Plan: | Buitengebied, Koedijk 9+9a Giethmen/Grefeldijk Lemele |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0175.20101003001-va01 |
Elke ruimtelijke ontwikkeling dient in het kader van de Flora- en faunawet te worden getoetst op de aanwezigheid van en de mogelijke effecten op beschermde dier- en plantensoorten. Voorliggend bestemmingsplan maakt een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling mogelijk en daarom heeft een dergelijke toets plaatsgevonden.
Eelerwoude heeft deze toetsing verricht en beschreven in de rapportage "Quickscan Flora en faunawet boomkwekerij van Dorsten, Giethmen" (projectnummer 4287).
Het veldbezoek heeft plaatsgevonden op 16 maart 2010. De conclusies van het onderzoek komen in deze paragraaf aan bod.
Binnen het plangebied zijn algemeen voorkomende vogels waargenomen. Er zijn geen verblijfplaatsen van vleermuizen te verwachten door de afwezigheid van holle bomen en geschikte panden. Het is wel te verwachten dat het plangebied deel uitmaakt van het foerageergebied van soorten als gewone dwergvleermuis, laatvlieger of rosse vleermuis. Langs kwekerijbeplanting kan een vliegroute aanwezig zijn. Het voornemen is echter te beperkt van omvang om een negatief effect te kunnen hebben op een lokale populatie van een vleermuissoort. Bovendien zijn in de omgeving ruim voldoende alternatieven voor foerageergebied en vliegroutes aanwezig.
Wel wordt aanbevolen om om rekening te houden met nachtactieve dieren (vleermuizen en uilen) door het beperken van verlichting. De kwekerij wordt 's nachts niet verlicht, dus zullen nachtactieve dieren niet gehinderd worden.
Voor grondgebonden zoogdieren zal de locatie een beperkte functie hebben. in de omgeving kunnen wel tabel 2-soorten zoals steenmarter en eekhoorn voorkomen, maar het voornemen leidt niet tot een aantasting van het leefgebied van deze soorten.
Amfibieƫn, reptielen en vissen zijn niet aanwezig op de locatie. Door het ontbreken van geschikte biotopen zijn er eveneens geen beschermde libellen en dagvlinders aanwezig. Hetzelfde geldt voor overige beschermde ongewervelden (kevers, slakken, mieren).
De volledige rapportage is te vinden in Bijlage 5 Rapportage flora en fauna behorende bij deze toelichting.
Conclusie
Binnen het plangebied worden geen strikt beschermde soorten van de Flora- en faunawet verwacht. Vervolgonderzoek en/of het aanvragen van een ontheffing is niet nodig.
Het plangebied aan de Koedijk is gelegen op ongeveer 2,2 kilometer van het Natura 2000-gebied en Habitatrichtlijngebied (in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998) Vecht en Beneden-Regge. De beoogde ontwikkeling betreft de bouw van een bedrijfswoning en een geringe uitbreiding van de handelskwekerij. Nagegaan dient te worden of er aanleiding is om te veronderstellen dat deze ontwikkeling kan leiden tot significante negatieve effecten op het gebied Vecht en Beneden-Regge.
Het gebied Vecht en Beneden-Regge ligt in twee zeer verschillende landschappen: in het rivierengebied (uiterwaarden van de Vecht en de Beneden-Regge) en in de hogere zandgronden (Boswachterij Ommen, Beerze, het landgoed Eerde en de Archermer- en Lemelerberg). De bodem van de hogere zandgronden is van oorsprong zuur en voedselarm, langs Vecht en Regge komen voedselrijkere bodemtypes voor. De Overijsselse Vecht is een kleine rivier waarin veel transport van zand plaatsvindt door erosie en sedimentatie. De Regge is een kleine laaglandrivier in het oostelijk zandgebied. Op de hogere gronden ten oosten van de Regge komen goede voorbeelden van zure vennen voor.
Uit informatie op de website die behoort bij het ministerie van LNV blijkt dat het gebied met name gevoelig is voor verzilting, oppervlakteverlies, versnippering, verstoring door mechanische effecten en een bewuste verandering van soortensamenstelling:
De ontwikkeling die middels voorliggend bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt (de bouw van een bedrijfswoning) zorgt niet voor verzilting en verlies van oppervlakte in het gebied Vecht en Beneden-Regge. Ook zal de ontwikkeling niet zorgen voor versnippering en heeft de ontwikkeling niet tot gevolg dat het gebied Vecht en Beneden-Regge wordt verstoord door een toename van geluid, licht of trilling. Als laatste zal de bouw van een bedrijfswoning op ongeveer 2,2 kilometer afstand van het gebied ook niet zorgen voor een verandering in de soortensamenstelling binnen het gebied.
Gezien het bovenstaande is er geen aanleiding om te veronderstellen dat het benutten van de mogelijkheden die voorliggend bestemmingsplan biedt kan leiden tot significante negatieve effecten op het gebied Vecht en Beneden-Regge.