Buitengebied, Zorglandgoed, Stegerveld

4.6 Luchtkwaliteit

In Europees verband zijn normen vastgelegd voor de maximum concentratie van een aantal stoffen in de buitenlucht. Deze normen zijn voor de Nederlandse situatie sinds 15 november 2007 vastgelegd in de "Wet luchtkwaliteit" (voorheen het Besluit Luchtkwaliteit 2005).

Deze wetgeving is vastgelegd in de Wet milieubeheer welke gelijktijdig is aangepast. Het doel van de luchtwetgeving is om mensen te beschermen tegen risico's van luchtverontreiniging. Het bevat luchtkwaliteitsnormen voor zwavel- en stikstofdioxide, stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. De wet geeft aan op welke termijn de normen gelden en gehaald moeten worden en welke bestuursorganen verantwoordelijk zijn voor het halen van die normen. In Nederland dient iedere ruimtelijke ontwikkeling getoetst te worden aan de luchtwetgeving.

Op basis van de nieuwe wetgeving is er een Algemene Maatregel van Bestuur vastgesteld welke aangeeft welke ontwikkelingen als "niet in betekenende mate" gezien kunnen worden en verdere toetsing aan de normen niet hoeft plaats te vinden. Het realiseren van de functies kan toelaatbaar geacht worden. Het aantal verkeersbewegingen daalt aanzienlijk tussen 2010 en 2020 (ruim 12.000 motorvoertuigbewegingen respectievelijk ruim 1.600 motorvoertuigbewegingen) door het afwaarderen van de N34. De invloed van de ontwikkeling van het zorglandgoed is verwaarloosbaar volgens opgaaf van de gemeente Ommen, op basis van normgetallen voor verkeersaantrekkende werking van zorginstellingen.

Er wordt ruim voldaan aan de grenswaarden die gelden voor emissies van fijnstof (PM10) en stikstofdioxide (NO2). Dit blijkt uit het gemeentelijk verkeersmilieumodel. Hieronder zijn de relevante weergaven daarvan opgenomen. Er is ingegaan op de jaren 2008 en 2010 van PM10 respectievelijk NO2.

Daarnaast is onderzoek verricht naar de emissie van fijn stof van de pluimveehouderij aan de Coevorderweg 43a (Onderzoek fijn stof pluimveehouderij Ommen Stegerveld, 219841, 3 augustus 2010, Oranjewoud). In de berekening is tevens de Coevorderweg als emissiebron meegenomen. De berekeningen laten zien dat op alle toetspunten de concentraties ruim onder de in de Wet milieubeheer gestelde grenswaarde van 40 (ìg/m³) liggen. Ook het maximum toegestane aantal overschrijdingen van de dagnorm van 35 wordt op geen van de toetspunten overschreden.

Voor het beschermingsniveau ten aanzien van overige omliggende bedrijven wordt verwezen naar paragraaf 4.8 Milieuhinder bedrijven waarin onder andere het aspect lucht is meegenomen.

Conclusie

Het gemeentelijk standpunt is dat de ontwikkeling van het zorglandgoed "niet in betekenende mate" bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Het aanvullende onderzoek laat zien dat de fijn stof-concentraties als gevolg van de pluimveehouderij en de Coevorderweg in het plangebied ruim onder de grenswaarde liggen. De luchtwetgeving staat daarom de planologische procedure niet in de weg.