragraaf 4.2.1) zorgt voor een toename van het gehalte stikstof in de lucht van 1.75 µg/m³ en van fijnstof van 0,42 µg/m³. De toename van het gehalte stikstof blijft niet beneden de 1,2 µg/m³. Het plan draagt mogelijk in betekenende mate bij aan de toename van de hoeveelheid stikstofdioxide in de lucht. Een toetsing aan de grenswaarden is derhalve noodzakelijk.
Woon- en leefklimaat
De ontwikkeling van de supermarkt draagt mogelijk in betekenende mate bij aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Met behulp van de NSL-monitoringstool 2020, die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort, is gekeken naar de jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide en fijnstof langs de meest nabijgelegen maatgevende weg. De dichtstbijzijnde toetspunten liggen aan de Varsenerdijk.
In tabel 4.6 zijn de achtergrondconcentraties ter plaatse van de Varsenerdijk weergegeven en is getoetst of in 2020 aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer wordt voldaan. Er is uitgegaan van de dichtstbijzijnde achtergrondconcentratie ter plaatse van de maatgevende weg.
Tabel 4.6 - Toetsing (2020) aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer
Stof- categorie |
Maximale planbijdrage 2020 (µg/m3) volgens NIBM rekentool |
Hoogste achtergrond concentratie (µg/m3) 2020 (Varsenerdijk) |
Maximaal optredende concentratie 2020(µg/m3) |
Grenswaarde Wm (µg/m3) |
NO2 | 1,75 | 13,04 | 14,79 | 40 |
PM10 | 0,42 | 15,92 | 16,34 | 40 |
PM2,5 | 0,42 | 9,34 | 9,76 | 25 |
Uit voorgaande tabel blijkt dat wanneer de maximale planbijdrage bij de concentraties luchtverontreinigende stoffen worden opgeteld in 2020, er alsnog aan de grenswaarden uit de Wet milieubeheer wordt voldaan ter plaatse van de maatgevende weg Varsenerdijk. Omdat direct langs deze weg ruimschoots aan de grenswaarden wordt voldaan, zal dit ook ter plaatse van het plangebied het geval zijn. Concentraties luchtverontreinigende stoffen nemen immers af naarmate een locatie verder van de weg ligt. Ook nemen door gebruikmaking van steeds betere technieken de achtergrondconcentraties luchtverontreinigende stoffen jaarlijks af.
Conclusie
Met betrekking tot het aspect luchtkwaliteit wordt geconcludeerd dat deze geen belemmering vormt voor planrealisatie omdat aan de wettelijke grenswaarden wordt voldaan. Het woon- en leefklimaat met betrekking tot luchtkwaliteit is 'redelijk' en geschikt voor de beoogde functie supermarkt.
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een nieuw bestemmingsplan rekening gehouden te worden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijziging dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
Ten behoeve van ruimtelijke plannen dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, te worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dient een volledig verkennend bodemonderzoek te worden uitgevoerd.
In het kader van het bestemmingsplan is verkennend milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd. Het volledige onderzoek is als bijlage 5 in de toelichting opgenomen.
In het onderzoek wordt het volgende geconcludeerd:
Op basis van de vooraf gestelde hypothese is de onderzoekslocatie in eerste aanleg als milieuhygiënisch verdacht aangemerkt. Op basis van de resultaten van het verkennend bodemonderzoek blijkt dat de locatie niet vrij is van bodemverontreiniging. Een nader, afperkend onderzoek wordt geadviseerd.
Omdat het nader onderzoek pas kan plaatsvinden nadat de aanwezige bebouwing is gesloopt, wordt het nader onderzoek als voorwaarde in de omgevingsvergunning voor de ALDI opgenomen. Mocht uit het nader onderzoek blijken dat de bodem zo ernstig vervuild is dat deze gesaneerd moet worden, dan zullen de mitigerende maatregelen genomen worden.
Wanneer in de toekomst (bijvoorbeeld bij bebouwing) grond vrijkomt, dan kan deze grond in het algemeen wel op het terrein worden verwerkt. Voor de afvoer en de toepassing van de niet tot licht verontreinigde grond gelden de regels uit Besluit Bodemkwaliteit en de nota Bodembeheer IJsselland.
In opdracht van initiatiefnemer is vanwege de beoogde sloop een asbestinventarisatie uitgevoerd in de bedrijfswoning met bedrijfshal en de loods tot aan de fundering/maaiveld en de omgeving tot circa 5 m uit de gevel en/of tot aan naast gelegen bouwwerk.
De rapportage is als bijlage 6 in de toelichting opgenomen.
Geconcludeerd wordt dat de loods en het achterste deel van de bedrijfshal geschikt zijn voor sloop. Uit het rapport blijkt dat het er in delen de van de voorste deel van de bedrijfshal en bedrijfswoning vermoedelijk asbesthoudende materialen/toepassingen aanwezig zouden kunnen zijn. Geadviseerd wordt dit voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden nader te bepalen.
Dit zal als voorwaarde bij de afgifte van de omgevingsvergunning om te bouwen worden meegenomen.
In het kader van het voorliggende bestemmingsplan is de kwaliteit van de bodem voldoende vastgesteld. Uit het onderzoek blijkt dat een deel van het plangebied niet vrij is van verontreiniging en dat nader afperkend onderzoek nodig is. Hetzelfde geldt ook voor de mogelijke aanwezigheid van asbest.
Omdat het nader onderzoek pas kan plaatsvinden nadat de aanwezige bebouwing is gesloopt, wordt het nader onderzoek als voorwaarde in de omgevingsvergunning voor de ALDI opgenomen. Een en ander dient dan uiterlijk vier weken voor aanvang van de beoogde bodemwerkzaamheden ter goedkeuring worden voorgelegd aan het bevoegd gezag.
Mocht uit het nader onderzoek blijken dat de bodem zo ernstig vervuild is dat deze gesaneerd moet worden, dan zullen de mitigerende maatregelen genomen worden.
In het kader van het bestemmingsplan wordt geconcludeerd dat het aspect bodemkwaliteit de voorgenomen ontwikkeling niet belemmerd.
Sinds 1 november 2003 is voor alle ruimtelijke plannen de watertoets verplicht. Het doel van de watertoets is waterbelangen evenwichtig mee te nemen in het planvormingsproces van Rijk, Provincies en gemeenten. Hiermee wordt een veilig, gezond en duurzaam watersysteem nagestreefd. De toets omvat het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de in ruimtelijke plannen voorkomende waterhuishoudkundige aspecten.
De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijk voornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het projectgebied ligt binnen het beheersgebied van het Waterschap Vechtstromen, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van het project wordt overleg gevoerd met de waterbeheerder over de waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder worden vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het projectgebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.
In het waterbeheerplan 2016 - 2021 is de koers beschreven hoe het waterschap de komende periode gaat zorgen voor een goede bescherming tegen hoogwater, een goed functionerend regionaal watersysteem en het zuiveren van afvalwater. Het waterschap heeft het plan vormgegeven in dialoog en samenwerking met de waterschappen Rijn en IJssel en Vechtstromen, die naast Drents Overijsselse Delta deel uitmaken van het stroomgebied Rijn-Oost. Ook provincies en gemeenten zijn hierbij betrokken geweest.
De opdracht van de waterschappen in Rijn-Oost is te zorgen voor voldoende water, schoon water en voor veilig wonen en werken (taakvelden: watersysteem, waterketen en veiligheid). De taken worden uitgevoerd voor én samen met de maatschappij. Dit gebeurt vanuit een brede kijk en tegen aanvaardbare kosten. Hierbij wordt rekening gehouden met agrarische, economische, ecologische en recreatieve belangen.
Het werk van het waterschap draagt ertoe bij dat iedereen op een veilige, gezonde, prettige en duurzame manier met water kan leven. Het waterschap wil daarbij professioneel, betrouwbaar en deskundig werken en zo de positie als lokale en regionale waterautoriteit waarmaken. Met de aanwezige middelen en mogelijkheden werkt het waterschap aan een duurzame ontwikkeling van het stedelijk en landelijk gebied.
Het plangebied is gesitueerd aan de Schurinkstraat/Nieuwelandstraat. In de huidige situatie bestaat het plangebied uit grasland, een gebouw en een deel van een gebouw. De locatie is daarmee grotendeels onverhard.
Ten behoeve van het bouwplan is op basis van een geohydrologische analyse een oriënterend afkoppeladvies opgesteld om voor de toekomstige bestemming zorg te kunnen dragen voor het structureel goed functioneren van de grondwaterhuishouding. Het rapport is als bijlage 7 opgenomen in de toelichting van dit bestemmingsplan.
Bodem en grondwater
In het oriënterend afkoppeladvies is aangegeven dat de gemiddelde maaiveldhoogte in het plangebied is ingemeten op circa 6,0 m + NAP.
Freatisch pakket/topzandlaag
Aangegeven is dat in het plangebied vanaf het maaiveld een doorgaand zandpakket wordt aangetroffen tot de maximaal verkende sondeerdiepte (circa 15 m – maaiveld). Tussen circa 2 en 3 m – NAP komt veelal een waterremmende silthoudende zandlaag voor. De lagen behoren tot de formaties van Boxtel en Kreftenheye. De doorlaatfactor van de zandlagen tot circa 10 m - maaiveld is mede op basis van de boringen en literatuur aangehouden op 1 à 5 m/dag.
Grondwater
In het oriënterend afkoppeladvies is aangegeven dat uit de langjarige peilbuisgegevens van TNO een grondwaterstandsfluctuatie kan worden afgeleid tussen circa 4,9 en 3,8 m + NAP, overeenkomend met circa 1,1 à 2,2 m - maaiveld.
In het kader van een sondeeronderzoek uit mei 2019 is een peilbuis geplaatst waarin een momentane grondwaterstand is ingemeten op 4,15 m + NAP. Op basis van deze meting lijkt de langjarige monitoring overeen te komen.
Waterkwantiteit
Binnen en in de directe omgeving van het plangebied zijn geen watergangen gelegen.
Veiligheid en waterkeringen
Het plangebied is niet gelegen binnen de kern- en beschermingszone van een regionale/primaire waterkering.
Afvalwaterketen en riolering
Het plangebied is niet aangesloten op het gemeentelijk rioolstelsel.
De beoogde ontwikkeling betreft de realisatie van een nieuwe ALDI met bijbehorend parkeerterrein.
Waterkwantiteit
In het oriënterend afkoppeladvies is uitgegaan van de eisen die de gemeente stelt aan de omgang met grond- en hemelwater. In het kader van grondwaterneutraal bouwen dient voor de afkoppeling uit te worden gegaan van een bergings- en infiltatie-eis van 60 mm/m2 voor verhard oppervlak en een ledigingstijd van 24 uur.
Het af te koppelen het dakoppervlak van de supermarkt en de parkeerverharding bestaat uit 5.311 m2. Uitgaande van een maatgevende bui van 60 mm komt dit neer op een bergingscapaciteit van 5.311 m2 x 0.06 m = 319 m3.
Uit het afkoppeladvies blijkt dat dat het mogelijk is om het hemelwater dat op eigen terrein valt ook op eigen terrein te bergen en te infiltreren. Als ontwerpen van bergings- en infiltratiemedia zijn ondergrondse en oppervlakkige varianten mogelijk. Bij oppervlakkige varianten kan gedacht worden aan een daktuin en/of wadi's. Door de beperkte onverharde arealen wordt het toepassen van een wadi niet mogelijk geacht. Daarnaast wordt bekleden van het pand met een groen dak niet wenselijk bevonden door de opdrachtgever.
Vanwege een voldoende ontwateringsniveau van minimaal 1,4 à 2,5 m – toekomstig maaiveld wordt in het advies uitgegaan van een infiltrerend bergingssysteem met een overstort op het omliggende hemelwaterafvoer-systeem (HWA-systeem) van de gemeente Ommen. In het advies worden als mogelijke ontwerpen van een bergings- en infiltratiemedium een aantal oplossingen beschreven die in de markt beschikbaar zijn.
In het kader van het afkoppeladvies is gekozen voor een 'hemelwaterafvoer infiltratie en transport-stelsel (HWA-IT)' onder de verharding. Dit betekent dat het regenwater normaal gesproken ondergronds in de bodem kan infiltreren en anders wordt afgevoerd naar het gemeentelijk rioolsysteem.
In het afkoppeladvies wordt aannemelijk gemaakt dat met een HWA-IT stelsel bestaande uit een dubbele buis met een diameter van 0.9 m en een Iengte van circa 255 m een bergingscapaciteit van 324 m3 gerealiseerd kan worden.
Ook wordt aangetoond dat de infiltratiecapaciteit van het HWA-IT stelsel zodanig is (326 m3/dag) dat het stelsel binnen 24 uur weer leeg is.
Geconcludeerd wordt dat het bergings- en infiltratiemedium voldoet aan de eisen van de gemeente Ommen en het waterschap Vechtstromen voor het bergen van hemelwater op eigen terrein van 60 mm en een ledigingstijd van 24 uur.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem is het van belang om duurzame, niet-uitloogbare materialen te gebruiken, zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.
Veiligheid en waterkeringen
De ontwikkeling heeft geen invloed op de waterveiligheid in de omgeving.
Afvalwaterketen en riolering
Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw gewenst een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:
In het oriënterend afkoppeladvies (zie bijlage 7) wordt uitgegaan van infiltratie van hemelwater.
Vanwege de toename van verharding zijn watercompenserende maatregelen noodzakelijk. In het oriënterend afkoppeladvies wordt aannemelijk gemaakt dat de benodigde waterberging en infiltratie haalbaar is.
Het waterschap geeft in een e-mailbericht van 5 maart 2022 aan dat in het oriënterend afkoppeladvies aannemelijk wordt gemaakt dat de benodigde waterberging haalbaar is.
Er wordt uitgegaan van een bergingscapaciteit van 60 mm/m2 terwijl het Waterschap Vechtstromen uitgaat van 91 mm/m2. Van die 91 mm moet ten minste 55 mm worden gerealiseerd in voorzieningen. Met behulp van de voorgestelde grote IT-riolen is dat dus mogelijk. De overige hoeveelheid mm moet dan boven op de parkeerplaats gevonden worden. Het waterschap geeft aan dat dat mogelijk is, mits het vloerpeil van de supermarkt voldoende hoog is.
Te zijner tijd zullen de plannen in het kader van de omgevingsvergunning wederom getoetst worden op bovengenoemde aspecten, waarbij de ontworpen constructie en het toekomstig beheer en onderhoud moet voldoen aan de uitgangspunten uit het afkoppeladvies.
Een ander wordt als voorwaarde meegenomen in de omgevingsvergunning voor ALDI.
Op grond van deze onderbouwing wordt door het waterschap een positief wateradvies gegeven.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:
De VNG-publicatie is een algemeen geaccepteerd instrument om na te gaan of er sprake is van een goede ruimtelijke ordening in situaties waar bedrijven dichtbij woningen worden voorzien. In dit bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van de meest recente versie uit 2009. De VNG-publicatie geeft richtafstanden per bedrijfscategorie. De afstanden worden gegeven voor een aantal milieuaspecten, met een ruimtelijke dimensie geur, stof, geluid en gevaar. De afstanden gelden tussen de perceelsgrens van het bedrijf en de gevels van woningen. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'. In het geval van een gemengd gebied mag een afstandstap terug gedaan worden.
Indien deze afstanden worden gerespecteerd is er sprake van een milieuhygiënisch te verantwoorden situatie en een goede ruimtelijk ordening. Indien een van deze afstanden niet wordt gerespecteerd is nader onderzoek noodzakelijk om na te gaan of alsnog sprake kan zijn van een milieuhygiënisch verantwoorde situatie.
De richtafstanden voor verschillende bedrijfscategorieën worden vermeld in hoofdstuk 1 (lijst 1) van de VNG-publicatie. De richtafstanden die in de lijst zijn opgenomen gelden voor het gebiedstype rustige woonwijk en rustig buitengebied. In de navolgende tabel worden de richtafstanden weergegeven.
Tabel 4.7 - Overzicht richtafstanden per bedrijf
Milieu categorie |
Richtafstand (m) |
1 | 10 |
2 | 30 |
3.1 | 50 |
3.2 | 100 |
4.1 | 200 |
4.2 | 300 |
5.1 | 500 |
5.2 | 700 |
Onderhavig plan betreft alleen de realisatie van niet-hindergevoelige functie (supermarkt). Hinder vanuit de omgeving op het plangebied is daarom niet aan de orde. De nieuwe supermarkt heeft mogelijk wel een negatief effect op het woon- en leefklimaat van de omliggende functies.
Een supermarkt (SBI 2008-code 471) wordt in de VNG-publicatie aangemerkt als milieucategorie 1, met een maximale richtafstand van 10 m ten opzichte van woningen in een rustige woonwijk vanwege geluid en gevaar.
In voorliggende situatie kan gesteld worden dat sprake is van een gemengd gebied. Het plangebied is gelegen op het industrieterrein de Strangen langs doorgaande wegen. Aan de overzijde van de Schurinkstraat bevinden zich diverse voorzieningen.
Omdat sprake is van 'gemengd gebied' kunnen de richtafstanden van 10 meter van de VNG-publicatie voor een supermarkt, worden verlaagd naar de aanbevolen afstand van 0 meter tussen de supermarkt en gevoelig object. Dit betekent dat er voor de detailhandelsfuncties geen rekening hoeft te worden gehouden met hindercontouren.
Vanwege het laden en lossen van rolcontainers zou eventueel hinder kunnen plaatsvinden. Hier wordt in het akoestisch onderzoek aandacht aan besteed (zie paragraaf 4.6.3).
Conclusie
Op grond van bovenstaand kan geconstateerd worden dat in het geval van de vestiging van een supermarkt op de voorliggende locatie ruimschoots wordt voldaan aan de richtafstanden conform de VNG-publicatie, waarmee wordt voldaan aan een 'goede ruimtelijke ordening'.
Als specifieke processen of inrichting van een bedrijf daartoe aanleiding geven kan nader onderzoek naar daadwerkelijke milieubelasting nodig zijn. De te vestigen supermarkt voorziet in meerdere relevante geluidbronnen, waaronder een laad-en losperron en parkeerplaats en tevens geluid buiten de inrichting (indirecte hinder) van verkeer aantrekkende werking.
In de (directe) nabijheid van het plangebied zijn op het bedrijventerrein De Strangen diverse (maatgevende) bedrijfswoningen gelegen. In het kader van het Activiteitenbesluit en de ruimtelijke onderbouwing (i.c. dit bestemmingsplan) is een akoestisch onderzoek uitgevoerd (bijlage 8) waarin het geluid van de bovengenoemde bronnen is meegenomen.
Op grond van het akoestisch onderzoek kan worden geconcludeerd dat:
Conclusie
Uit het onderzoek blijkt dat de realisatie van de ALDI vestiging te Ommen voldoet aan de gestelde normen conform het Activiteitenbesluit en zorgplicht voor indirecte hinder. Geconcludeerd wordt dat het aspect bedrijven en milieuhinder de uitvoering van het beoogde project niet in de weg staat.
Zoals in paragraaf 4.6.2 is aangegeven is de richtafstand volgens de VNG-publicatie van een supermarkt voor geur in een gemengd gebied 0 m. Echter ALDI-vestigingen beschikken vrijwel altijd over een eigen bakkerij waarin brood wordt afgebakken, waardoor er wel degelijk geur wordt geëmitteerd.
De dichtstbij gelegen woning Eskampweg 3 ligt op een afstand van 40 m op het bedrijventerrein. Deze woning wordt conform de 'Beleidsregel geur bedrijven (niet-veehouderijen) Overijssel 2018' ingedeeld als geurgevoelig object in de categorie B (woning in gebiedscategorie werken). Voor deze woning is een 3 maal zo hoge geurbelasting toelaatbaar als voor een reguliere woning (categorie A).
Gezien de te verwachten emissies, de afstand tussen supermarkt en woning en de categorie-indeling van de woning is voldoende aannemelijk dat bij deze woning kan worden voldaan aan een aanvaardbaar geurhinderniveau.
Andersom is de supermarkt zelf ook een geurgevoelig object (categorie C: verblijfsobject niet zijnde woning in gebiedscategorie werken). Voor de supermarkt is een 10 maal zo hoge geurbelasting toelaatbaar als voor een reguliere woning uit categorie A.
In de omgeving ligt op een afstand van circa 200 m de trailerbouwer Pacton (Strangeweg 1) waar bij de spuitcabines geuremissies vrijkomen. Tussen Pacton en de geprojecteerde ALDI (dus dichterbij) zijn onder meer een AH supermarkt en de Drie onder een kap (DOEK) vestiging van politie, brandweer en gemeentewerf gelegen. Het oprichten van de ALDI vestiging geeft daardoor geen nieuwe belemmering voor de bedrijfsvoering en uitbreidingsmogelijkheden van Pacton.
Gezien de te verwachten geuremissies, de afstand tot Pacton en het beschermingsniveau van de ALDI vestiging (categorie C) is voldoende aannemelijk dat bij de ALDI vestiging kan worden voldaan aan een aanvaardbaar geurhinderniveau.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat het aspect 'geur' geen belemmering oplevert voor de verplaatsing van de supermarkt naar deze locatie.
Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) en het beleid van de provincie ten aanzien van de bescherming van dier- en plantensoorten en de bescherming van het Natuurnetwerk Nederland de uitvoering van het plan niet in de weg staan. In elk geval moet aannemelijk zijn dat vergunning of ontheffing van de bij of krachtens deze wet geldende verbodsbepalingen kan worden verkregen voor de activiteiten die met dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt.
Met de Wnb zijn alle bepalingen met betrekking tot de bescherming van natuurgebieden en dier- en plantensoorten samengebracht in één wet. De Wnb implementeert diverse Europeesrechtelijke regelgeving, zoals de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn in de Nederlandse wetgeving.
In het kader van het bestemmingsplan is een Quickscan Natuurwetgeving uitgevoerd. De quickscan of vooronderzoek is geen soortgerichte inventarisatie, maar de eerste fase in het kader van de procedure van de Wet natuurbescherming (Wnb). De quickscan is als bijlage 9 in de toelichting opgenomen.
In de quickscan wordt geconcludeerd dat het onwaarschijnlijk is dat met de plannen vaste rust- en verblijfsplaatsen worden aangetast van de in de Wet natuurbescherming beschermde soorten.
Het plangebied maakt vanwege de ligging in de bebouwde kom van Ommen geen onderdeel uit van Natuurnetwerk Nederland (NNN) of een ander beschermd gebied, zoals Natura 2000, belangrijk weidevogelleefgebied of strategische reservering natuur. Directe effecten als areaalverlies en versnippering kunnen derhalve worden uitgesloten.
Gezien de afstand kunnen tevens effecten als verstoring en effecten op de waterhuishouding worden uitgesloten. Het projectgebied ligt op circa 1 km van het Natura 2000-gebied 'Vecht- en Beneden-Reggegebied' (zie onderstaande afbeelding).
Afbeelding 4.8 - afstand projectgebied tot Natura2000-gebied 'Vecht- en
Beneden-Reggegebied'
(bron: http://natura2000.eea.europa.eu/; bewerking Rho).
Gelet op de afstand tot het natuurgebied is een berekening met de AERIUS Calculator gemaakt om de gevolgen voor de stikstofdepositie binnen Natura 2000 tijdens de gebruiks- of exploitatiefase in beeld te brengen en te toetsen of de eventuele toename past binnen de eisen die gelden op grond van de Wet natuurbescherming.
Per 1 juli 2021 is de Wet stikstofreductie en natuurverbetering (Wsn) en het Besluit stikstofreductie en natuurverbetering (Bsn) in werking getreden. De Wsn en de Bsn regelt een vrijstelling voor de vergunningsplicht in artikel 2.7 lid 2 Wnb voor de tijdelijke aanlegfase van bouwwerkzaamheden. Dit is de vergunningplicht voor Wnb-projecten. Deze vrijstelling geldt alleen voor de effecten als gevolg van stikstofdepositie en niet voor eventuele andere effecten als gevolg van het project op Natura-2000 gebieden. Eventuele stikstofeffecten van de aanlegfase behoeven daarom in het kader van het bestemmingsplan niet meer te worden berekend en beoordeeld.
De resultaten van deze berekening zijn als bijlage 10 in de toelichting van dit bestemmingsplan opgenomen. Het dichtstbijzijnde stikstikstofgevoelige Natura 2000-gebied, Vecht- en Beneden- Reggegebied, ligt op 1 kilometer afstand van het projectgebied. De nieuwe vestiging van ALDI aan de Schurinkstraat/Nieuwelandsweg zal gasloos worden verwarmd. De beoogde situatie kent daarom geen gebouwemissies.
De emissie van het wegverkeer wordt in de AERIUS-calculator (versie 2021.0.4) berekend. Ten behoeve van de berekening is voor het wegverkeer de verkeergeneratie bepaald aan de hand van kencijfers die CROW-publicatie 381 geeft. Hier worden nog eens 4 vrachtbewegingen per etmaal aan toegevoegd ten behoeve van bevoorrading van de winkel.
De verkeersgeneratie van zowel de huidige als de beoogde winkel zijn ingevoerd in AERIUS. Deze verschilberekening in AERIUS laat voor de gebruiksfase een rekenresultaat zien van 0,00 mol/ha/j. Derhalve leidt de gebruiksfase niet tot een depositie op Natura 2000-gebieden. Negatieve effecten in de vorm van vermesting en verzuring zijn derhalve niet aan de orde. Voor dit project geldt geen vergunningplicht op basis van de Wet natuurbescherming (Wnb).
Conclusie
Het bestemmingsplan is in het kader van de Wet natuurbescherming uitvoerbaar, zonder verdere passende beoordeling en milieueffectrapportage.
Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk:
Voor zowel bedrijvigheid als vervoer van gevaarlijke stoffen zijn twee aspecten van belang, te weten het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon dodelijk wordt getroffen door een ongeval, indien hij zich onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag gedurende het hele jaar) en onbeschermd op een bepaalde plaats zou bevinden. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting dan wel infrastructuur. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van een ongeval waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. Het bevoegd gezag heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.
Afbeelding 4.9 - uitsnede professionele risicokaart met het plangebied groen gemarkeerd
(bron: risicokaart.nl)
Uit de risicokaart waarin relevante risicobronnen getoond worden, blijkt dat in de omgeving van het projectgebied geen risicovolle inrichtingen aanwezig zijn. Verder worden nabij het projectgebied geen gevaarlijke stoffen vervoerd over het water, via de weg, over het spoor of in buisleidingen:
Advies Veiligheidsregio IJsselland
Op 21 december 2021 heeft de Veiligheidsregio IJsselland hun advies uitgebracht over de nieuwbouw van een supermarkt aan de Schurinkweg te Ommen. In het advies wordt uitgegaan van een worst-case scenario bij een LPG-tankstation waarbij een tankwagen met LPG betrokken is.
Op grond van dit scenario wordt over de zelfredzaamheid, bereikbaarheid en bestrijdbaarheid geadviseerd om:
Het advies de veiligheidsrisico is als bijlage 11 opgenomen in de toelichting.
Conclusie
In het kader van het bestemmingsplan wordt geconcludeerd dat het aspect externe veiligheid geen belemmering vormt voor de beoogde ontwikkeling.
Op basis van het Besluit ruimtelijke ordening dient in de toelichting bij elk ruimtelijk plan een beschrijving te worden gegeven van de aanwezige cultuurhistorische en archeologische waarden van het plangebied.
Er zijn geen cultuurhistorisch waardevolle elementen in het plangebied aanwezig te zijn die speciale regeling in het bestemmingsplan behoeven.
Op grond van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) zijn de belangrijkste bevoegdheden aangaande de archeologie bij de gemeente neergelegd. De gemeenteraad is op grond van de Monumentenwet verplicht bij de vaststelling van ruimtelijke plannen rekening te houden met de in de grond aanwezige of te verwachten archeologische waarden.
De gemeente Ommen heeft in verband met de verplichting tot het inzichtelijk maken van de archeologische waarden binnen de gemeente een archeologische waardenkaart en beleidsadvieskaart laten opstellen.
Onderzoek
In het geldende bestemmingsplan 'Werken, Ommen' (zie paragraaf 1.3) hebben de betreffende gronden een archeologische dubbelbestemming gekregen . In deze dubbelbestemming is geregeld dat bij een nieuw te bebouwen oppervlak groter dan 2.500 m2 en dieper dan 50 cm archeologisch onderzoek benodigd is om te bepalen of archeologische waarden niet onevenredig worden beschadigd.
Het nieuw te bebouwen oppervlak van de winkel van ALDI bedraagt 1.790 m2 bvo en is daarmee kleiner dan 2.500 m2. Dit betekent dat archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is.
In het voorliggende bestemmingsplan behouden de voorliggende gronden de geldende archeologische dubbelbestemming. Daarmee blijft de bescherming van de eventueel aanwezige waarden onverkort van toepassing.
De aspecten cultuurhistorie en archeologie staan de uitvoering van het project niet in de weg.
Planologische relevante leidingen zijn leidingen die bescherming in het bestemmingsplan behoeven. Dit zijn bijvoorbeeld rioolwaterpersleidingen met een grote diameter en waterleidingen met een regionale functie. Op deze leidingen zijn geen veiligheidsafstanden van toepassing, maar wordt wel rekening gehouden met een zakelijk rechtstrook van de leidingen. Door binnen deze strook een bouwverbod op te nemen, wordt beschadiging van de leiding voorkomen.
In of nabij het plangebied zijn geen planologisch relevante leidingen aanwezig.
In onderdeel C en D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het omgevingsvergunning plan-m.e.r.-plichtig, project-m.e.r.-plichtig of m.e.r.-beoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. Indien een activiteit onder de drempelwaarden blijft, dient alsnog een vormvrije m.e.r.-beoordeling uitgevoerd te worden, waarbij onderzocht dient te worden of de activiteit belangrijke nadelige gevolgen heeft voor het milieu, gelet op de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. Deze omstandigheden betreffen de kenmerken van het project, de plaats van het project en de kenmerken van de potentiële (milieu)effecten.
Per 16 mei 2017 is de regelgeving voor de MER en m.e.r.-beoordeling gewijzigd met daarin een nieuwe procedure voor de vormvrije m.e.r.-beoordeling.
In het Besluit milieueffectrapportage is opgenomen dat de aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject m.e.r.-beoordelingsplichtig is in gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een oppervlakte van 100 hectare of meer of een aaneengesloten gebied en 2.000 of meer woningen omvat (Besluit milieueffectrapportage, Bijlage onderdeel D11.2).
De beoogde ontwikkeling bestaat uit de realisatie een supermarkt met een oppervlak van
1.908 m2 bvo. De beoogde uitbreiding van ALDI bestaat ten opzichte van de vestiging op de
Slagenweg uit een uitbreiding van het winkelvloeroppervlak (wvo) met 456 m2 (circa 858 m2
bvo).
De beoogde ontwikkeling blijft daarmee ruim onder de drempelwaarde. Daarom is voor de beoogde ontwikkeling een aanmeldnotitie voor een vormvrije m.e.r- beoordeling opgesteld en als bijlage 12 opgenomen in de toelichting.
Uit de informatie in de aanmeldnotitie blijkt dat het plangebied niet ligt in kwetsbaar gebied en/of gebied met een beschermde status. De aard en omvang van het plan leiden niet tot belangrijke nadelige milieugevolgen. Het doorlopen van een volledige m.e.r.-procedure is zodoende niet noodzakelijk.
In dit hoofdstuk worden, voor zover dit nodig en wenselijk wordt geacht, de van het bestemmingsplan deel uitmakende regels van een nadere toelichting voorzien. De regels behorende bij dit bestemmingsplan geven inhoud aan de aangegeven bestemming. Ze geven aan waarvoor de gronden en opstallen gebruikt mogen worden en wat en hoe er gebouwd mag worden.
De regels van het onderhavige bestemmingsplan zijn ingedeeld in vier hoofdstukken, conform de systematiek in de SVBP2012, versie 1.3.1 (Standaard vergelijkbare bestemmingsplannen 2012), te weten:
Het nieuwe perceel van de ALDI heeft de bestemming 'Detailhandel' gekregen, met de nadere (functie-)aanduiding 'supermarkt'. Binnen deze bestemming is het hoofdgebouw van de supermarkt uitsluitend toegestaan binnen het aangegeven bouwvlak. De bouwmaten zijn op de verbeelding gemaximeerd.
Teneinde de kwaliteit vanaf de straatzijde te borgen, mogen de gronden niet gebruikt worden voor opslag buiten gebouwen en overkappingen voor naar de weg gekeerde gevel(s).
De dubbelbestemming 'Waarde - Archeologische verwachting' is overgenomen uit het geldende bestemmingsplan 'Werken, Ommen' in verband met de archeologische verwachtingswaarde voor de gronden in het plangebied. Binnen de bestemming is aangegeven dat bij bodemingrepen groter dan 2.500 m2 en dieper dan 50 cm een archeologisch onderzoek noodzakelijk is.
Met de parkeerregeling wordt aangesloten op het geldende Facetherziening parkeren Ommen, zoals vastgesteld op 19 juli 2018. In de Algemene gebruiksregels van het bestemmingsplan is bepaald dat bij het beoordelen van een aanvraag omgevingsvergunning voor gebruik, bouwen of afwijken getoetst dient te worden of het plan voldoet aan de parkeerregeling zoals vastgelegd in de 'Parkeernormennota Ommen'.
Op grond van het bepaalde in artikel 6.12 lid 1 Wet ruimtelijke ordening is de gemeenteraad verplicht bij de vaststelling van een ruimtelijk plan een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. In het bestemmingsplan 'Werken Ommen, herziening Schurinkstraat/Nieuwelandstraat' is een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening voorzien.
In afwijking van het bepaalde in artikel 6.12, lid 1 Wet ruimtelijke ordening bepaalt lid 2 van dit artikel dat de gemeenteraad kan besluiten bij de vaststelling van het bestemmingsplan geen exploitatieplan vast te stellen indien:
Gemeente Ommen en ALDI sluiten een anterieure overeenkomst waarbij afspraken worden gemaakt over onder andere:
Een concept van het ontwerp-bestemmingsplan is ter beoordeling aangeboden aan de provincie en het waterschap.
De provincie Overijssel heeft bij e-mailbericht van 4 maart 2022 laten weten dat het plan wat past binnen het provinciaal beleid. Het gaat om transformatie van een binnenstedelijke locatie, omgeven door andere stedelijke functies met gemengde bestemmingen.
De supermarkt wordt verschoven in de richting van het centrum, met een goede bereikbaarheid vanuit de omliggende woonwijken. Ook vindt clustervorming plaats, door aansluiting nabij andere supermarkten. Er ligt al een bestaande vergunning voor grootschalige detailhandel, waarbij het aantal vergunde winkel m2 wordt verminderd.
Volgens de provincie is hiermee het ambtelijk vooroverleg gevoerd.
Het waterschap heeft bij e-mailbericht van 5 maart 2022 laten weten dat het oriënterend afkoppeladvies aannemelijk gemaakt dat de benodigde waterberging haalbaar is. Aangegeven wordt dat voor de omgevingsvergunning wederom getoetst zal worden op genoemde aspecten, waarbij de ontworpen constructie en het toekomstig beheer en onderhoud moet voldoen aan de uitgangspunten uit het afkoppeladvies. Een ander is verwerkt in de waterparagraaf in paragraaf 4.5.
Op basis daarvan geeft het waterschap een positief wateradvies (zie paragraaf 4.5.3).
Het ontwerp van het voorliggend bestemmingsplan heeft met ingang van 7 april 2022 voor een periode van 6 weken ter inzage gelegen. Het was voor eenieder mogelijk om een zienswijze in te dienen.
Gedurende deze termijn zijn geen zienswijzen ontvangen.