Status: | vastgesteld |
---|---|
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0175.20111003001-va01 |
Omgevingsvisie Overijssel
De provincie Overijssel heeft op 1 juli 2009 de Omgevingsvisie vastgesteld. In dit integrale beleidsplan voor de fysieke leefomgeving, waarin het streekplan, het verkeers- en vervoerplan, het waterhuishoudingsplan en het milieubeleidsplan zijn samengevoegd, geeft de provincie de richting aan voor de ontwikkeling van Overijssel tot 2020 en verder. De hoofdambitie in de Omgevingsvisie is 'een toekomstvaste groei van welvaart en welzijn met een verantwoord beslag op de beschikbare natuurlijke hulpbronnen en voorraden'. Leidend voor de beleidskeuzes die op dit gebied worden gemaakt, zijn de thema's duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit.
Gelijktijdig met de Omgevingsvisie Overijssel is de Omgevingsverordening Overijssel 2009 vastgesteld. De verordening wordt ingezet voor die onderwerpen waarvan de provincie er waarde aan hecht dat de doorwerking van het beleid van de omgevingsvisie juridisch is geborgd.
Voor het voorliggend bestemmingsplan is de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving van toepassing. Bestemmingsplannen voor de Groene Omgeving kunnen voorzien in nieuwvestiging en grootschalige uitbreidingen van bestaande functies in de Groene omgeving, uitsluitend indien hier sociaal-economische en/of maatschappelijke redenen voor zijn én er is aangetoond dat het verlies aan ecologische en/of landschappelijke waarden in voldoende mate wordt gecompenseerd door investeringen ter versterking van ruimtelijke kwaliteit in de omgeving.
In het provinciaal beleid staat het uitvoeringsmodel centraal. Bij dit model, het zogeheten 'vishaakmodel' (zie afbeelding 3.1), draait het om drie vragen. De eerste vraag is of een ontwikkeling wenselijk is. Hierbij zijn de generieke beleidskeuzes van belang. De tweede vraag is waar de ontwikkeling kan plaatsvinden. Hierbij is het ontwikkelingsperspectief van een locatie van belang. De derde en laatste vraag is hoe de ontwikkeling wordt ingepast in het landschap. Hierbij zijn de gebiedskenmerken van belang. In het navolgende wordt ingegaan op deze drie vragen.
Figuur 3.1: Uitvoeringsmodel Omgevingsvisie Overijssel 2009
De provincie geeft bij de generieke beleidskeuzes aan, dat voor gebiedsontwikkeling op het gebied van toeristische en recreatieve voorzieningen de zogenaamde SER-ladder moet worden doorlopen. Op basis van de SER-ladder worden ruimtelijke keuzes in een hiërarchische volgorde gemaakt en onderbouwd. De SER-ladder houdt in, dat bij gebiedsontwikkeling eerst moet worden gekeken naar de ruimte die al voor een bepaalde functie beschikbaar is gesteld en of die door herstructurering beschikbaar kan worden gesteld. Daarna kan worden gekeken naar de mogelijkheden om door meervoudig ruimtegebruik de ruimteproductiviteit te verhogen. Pas als deze eerste twee opties zijn doorlopen, kan worden gekeken naar het in gebruik nemen van nieuwe terreinen.
Uitwerking SER-ladder naar het voornemen
De beoogde uitbreiding kan niet worden gerealiseerd op eigen terrein. Er is daarom een ander terrein gezocht, aansluitend aan het bestaande kampeerterrein. Het perceel aan de noordoostkant van de camping waar de uitbreiding deels zal worden gerealiseerd (zie paragraaf 1.2) is reeds in bezit. De gronden ten behoeve van de centrale parkeerplaats en de nieuwe sportvoorziening zijn in overleg met Landschap Overijssel en het waterschap verworven.
De boogde ontwikkeling van Camping Bergzicht staat namelijk niet op zichzelf, maar maakt onderdeel uit van een groter geheel. Het moet in een 'breder perspectief' worden bekeken. In de nabijheid ligt immers de Regge. Gelet op de ligging in de EHS en de eigendommen van Landschap Overijssel in de nabije omgeving en deels grenzend aan de Camping Bergzicht doet zich de mogelijkheid tot de door het waterschap gewenste natuurontwikkeling en waterhuishoudkundige mogelijkheden (Klimaatbuffer Regge) voor.
In overleg met de Waterschap Regge en Dinkel en Landschap Overijssel is daarom een goed en breed gedragen plan met een forse maatschappelijke meerwaarde tot stand gekomen. Uitvoering van dit plan is mogelijk via grondruil met Camping Bergzicht, waarbij 1,2 ha hoger gelegen grond is verkocht aan de campingeigenaar ten behoeve van de uitbreiding van de camping en 3,4 ha lager gelegen grond door de campingeigenaar is verkocht aan Landschap Overijssel. Om de plannen voor de uitbreiding van de camping mogelijk te maken is de Ecologische Hoofdstructuur (hierna: EHS) ter plaatse van de uitbreiding aangepast. Voorts ligt het deel van het plangebied, waar de parkeerplaats en de nieuwe sportvoorziening van de camping beoogd is, in een intrekgebied voor drinkwatervoorziening. Ten behoeve van de nieuwe parkeervoorzieningen worden maatregelen getroffen welke de risico's voor verontreiniging van grondwater tegengaan. Voor een toelichting wordt verwezen naar de waterparagraaf. Hierover heeft overleg plaatsgevonden met de provincie en de gemeente. Er zijn geen zaken waardoor geen medewerking verleend kan worden. De OF-vraag is hiermee voldoende beantwoord.
2. Ontwikkelingsperspectieven
De beleidsambities van de provincie voor dit gebied zijn verwoord in de ontwikkelingsperspectieven. Voor het plangebied gelden de ontwikkelingsperspectieven 'buitengebied accent veelzijdige gebruiksruimte' en 'realisatie groene en blauwe hoofdstructuur'. Het belangrijkste accent op de visie bij het 'buitengebied accent veelzijdige gebruiksruimte' is de ontwikkeling van een mixlandschap met landbouw, natuur, water, recreatie en wonen als goede buren. Dit ontwikkelingsperspectief maakt de ontwikkeling van diverse functies mogelijk, waaronder recreatie. De kwaliteitsambitie 'voortbouwen aan de kenmerkende structuren van de agrarische cultuurlandschappen' staat voorop. De ontwikkelingsmogelijkheden van de landbouw en van andere sectoren worden nog nadrukkelijker verbonden met het behoud en de versterking van cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke elementen. Een deel van het plangebied (de beoogde uitbreiding in oostelijke richting) ligt op gronden waar het ontwikkelingsperspectief 'realisatie groene en blauwe hoofdstructuur' geldt. In de groene omgeving staat de volgende uitdaging centraal: behoud en versterking van landschap en het realiseren van de groen-blauwe hoofdstructuur samen laten gaan met ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw en andere economische dragers. Behalve het versterken van de groene structuur worden andere functies hiervoor als economische drager gezien. In het geval van het plangebied is hiervan sprake. Om de plannen mogelijk te maken wordt door Camping Bergzicht grond uitgeruild met de natuur- en landschapsbeherende partijen ten behoeve van natuurontwikkeling. Het Waterschap Regge en Dinkel krijgt door de grondruil aan de noordzijde van de uitbreidingslocatie extra ruimte voor de Regge. In overleg met de gemeente Ommen en de provincie Overijssel is deze grondruil overeengekomen. Er ontstaat voor zowel recreatie als natuur en water positieve ontwikkelingsruimte. Door de grondruil is de situatie ontstaan, dat de recreatiemogelijkheden nu zijn geprojecteerd op hoger gelegen gronden en de plannen van het waterschap op de lager gelegen gronden; dit maakt de ontwikkeling tot een aangename mix. In onderstaand figuur zijn de ontwikkelingsperspectieven weergegeven.
Figuur 3.2: Ontwikkelingsperspectieven Omgevingsvisie Overijssel 2009.
Uitwerking ontwikkelingsperpectief naar het voornemen
In het plangebied is sprake van verblijfsrecreatie hetgeen onder vrije tijd valt. De ontwikkeling van de camping past daarmee binnen het ontwikkelingsperspectief. De gezochte locatie voor de beoogde ontwikkeling is de meest voor de hand liggende. Er zijn geen belemmeringen vanwege de EHS en aangrenzende bedrijven en er is geen sprake van doorsnijding van infrastructuur. In hoofdstuk 5 is verder uitgebreid gemotiveerd dat ook andere aspecten als geur, externe veiligheid en dergelijke geen belemmering vormen.
3. Gebiedskenmerken
Bij de vraag hoe de ontwikkeling dient te worden ingepast in het landschap wordt een lagenbenadering gehanteerd. In totaal zijn er vier lagen. Alle vier lagen worden hierna behandeld:
Het plangebied maakt na uitbreiding voor het zuidoostelijk deel van het plangebied onderdeel uit van een grondwaterintrekgebied. In dit gebied mogen geen activiteiten plaatsvinden die negatief effect hebben op de grondwaterkwaliteit. Zoals gezegd worden maatregelen getroffen om risisco's op verontreiniging van grondwater te minimaliseren.
Uitwerking gebiedskenmerken naar het voornemen
De provincie Overijssel zet in haar Omgevingsvisie in op ruimtelijke kwaliteit. Dit wil de provincie realiseren door, naast bescherming, vooral in te zetten op het verbinden van bestaande kwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen. Een instrument dat hiervoor wordt ingezet is de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving. De basis van de regeling ligt in de principes van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik, de ontwikkelingsperspectieven en gebiedskenmerkencatalogus uit de Omgevingsvisie. De regeling is ontwikkeld als eenduidige bundeling van diverse bestaande regelingen als rood-voor-rood, rood-voor-groen, vab's, landgoederen etc.
In de Omgevingsvisie staat dat bij grootschalige ontwikkelingen (nieuw of uitbreiding van bestaand) naast een investering in de ontwikkeling zelf tegelijkertijd geïnvesteerd in de omgevingskwaliteit dient te worden. Op deze manier wordt aantasting van de omgevingskwaliteit voorkomen of gecompenseerd. Dat er voldoende gecompenseerd wordt moet blijken uit de ruimtelijke onderbouwing, waarbij het van belang is dat de ontwikkeling van bebouwing en de investering in ruimtelijke kwaliteit met elkaar in balans zijn.
Uit het werkboek Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving volgt, dat verblijfsrecreatie voor het bepalen van de kwaliteitsimpuls beschouwd dient te worden als een niet gebiedseigen functie. Verder neemt het totaaloppervlak van de camping toe met circa 30 procent, grenst de camping aan de EHS en ligt het gedeeltelijk in een intrekgebied. Tenslotte is er sprake van het oprichten van een tweede bedrijfswoning. Het toevoegen van deze tweede bedrijfswoning is overigens op basis van een wijzigingsbevoegdheid in het vigerende bestemmingsplan reeds mogelijk. Op basis hiervan wordt gesteld dat sprake is van een grootschalige ontwikkeling en dat in dat kader de kwaliteitsimpuls van toepassing is.
Concreet zit de winst voor natuur en landschap vooral in het opzetten van een sterke groenstructuur (bron: Bedrijfsnatuurplan: Eelerwoude, 5 april 2011). Hiermee wordt niet alleen de uitstraling van de camping vergroot, maar ontstaat ook meer ruimte voor flora en fauna waardoor de natuurwaarde wordt verhoogd. Dit is een van de kwaliteiten die de doelgroep waardeert. Ook wordt de hoofdstructuur van de camping zo beter herkenbaar. De groenstructuur vormt het raamwerk van de camping, de kampeerplaatsen vormen de open ruimten daartussen. De visie op de groenstructuur wordt verduidelijkt door onderscheid te maken in drie beplantingsordes.
Door in het beheer volgens deze onderverdeling onderscheid te maken tussen de ordes wordt de aansluiting op het aanliggende landschap versterkt, de natuurwaarden verhoogd en krijgt de camping een heldere opbouw. Onderstaand figuur geeft de beoogde kwaliteit weer.
Figuur 3.3: Kwaliteitsslag campinterrein Bergzicht
De kwaliteitsslag op het terrein krijgt verder vorm doordat het entreegebied met de beoogde plannen gewijzigd wordt ingericht, waarbij enkele bestaande parkeerplaatsen komen te vervallen. De entree wordt omgeven door een groenstrook met inheemse beplanting van minimaal 6 meter breed, ten gunste van de landschappelijke inpassing. Voor de inrit van de camping is een dubbele inrit beoogd op de Dalmsholterweg om het overzicht en de verkeersveiligheid te verbeteren. Voor lange combinaties van auto's met caravans zijn drie opstelstroken voorzien, waarbij direct op het nieuwe parkeerterrein kan worden geparkeerd. De plannen voorzien bovendien in een toevoeging van parkeerplaatsen op de camping. Op de uitbreidingslocatie krijgen alle caravans een eigen parkeerplaats. Op het terrein aan de oostzijde wordt voorzien in 120 parkeerplaatsen. De aanleg hiervan vindt plaats met graskeien, een groen ogende vorm van halfverharding. De gemeentelijke parkeernorm gaat uit van 110 procent voor wat betreft het aantal parkeerplaatsen ten opzichte van de standplaatsen. De bestaande camping bevat 250 parkeerplaatsen bij de standplaatsen en een terrein met enkele parkeerplaatsen. Voor onderhavige uitbreiding met 50 standplaatsen is voorzien in 120 extra parkeerplaatsen, waarmee het totaal op meer dan 360 parkeerplaatsen uitkomt, zodat ruim in de parkeernorm is voorzien. Waar nodig wordt om betreding van het aangrenzende natuurgebied aan de oostkant te voorkomen maatregelen getroffen, bijvoorbeeld in de vorm van rasters.
Anderzijds levert Camping Bergzicht door medewerking aan de grondruil een bijdrage aan het Reggeherstelproject Nieuwe Brug in de gemeente Ommen. Door de grondruil komt 3 ha laaggelegen grond in het Reggedal beschikbaar voor periodieke waterberging en natuurontwikkeling en krijgt de Regge de ruimte voor hermeandering. Op deze wijze levert Camping Bergzicht een bijdrage aan de ecologische infrastructuur langs de Regge en de omgevingskwaliteit.
Op basis van de prijs voor cultuurgrond (grasland) van € 4,50,= p/m² heeft de campingeigenaar een perceel van ± 01.21.30 ha gekocht. De campingeigenaar heeft vervolgens een perceel van ±03.14.70 ha verkocht ten behoeve van het Reggeherstelproject Nieuwe Brug. De eigenaar heeft € 74.500,00 aan overwaarde ontvangen. Op basis van de grondprijs zou de eigenaar € 12.300,00,= aan extra overwaarde hebben moeten ontvangen. Er is geen sprake van een gesloten beurs. Er is op die wijze sprake van een investering in de omgevingskwaliteit op basis van een lager gehanteerde grondwaarde bij de verkoop van de gronden door de eigenaar van Camping Bergzicht buiten zijn terrein.
Tot slot, in de huidige situatie wordt momenteel door de campinggasten wildgeparkeerd langs de Dalmsholterweg, binnen het intrekgebied. De auto's staan dan in de berm van de weg geparkeerd hetgeen leidt tot parkeer- en verkeersproblematiek en afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Door de auto's centraal te laten parkeren op een landschappelijk ingepaste parkeerplaats aan de rand van de camping wordt bijgedragen aan een betere verkeersveiligheid en versterkt de ruimtelijke kwaliteit.
Conclusie voor het plangebied
Gelet op het feit dat het plan in breder perspectief kan worden opgevat, de grondruil een bijdrage levert aan het Reggeherstelproject Nieuwe Brug, er geen sprake is van een gesloten beurs voor de ondernemer en daarmee dus een financiële investering heeft plaatsgevonden door de campingeigenaar buiten haar eigen terrein te behoeve van een kwaliteitsimpuls, er een investering plaatsvindt op het eigen terrein met als resultaat een kwaliteitslag en verbeterde verkeersveiligheid, wordt geconcludeerd dat het belang van de ontwikkeling in balans is met de investeringen in de ruimtelijke kwaliteit.
Hiermee is conform de Omgevingsvisie gemotiveerd dat wordt voldaan aan de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving.
Omgevingsverordening
Om het beleid, dat is verwoord in de Omgevingsvisie door te laten werken in gemeentelijke plannen is de Omgevingsverordening opgesteld. De Omgevingsverordening is vastgesteld in juli 2009. Meer dan in voorgaande verordeningen is het uitgangspunt van de Omgevingsverordening dat er niet méér geregeld wordt dan nodig is voor het beleid, zoals dat in de Omgevingsvisie is verwoord. Gemeenten krijgen zoveel mogelijk ruimte om daaraan een nadere invulling te geven. Wat elders geregeld wordt - bijvoorbeeld door het Rijk - wordt niet nog eens dubbel geregeld in deze verordening. Daarmee voorkomt de provincie extra regeldruk.
Het uitgangspunt 'decentraal wat kan, centraal wat moet' is ook toegepast bij de flexibiliteitbepalingen in deze verordening. Waar mogelijk zijn afwijkingsmogelijkheden toegepast in plaats van ontheffingsbepalingen. Ook heeft de provincie zoveel mogelijk gekozen voor positief geformuleerde voorwaarden. De Omgevingsverordening geeft regels voor:
Voor onderhavig plangebied is meer specifiek de regeling voor gemeentelijke ruimtelijke plannen van belang. Onderhavig bestemmingsplan sluit aan op de Omgevingsverordening.
Het plangebied ligt, net als bij de Omgevingsvisie, in "buitengebied accent veelzijdige gebruiksruimte" (mixlandschap). Het accent heeft betrekking op de doelstelling om in deze gebieden de gespecialiseerde landbouw, mengvormen van landbouw-recreatie-zorg, landbouw-natuur en landbouw-water, bijzondere woon-, werk- en recreatiemilieus, die de karakteristieke gevarieerde opbouw van het cultuurlandschappen benadrukken, te versterken.
De omgevingsverordening stelt inzake de ruimtelijke kwaliteit eisen aan een bestemmingsplan. In de toelichting op bestemmingsplannen moet worden onderbouwd dat de nieuwe ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt, bijdragen aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit conform de geldende gebiedskenmerken. In dat kader moet inzichtelijk worden gemaakt op wlke wijze toepassing is gegeven aan de vierlagenbenadering die in de Omgevingsvisie Overijssel is neergelegd en op welke wijze de Catalogus Gebiedskenmerken is gebruikt bij de ruimtelijke inpassing. Bovendien moet worden gemotiveerd dat de nieuwe ontwikkeling past binnen het ontwikkelingsperspectief dat in de Omgevingsvisie Overijssel voor het gebied is neergelegd. Dat is in dit bestemmingsplan uitgebreid aangegeven.
Ten aanzien van veblijfsrecreatie wordt aangegeven dat de regels van bestemmingsplannen permanente bewoning van recreatiewoningen en recreatieverblijven moeten uitsluiten. Dit is in de regels geregeld. Bovendien is aangegeven dat het moet gaan om bedrijfsmatige exploitatie.
Conclusie voor het plangebied
De voorgenomen ontwikkeling past binnen het in de verordening opgenomen ontwikkelingsperspectief en de overige eisen van de verordening.
Ontwerp Gebiedsuitwerking Reconstructie voor het gebied Dalmsholte (januari 2007)
In opdracht van het provinciaal bestuur heeft de uitwerkingscommissie Dalmsholte voor het betreffende gebied dit plan opgesteld als uitwerking van het Reconstructieplan Salland-Twente (2004). Een gebiedsuitwerking is een integrale uitwerking van het reconstrucitieplan op deelgebiedniveau en vormt de basis voor uitvoering in het gebied, maar er worden geen wettelijke instrumenten gebruikt. Voor het noordoostelijke deel van het gebied, waartoe ook het plangebied behoort, vindt wél een gedetailleerde planuitwerking plaats met wettelijke status via herverkaveling over een beoogde periode van circa 12 jaar.
Als doel is vermeld dat ruimte geschapen dient te worden voor bestaande recreatiebedrijven ten behoeve van uitbreiding en kwaliteitsverbetering. Ten aanzien van de verblijfsrecreatie is vermeld dat twee recreatiebedrijven in het noordoosten van het plangebied (waaronder Bergzicht) niet goed zijn ingepast. Door betere landschappelijke inpassing is veel winst te behalen voor recreatiebedrijven en het landschap. Samenwerking tussen recreatieondernemers zal een economische impuls geven aan de recreatieve ontwikkeling van het gebied. Als landschappelijk doel is vermeld dat de landschappelijke kwaliteit verbeterd moet worden, waarbij de leesbaarheid van het landschap wordt vergroot. Ook het behoud en de ontwikkeling van archeologische en cultuurhistorische waarden is een doel. De plannen van Camping Bergzicht zijn afgestemd op deze ontwerp Gebiedsuitwerking en passen daarmee binnen het reconstructiebeleid.