direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch
Plan: Buitengebied, herziening Vilstersedijk 4-6 Dalmsholte
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0175.20111003009-va01

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een grondgebonden agrarisch bedrijf alsmede voor niet-grondgebonden sierteelt in de vorm van pot- en containerteelt, met dien verstande dat:
    • 1. veeteelt niet is toegestaan;
    • 2. pot- en containerteelt uitsluitend is toegestaan binnen het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - pot- en containerteelt';
  • b. bedrijfswoning uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat gebruik van de bedrijfswoning uitsluitend is toegestaan ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf;
  • c. de in het gebied voorkomende landschappelijke waarden in de vorm van grootschalige openheid, een rationeel verkavelings- en wegenpatroon en verspreid liggende boscomplexen in onderlinge samenhang en verhouding;
  • d. ondergeschikte detailhandel in ter plaatse geproduceerde producten;

alsmede voor:

  • e. bijbehorende voorzieningen zoals: (ontsluitings)wegen, in- en uitritten, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tijdelijke waterberging en water ten behoeve van wateraanvoer en -afvoer en sierwater.
3.2 Bouwregels
3.2.1

Op deze gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen en de daarbij behorende bedrijfswoning met aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2.2

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terreinafscheidingen en teeltondersteunende voorzieningen, mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. gebouwen mogen niet eerder worden gebouwd dan nadat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - heg' een haag is gerealiseerd overeenkomstig het bepaalde in het daartoe opgestelde landschapsplan ten behoeve van de landschappelijke inpassing van de op aangrenzende gronden gelegen woningen;
  • c. overigens geldt voor gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, niet zijnde teeltondersteunende voorzieningen het volgende:

  max. aantal per bouwvlak   max. inhoud   max. oppervlak   max. goothoogte   max. bouwhoogte  
bedrijfswoningen (incl. aan- en uitbouwen)   één   750 m3     4,5 m   10 m  
bijgebouwen en overkappingen t.b.v. de woonfunctie       150 m2   4 m   6 m  
bedrijfsgebouwen       volledig bouwvlak   5,5 m   12 m  
erf- of terreinafscheidingen
- voor de voorgevelrooijlijn
- overige plaatsen*  
       
1 m
2 m  
lichtmasten           6 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde           3 m  

* Meer dan 1 m achter de voorgevelrooilijn en meer dan 1 m van de weg of openbaar groen.

  • d. overigens geldt voor teeltondersteunende voorzieningen het volgende:
bouwvlak   permanente TOV   tijdelijke TOV  
  hoog
(<= 5 m)  
laag
(<=1,5 m)  
hoog
(<= 5 m)  
laag
(<=1,5 m)  
op het bouwvlak   Ja   Ja   Ja   Ja  
aansluitend op het bouwvlak   Nee   Ja, mits max 2 ha   Ja   Ja  
buiten het bouwvlak   Nee   Nee   Ja, mits max. 0,5 ha   Ja  
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Afwijkingsbevoegdheid overschrijden bouwvlakken

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het plan voor het overschrijden van het de bouwgrenzen, met inachtneming van het volgende:

  • a. een doelmatige bedrijfsvoering moet overschrijding van de maatvoering noodzakelijk maken;
  • b. van de afwijkingsbevoegdheid mag uitsluitend gebruik worden gemaakt indien aanwezige landschapswaarden, zoals genoemd in de bestemmingsomschrijving, niet in onevenredige mate worden geschaad;
  • c. het bouwvlak mag worden overschreden met niet meer dan 25 m;
  • d. de bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven mogen niet onevenredig worden beperkt.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden onbebouwde gronden te gebruiken of te laten gebruiken voor opslag van goederen met een totale opslaghoogte van meer dan 4 m.

3.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
3.5.1 Omgevingsvergunningplichtige werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - heg' diepwortelende beplanting te verwijderen of te rooien.

3.5.2 Weigering

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.5.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschapswaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

3.5.3 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 3.5.1 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende omgevingsvergunning.