direct naar inhoud van 2.5 Landschappelijke inpassing
Plan: ´Buitengebied Rood voor rood Stegerdijk 23 Stegeren'
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0175.20091003005-oh01

2.5 Landschappelijke inpassing

Bij het ontwerpen van de inrichtingsschets is een aantal uitgangspunten gehanteerd wat betreft de ruimtelijke inrichting en de landschappelijke inpassing. Deze punten kwamen voort uit de gesprekken en briefwisseling met de gemeente Ommen, de provincie Overijssel, het Oversticht, het waterschap Velt en Vecht en de wensen van de initiatiefnemer.

Bij het vaststellen van de locatie van de woningbouwkavel en de verdeling van de (nieuwe) opstallen op het bestaande erf zijn, naast de voorschriften uit de welstandsnota, de volgende uitgangspunten gehanteerd:

Aanwijzing provincie:

  • gelet op de behoorlijk omvang aan nieuwe bebouwing is een extra investeringen in de ruimtelijke kwaliteit gewenst, bijvoorbeeld door aanleg van nieuwe natuur

Aanwijzing gemeente Ommen:

  • oppervlakte van de bouwkavel : 1000 m²;
  • een afstand van 50 m afstand tussen bouwkavel en naastgelegen recreatiebestemming(-sgrens); (Stegerdijk 22);

Aanwijzing Waterschap Velt en Vecht:

  • geen bebouwing op of nabij de grens met het winterbed van de Vecht;
  • totaal bebouwde oppervlak niet groter dan huidig;

Advies ervenconsulent van het Oversticht:

  • compact erf;
  • schijnbaar losse strooiing van de gebouwen, niet haaks of parallel;
  • beperking erfverharding op de (noordelijk gelegen) esgrond;
  • één toegangsweg voor beide woningen;
  • nieuwe woning en bijbehorende schuur liefst integreren in één bouwvolume;
  • nieuwe volume(s) ondergeschikt aan bestaande boerderijen;
  • nieuwe woning besloten naar achtererf en open naar noord/noordoost;

Overige:

  • opening van het erf aan de westzijde, zodat de karakteristieke westgevels van beide boerderijen goed in zicht komen;
  • privacy voor beide woningen onderling en t.o.v. de recreatiebestemming.

In enkele opzichten waren de uitgangspunten discongruent, in het bijzonder de 50 meter afstands-norm versus compact achtererf, kleinschalige bouw (welstandsnota) versus één bouwvolume, privacy versus één gemeenschappelijke toegangsweg. De gekozen kavel (figuur 10) voldoet aan de aanwijzingen: deze begint op 50 meter van de recreatiebestemming, is 1000 m2 (40x25 meter), ligt geheel binnen het huidig agrarisch bouwblok en houdt ruime afstand tot de grens met het winterbed van de Vecht. De lengte-as van de kavel is scheef t.o.v. de bestaande bebouwing, om niet-parallelle nieuwbouw te kunnen accommoderen. Tussen bouwkavel, de bestaande boerderij en de naastgelegen recreatieboerderij worden een hooiberg, een schuur, verbindende erfverhardingen en een kleine boomgaard zodanig geplaatst dat compactheid van het erf en privacy worden bevorderd. Voorts is gekozen de bestaande toerit gemeenschappelijk te gebruiken voor beide woningen. Met deze ontwikkeling wordt naast de reductie van het totale bebouwde oppervlakte het oppervlakte erfverharding met circa 300 m2 gereduceerd.”

Een ander uitgangspunt is dat het ontwerp moet aansluiten op het bestaande landschap en de ruimtelijke kwaliteit moet worden verbeterd. De bestaande beplanting wordt daarom behouden en wordt, waar nodig, versterkt. Solitairen, als linde, eik en walnoot worden toegevoegd, zodat de overgang van het erf naar het omliggende landschap wordt versterkt. Tevens wordt een boomgaard en een rij knotlindes toegevoegd op het erf. De steilrand ten oosten van het perceel wordt hersteld met grond uit het winterbed van de Vecht en er wordt minimale beplanting toegevoegd op deze rand. Ten slotte wordt het aanzicht van de bestaande historische boerderij hersteld.